Zelfs als er geen probleem was met het klimaat, is de oplossing een goed idee
Sceptici: Klimaatverandering bestaat niet.
Wetenschappers: Klimaatverandering bestaat wel.
Sceptici: Oké, klimaatverandering bestaat wel, maar komt niet door de mens.
Wetenschappers: Klimaatverandering komt wel door de mens.
Sceptici: Oké, klimaatverandering komt door de mens, maar we kunnen er niks aan doen.
Wetenschappers: We kunnen er wel iets aan doen.
Sceptici: Oké, we kunnen er iets aan doen, maar het is veel te duur.
Wetenschappers: Klimaatactie is nog nooit zo goedkoop geweest en klimaatschade is veel duurder.
Sceptici: Oké, klimaatactie is nog nooit zo goedkoop geweest, maar niet als we het in ons eentje doen.
Miljoenen stakende schoolkinderen over de hele wereld: Laten we samen in actie komen tegen klimaatverandering.
Sceptici: Moeten jullie niet naar school?
Miljoenen kinderen: Daar hebben we geleerd over klimaatverandering.
Sceptici: Scholen indoctrineren onze kinderen!
Leraren: Nee, we onderwijzen klimaatwetenschap.
Sceptici: Klimaatwetenschap is een hoax.
Wetenschappers: Dat is niet waar.
Sceptici: Vrijheid van meningsuiting!
Voor-tegen: een verliezend format
Dertig jaar klimaatdebat leert: de scepsis is een spook dat blijft rondwaren, steeds weer in andere gedaanten.
Het slechte nieuws: haar invloed zal hoe dan ook buitenproportioneel groot blijven. Media grossieren nu eenmaal graag in voor-en-tegenformatjes (‘Baudet versus Rutte!’), de wetenschap laat per definitie ruimte voor twijfel en mensen zullen altijd blijven lijden aan cognitieve dissonantie* (want niets is erger dan toegeven dat je fout zat).
Het goede nieuws: ondanks dit alles zijn de klimaaterkenners al jaren aan de winnende hand. Sterker nog, wereldwijd is er weinig waar zo’n overweldigende consensus over bestaat als klimaatverandering. En dan bedoel ik niet alleen bij wetenschappers. Alle 195 landen ter wereld erkennen officieel het bestaan ervan – het lijkt de zwaartekracht wel.
Een te weinig gehoord argument in het klimaatdebat
Ondanks die consensus over het probleem wil het met de oplossing alleen nog niet vlotten. Nagenoeg geen enkel land ter wereld doet genoeg om de gevaarlijke opwarming van de aarde tegen te gaan – en Nederland al helemaal niet.
Geen enkel Europees land is zo ver verwijderd van de doelstellingen voor het opwekken van duurzame energie als Nederland, constateerde het CBS afgelopen week nog. Een blamage van jewelste, die als een schaamlap over het ‘groenste kabinet ooit’ ligt gedrapeerd.
Die armetierige resultaten kunnen best weleens te maken hebben met het feit dat het in het klimaatdebat vooral draait om doemscenario’s en verboden, zoals klimaatcorrespondent Jelmer Mommers onlangs opmerkte. Klimaat is, zo lijkt het, vooral het terrein van drammers, betweters en ontnemers. Het gaat voortdurend over wat er allemaal niet mag, verloren gaat of wat het gaat kosten.
Veel minder, veel te weinig, hoor je over de gigantische voordelen die een duurzame economie met zich mee zou brengen. Voordelen die zo groot zijn dat je gemakkelijk kunt stellen: zelfs als er geen probleem was met het klimaat, zou de oplossing nog steeds een goed idee zijn.
De talloze voordelen van een duurzame economie
Want, in bijna ieder opzicht is een economie gebaseerd op schone, hernieuwbare, veilig te winnen, democratiserende energie beter dan de vervuilende, oprakende, steeds moeilijker uit de grond te trekken, dictaturen-financierende energie waar we nu op draaien.
Klimaatcorrespondent Jelmer Mommers somde onlangs al enkele van de grootste voordelen van een duurzame economie op: een schonere lucht (wat miljoenen verloren levens en miljarden in zorgkosten scheelt), miljoenen nieuwe banen (zoals ook de internetrevolutie enorme nieuwe welvaart schiep) en een véél efficiëntere energievoorziening (nu gaat nog tweederde (!) van onze fossiele energie verloren aan restwarmte). Alleen al die drie voordelen zouden genoeg moeten zijn om morgen over te stappen op duurzame energie.
Maar daar blijft het niet bij. Want de fossiele industrie doet veel meer dan alleen vervuilen en verkwisten. Ze houdt ook politieke en economische structuren in stand die het daglicht niet kunnen verdragen. Of, zoals ik eerder schreef: duurzaamheid is ook dé realpolitik van deze tijd.
Geen betere manier om fossiele regimes in hun bestaansrecht te raken dan door de benzinepomp voorbij te rijden
Staten als Libië, Irak, Saoedi-Arabië, Rusland: ze draaien voor een flink deel op olie- en gasinkomsten en hebben op z’n zachtst gezegd geen fantastische rapportcijfers voor democratie. Ze zijn ook niet toevallig vaak het strijdtoneel van bloedige conflicten (of onder het tapijt geveegde schendingen van mensenrechten).
Geen betere manier om deze fossiele regimes in hun bestaansrecht te raken dan door de benzinepomp voorbij te rijden.
Maar ook op een andere manier heeft duurzame energie een democratiserend effect. Want al die miljarden die in olie en gas omgaan, brengen een enorme machtsconcentratie met zich mee. Bedrijven als Shell en ExxonMobil behoren al jaren tot de grootste lobbyisten in Brussel. Om nog maar te zwijgen van de miljoenen die de industrie in de Amerikaanse politiek steekt.
Duurzame energiebronnen, zoals zonnepanelen, verkleinen die macht navenant. In potentie kan ieder huishouden zelfs grotendeels zelfvoorzienend worden. Bedenk hoe revolutionair dat is: opeens zijn we voor onze energie niet aangewezen op machtige multinationals, corrupte conglomeraten en dubieuze staten, maar kunnen we het zélf.
Natuurlijk, we zullen altijd deels afhankelijk blijven van een grotere, collectieve infrastructuur – en zwaardere industrie of transport heeft niet genoeg aan een paar windmolens.
Maar probeer als wijk of buurt maar eens samen een olie- of gasput te beginnen: dat gaat niet. Een gezamenlijke duurzame energiecoörporatie: dat kan wél. En dan is duurzame energie ook nog eens goedkoper – tel uit je (letterlijke) winst!
Tijd voor een moderne variant op de Gok van Pascal
In 1669 bedacht de Franse natuurkundige en filosoof Blaise Pascal de zogenoemde Gok van Pascal – een gedachte-experiment waarmee hij wilde laten zien dat het altijd voordeliger is om in God te geloven, of die nu echt bestaat of niet.
De essentie van zijn argument: als de gelovige ongelijk heeft, gebeurt er niks; als de ongelovige ongelijk heeft, wacht de hel. Anders gezegd: geloven heeft in het slechtste geval geen consequentie, niet-geloven heeft in het beste geval geen consequentie.
Nu ben ik atheïst, dus de Gok van Pascal zal ik hier niet afstoffen en propageren. En ik wil ook allerminst beweren dat klimaatverandering nog open for debate is.
Maar mocht je nog stuiten op dat soort scepsis, denk dan aan de hedendaagse variant op het argument van Pascal:
Als klimaatsceptici ongelijk hebben, zijn de gevolgen catastrofaal. Als de klimaatwetenschappers ongelijk hebben, zijn we eerder overgestapt op een duurzame economie dan nodig was.
Ik weet wel welke gok ik zou wagen.
Meer lezen?
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!