Terug van weggeweest! De afgelopen weken was ik met vakantie en heb ik me even niet beziggehouden met cijfers. (Oké, vooruit, wel met de ratings op Booking.com.)

In de tussentijd verscheen de video-opname van mijn theatercollege in Tivoli op De Correspondent. Dit Correspondent College organiseerden we samen met het Haagsch College.

Het duurt anderhalf uur, dus gooi wat popcorn in de magnetron en ga er even voor zitten.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube

Ontgetallen

Het is misschien wel de opmerking die ik het vaakst hoor: waarom zeg ik toch altijd ‘cijfers’ en geen ‘getallen’? Ik schreef daar al eens over, maar – omdat ik er nog altijd veel vragen over krijg – lijkt het me goed het hier nog eens te herhalen.

Inderdaad: strikt genomen zijn cijfers en getallen twee verschillende dingen. De cijfers zijn de bouwblokken van getallen. Je kunt cijfers zien als letters, getallen als woorden. 1, 4, 7 zijn dus cijfers; 14, 17, 47 zijn getallen. En, pas op, ook 1, 4 en 7 kunnen getallen zijn, als we het bijvoorbeeld hebben over één persoon, vier wielen of zeven jaar oud.

Dit hoorde ik indertijd ook toen ik contact opnam met het Genootschap Onze Taal. Begrijpelijk dus, dat er vragen komen over mijn gebruik van het woord cijfer.

Maar Onze Taal drukte me nog iets op het hart: ‘Vooral “cijfer” heeft in de praktijk een veel bredere, figuurlijke betekenis; denk bijvoorbeeld aan “de officiële cijfers”, “de jaarcijfers van een bedrijf”, “in de rode cijfers komen”.’

Het is vaak in zo’n context dat ik het woord cijfer opschrijf. Bijvoorbeeld als ik in mijn boek schrijf: ‘Cijfers zijn zo leidend geworden dat we het misbruik niet langer kunnen negeren.’ Daarom gebruik ik cijfers en getallen vaak als synoniem.

Behalve als er verwarring kan ontstaan. En dat is vooral in wiskundige context. Zoals Onze Taal me schreef: ‘Zeker als het om de letterlijke (wiskundige) betekenis gaat, zouden we adviseren het eerdergenoemde onderscheid in acht te nemen.’

Ik houd het in de gaten.

Luisterverhalen

Op vakantie neem ik altijd echt even vrij, ook van De Correspondent. Extra leuk om terug te komen en drie weken aan artikelen bij te lezen. Of, sinds kort, bij te luisteren. Want veel van onze grote verhalen worden tegenwoordig niet alleen opgeschreven, maar ook voorgelezen.

Dus maakte ik deze week fijne wandelingen met de stemmen van mijn collega’s in mijn oren. Drie luisterverhalen kan ik van harte aanraden. En nu ik ze zo bekijk, hebben ze allemaal op de een of andere manier met vakantie te maken.

Aan het werk van Marjolijn van Heemstra, correspondent Ruimtevaart, moest ik denken toen ik naar een prachtige Bosnische sterrenhemel keek. Onlangs wat we verliezen als we de sterren niet meer kunnen zien. Dit deprimerende rijmpje zal ik niet meer vergeten: ‘voor elke ster die je ziet, zie je er negen niet’.

Lynn Berger, correspondent Cultuur en Clichés, hoe ze dit jaar voor het eerst op wintersport ging. Haar avontuur paste mooi bij het dogma van deze tijd: nieuwe dingen doen. Maar, benadrukt Lynn, we moeten niet vergeten hoe belangrijk herhaling is. Waarom je je dus niet hoeft te schamen als je deze zomer voor de vierde keer naar dezelfde camping gaat.

Tot slot, lees of luister absoluut die zich al een tijd verdiept in vakantieparken. Over Rein en Wil die uit hun (vakantie)woning worden gezet én over de pietepeuterigheid van Bestemmingsplan Nederland. Met mooie beeldende details, daarom extra geschikt – vind ik – om te luisteren.

Tot de volgende!