Beste,

Ieder strand is een frontlinie en dat geldt ook voor Nesselande Beach, waar deze nieuwsbrief zich afspeelt.

Nesselande is een Vinex-wijk in Rotterdam. De zee heet hier de Zevenhuizerplas, de woontorens aan de boulevard dragen namen als Barcelona en Miami.

Ik zit naast wat jongens die beurtelings lurken aan een waterpijp.

Zo blijf ik een beetje in de sfeer, want de afgelopen weken was ik zelf op vakantie. Maar Nesselande is ook een journalistieke bestemming.

Steeds als het kwik stijgt, komt er ‘tuig’ en ‘reljeugd’ en ‘ghettolijers’ via de metro uit heel Rotterdam om hier de boel te verzieken – althans, als ik sommige reacies op de Facebookgroep mag geloven.

Ze beroofden de lokale Jumbo. Ze blowen. Ze gebruiken lachgas. Ze luisteren naar harde rapmuziek!

‘Lijkt hier wel een ghetto’, schreef een bewoner op de Facebookgroep Nieuws Nesselande. ‘Fijn als je een huis gekocht hebt van 6 a 7 ton aan de boulevard…’

‘Vechtpartijen en plunderingen, bewoners Nesselande zijn tuig meer dan zat’,

De VVD-wethouder wilde een onderzoek naar een lachgasverbod. Leefbaar Rotterdam pleitte voor politie-inzet met ‘honden en paarden’.

Ik had gezien van een wanhopige bewoner die wou dat hier een Guardia Civil was. ‘Lange lat, maximaal, erbovenop!’

Law and order-taal. En bedenk dat hier al jaren ongewone maatregelen golden. Zo is er het warm-weerprotocol: is het warmer dan 23 graden, komt er extra politie en beveiliging naar de boulevard. Boven de 30? Nog meer politie.

Een strand is meestal een plek waar méér mag – zoals vrijwel naakt rondlopen zonder dat men gek opkijkt – maar hier aan Nesselande Beach mag je zelfs geen biertje meer drinken. Hier geldt een APV’tje, een algemene plaatselijke verordening, noem het de Vinex-sharia bedoeld om dat ‘tuig’ te weren.

Enfin, dinsdagavond nam ik de metro en wandelde de Siciliëboulevard op. Het was rustig, kwik net onder de 23, er liepen slechts twee ‘handhavers’.

Een jaar of twintig geleden was ik hier voor het laatst, ik leerde windsurfen op deze plas, die toen nog gewoon een veertig meter diepe modderpoel was waarin enge vissen zwommen.

Wie schetst mijn verbazing. ‘t Leek nu net Marseille. Zon laag boven de plas, silhouet van een zeilbootje op het water, families op picknickkleedjes in het zand, jongeren hangen op de trappen, een papa leert zijn dochtertje fietsen.

Als je vrede op aarde in scène zou zetten zag het er zo uit.

Ik schoof aan bij een plukje waterpijprokende jongeren op de trappen bij het strand. Ze kwamen hier heel vaak, maar hadden nooit echt iets vervelends gezien. Ja, behalve die beelden van een massale vechtpartij, op Snapchat.

Lieve jongens, bang dat ze thuis zouden merken dat ze waterpijp rookten.

Een van de jongens bood me een winegum aan.

As je echt dingen wilt meemaken, zei hij, moet je zaterdag komen, dan is het warm en zijn er meer mensen. Of je kunt beter naar de West-Kruiskade gaan, daar is ’s avond altijd wel wat te beleven.

Grappig, vond ik, daar woon ik zelf om de hoek, ben ik helemaal voor niks hierheen gekomen.

Van plunderingen en vernielingen was in elk geval geen sprake geweest, had ik gelezen in een brief van de burgemeester. Wat de jeugd hier dan wel stelselmatig verkeerd deed, ontging me.


Op de Facebookgroep Nieuws Nesselande suggereerde een bewoner om het strand te privatiseren: hek eromheen, pasjes voor bewoners.

Kennelijk waren zulke Nesselandenaren helemaal aan het uiterste puntje van Rotterdam gaan wonen, om daar lekker onder mekaar te zijn.

Anderen stelden voor om de metro niet door te laten rijden tot eindpunt Nesselande. En het ging, oh ja, over kleur. Want 98 procent, schreef een bewoner, was niet wit.

Het feit dat deze jongeren er wáren, werd al als dreigend ervaren.

Een stadsstrand is bij uitstek een publieke plek, waar mensen mengen. Maar kennelijk hadden sommige mensen hier juist huizen gekocht om de stad te ontvluchten, om juist niet te mengen. Dat botst, natuurlijk.

Enfin, dat was mijn voorlopige hypothese. Maar wie weet is de overlast op hete dagen wel echt hemeltergend.

Op de terugweg fietste ik nog via die West-Kruiskade in het centrum van Rotterdam. Inderdaad, daar gebeurt vaak wat. Bij de uitgang van een nachtwinkel om de hoek was ik getuige van een woordenwisseling. Vanwege een geknapte lachgasballon, zo te horen.

Maar door al die ballonnen zag zelfs deze consternatie er feestelijk uit, een kinderfeestje bijna.

Tranquilo, zei er eentje, en een rel leek gesust.

P.S. Over lachgas gesproken. Begin deze maand interviewde ik een man die onvermoeibaar vanuit zijn scootmobiel lachgaspatronen opruimt. Een inspirerend verhaal over eenzaamheid en doordouwen. Lees het hier: