Ik had een briefje op de deur gehangen voor het busje van Albert.nl, dat die middag voor zou rijden. ‘Beste Appie, de bel doet het niet. Bel svp dit nummer als je voor de deur staat.’

Zoals veel Nederlanders noem ik ’s lands grootste grootgrutter liefkozend Appie.

Niet veel later ging de telefoon. ‘Ja hallo, met Appie. Er stond dat ik moest bellen.’ Ik loop naar de deur en zie daar een pakketbezorger in PostNL-kostuum staan. Een ogenblik verdenk ik PostNL ervan nu ook al de boodschappen van Albert Heijn langs te brengen.

Zo vreemd is die gedachte niet, want de pakketbezorgers van PostNL bezorgen aan huis namens zo ongeveer elke denkbare winkel. In een gemiddelde Nederlandse straat, is het dan ook elke dag een komen en gaan van bestelbusjes met pakketbezorgers van allerlei snit.

Maar dan valt me op dat hij met lege handen staat. We kijken elkaar niet-begrijpend aan. ‘Ik ben dus Appie, maar hoe weet jij dat? Zo noemen alleen mijn vrienden mij! Eigenlijk heet ik Abdel.’

Toeval bestaat niet.

Het bezorgritueel aan de voordeur verbroedert in ieder geval. Er ontstaat na verloop van tijd zelfs iets van een vriendschap. Een allemansvriendschap, want de lach die mij ten deel valt bij het bezorgen van weer een boek, apparaat of kledingstuk blijkt hij niet alleen met mij, maar ook met elk van mijn buren te delen.

En toch: als onze wegen kruisen, slaan we elkaar amicaal op de schouders. Ik mag nu officieel Appie tegen hem zeggen.

Thuiswinkelen blijft groeien

In de loop der tijd leer ik het gezicht achter deze altijd lachende pakketbezorger kennen. Zijn werkende leven blijkt niet zonder zorgen. ‘Ik probeer mijn werk netjes te doen en rijd al drie jaar klachtenvrij. Dat betekent wel dat ik dagen van 10 à 12 uur maak.’

Niet al zijn collega’s zijn zo netjes, wil hij maar zeggen. ‘We krijgen 1,45 euro per pakketje. Dat systeem werkt fraude in de hand. Zo willen mijn collega’s weleens een aangetekende brief door de bus gooien, in plaats van overhandigen. Of een pakketje bij de buren brengen, terwijl dat eigenlijk niet mag. Dan ben je sneller klaar en heb je minder uren nodig voor je omzet.’

Erg gemakkelijk maken we het Appie en zijn collega’s dan ook niet. Thuiswinkelen neemt terwijl velen van ons nauwelijks thuis zijn. Dat geeft moeilijkheden. Mijn bejaarde buurvrouw, aan huis gebonden, verzuchtte eens dat haar woning op een postkantoor begon te lijken. ‘Ik ben de enige die weleens thuis is.’

Het is een hedendaagse paradox: door thuiswinkelen hoeven consumenten zich niet meer aan de openingstijden van de winkels te houden. We kunnen winkelen wanneer we willen. Maar om dit alles mogelijk te maken heeft Appie zijn werkuren goeddeels naar de avonden verplaatst. ‘Dan heb ik de grootste kans iemand thuis te treffen.’

Liever in loondienst

Als Appie en ik elkaar op straat of aan mijn voordeur spreken, is hij afwisselend optimistisch en neerslachtig. ‘Nee, het is niet gemakkelijk en ik zou liever gewoon in loondienst werken. Maar we worden tenminste niet meer geïntimideerd.’

‘Voor jou tien anderen,’ zeiden ze telkens’

Intimidatie? Hij doelt op de eind juli 2013, toen een van zijn collega’s het werk besloot neer te leggen. Deze eenmansactie vond navolging door collega’s uit heel het land, die daarmee de dreigementen van PostNL weerstonden. ‘Voor jou tien anderen, zeiden ze telkens. Ze oefenden ontzettend veel druk op ons uit om weer te gaan werken.’

Het schisma van toen was onder meer een aangekondigde daling van de prijs die de bezorgers per pakket zouden ontvangen. De bezorgers zouden tot wel 30 procent moeten inleveren. ‘Hun redenering was: jullie bezorgen steeds meer pakketten op één ronde. Dus mag de prijs per pakket ook wel wat lager. Dat lijkt logisch, maar meer pakketten betekent altijd nog meer werk. Je moet iemand maar net thuis treffen, en die pakketten moeten ook maar net in je bus passen.’

Best een mooi verhaal

Het bleek niet de enige bron van onvrede onder pakketbezorgers. Zo worden ze – net als andere zzp’ers – niet doorbetaald bij ziekte en werken ze om die reden altijd door. Maar als eenmansbedrijf is staken niet handig. En alleen heb je ook geen stem aan de onderhandelingstafel.

De stakingen van vorige zomer waren aanleiding voor enkele collega’s van Appie om op te richten, een vakbond voor inmiddels zo’n zevenhonderd pakketbezorgers. ‘Eerst dreigden de managers van PostNL ons het werk af te nemen, nu zitten ze elke week met ons om tafel,’ vertelt Appie. ‘Eigenlijk best een mooi verhaal toch?’

Het lot van Appie en zijn collega’s staat wat mij betreft voor de inmiddels honderdduizenden werknemers in de zorg, de bouw en de transportsector die tegen wil en dank zelfstandig ondernemer zijn geworden. De verbetering van hun arbeidspositie is voor een groot deel onontgonnen terrein. Hoe zit het eigenlijk met de arbeidsrechten van flexibele werknemers? Wat kunnen de vakbonden betekenen voor deze zzp’ers? En doen alle bedrijven het even goed of slecht?

Voor een reeks artikelen over dit onderwerp spreek ik allereerst één van de oprichters van Subco Partners en wil ik een paar dagen meelopen in de pakketbusiness. Ook hoop ik te ontdekken met welke beloften PostNL de opstand onder haar pakketbezorgers heeft bezworen. En hoe het verder gaat, nu internetwinkelen steeds verder groeit.

Ook jullie input over dit complexe onderwerp is meer dan welkom.