Deze week: alles wat je moet weten over de psychische gevolgen van het coronavirus (en de beste stukken die we erover lazen)

Deze zondag delen we een selectie van de beste artikelen, video’s en podcasts over corona wereldwijd en op De Correspondent. Deze week aan het woord: correspondent Cultuur en Clichés Lynn Berger.
Het coronavirus, schrijft Sanity-correspondent Tanmoy Goswami, brengt ons geweldige inzichten in de menselijke psychologie, door zowel het slechtste (racisme, xenofobie) als het beste (creativiteit, hulpvaardigheid) in ons naar boven te halen.
De journalistiek laat zich op dit moment vooral van haar beste kant zien: over de hele wereld brengen media huiveringwekkende reportages, steengoede analyses, ontroerende bespiegelingen en verhelderende explainers rondom het coronavirus.
Dat is hartverwarmend, maar ook deprimerend (want veel goed nieuws zit er vooralsnog niet tussen) en overweldigend. Om je te helpen deze wereldwijde, complexe ontwikkeling te begrijpen zonder in het aanbod te verzuipen, verzamelen we de beste stukken en belangrijkste inzichten over de coronapandemie.
Experts, leden én correspondenten nomineren elke dag publicaties uit andere media en van ons eigen platform, waarvan we de beste selecteren en samenvatten. Wil je op de hoogte blijven van de beste artikelen, video’s en podcasts over corona? Volg dan onze gids:
Vorige week zondag lichtte mijn collega Johannes Visser een deel van de gids voor jullie uit: namelijk het deel over het coronavirus zelf, over witte bloedcellen, ons immuunsysteem, de verspreiding van het virus en wat we allemaal wel en niet weten over de besmettelijkheid en dodelijkheid ervan.
Deze week breng ik graag een ander deel onder de aandacht. Een deel dat minder over de lichamelijke kanten van het coronavirus gaat, en meer over wat de pandemie met onze psyche doet.
Niet dat die twee volledig los van elkaar te zien zijn, maar dan nog geldt: of je nu in je eentje in quarantaine bent, 24 uur per dag met je partner in dezelfde kamer rondhangt of moeite moet doen de uit-knop van je kinderen te vinden: de maatregelen om het coronavirus te beheersen hebben psychologische gevolgen.
Over die gevolgen verzamelden we tot nu toe genoeg leesmateriaal om je een uur van de straat te houden (haha), maar we hebben elk artikel ook bondig voor je samengevat. Hier komen ze:
Afstand houden is goed én slecht voor ons
Een van de belangrijkste maatregelen die overheden in geïndustrialiseerde landen treffen om het virus te bestrijden, is sociale afzondering, ‘social distancing’. In Nederland mogen we de straat nog op, maar moeten we gepaste afstand tot elkaar bewaren; in Italië en Spanje mag je de deur alleen uit wanneer het echt niet anders kan.
Die maatregel is belangrijk en begrijpelijk, maar in quarantaine zitten kan grote negatieve psychologische gevolgen hebben – leert wetenschappelijk onderzoek. Ook het mijden van sociaal contact zal de komende weken voor veel mensen aardig wat stress opleveren.
Wat kan je doen om het iets gemakkelijker te maken? Wat helpt: geef anderen het gevoel dat ze met hun gedrag (het mijden van fysiek contact) anderen helpen. En wees je er ook zelf van bewust dat het een goede daad is om sociaal contact te mijden.
We zijn niet alleen bang voor het coronavirus, maar ook voor het eenzaamheidsvirus
Een van de vervelendste bijwerkingen van de opgelegde sociale distantie is dat de kans op eenzaamheid toeneemt. Daar gaat dit stuk van Ezra Klein op Vox.com over.
Het lullige is: de groepen die het grootste risico lopen om ernstig ziek te worden bij een besmetting – ouderen en mensen met gezondheidsproblemen – zijn ook in normale tijden het meest vatbaar voor eenzaamheid en sociaal isolement. Nu zij sociaal contact zo veel mogelijk moeten mijden, ligt dat gevaar nog meer op de loer.
Omdat zowel eenzaamheid als sociaal isolement met tal van gezondheidsklachten gepaard gaat, worden de gezondheid en het welzijn van deze kwetsbare groepen dubbel bedreigd: door het virus én door de manier waarop het virus wordt bestreden. We moeten ons dus niet alleen verantwoordelijk voelen voor het inperken van het aantal besmettingen, maar ook voor het tegengaan van de ‘sociale schade’ die nu onvermijdelijk wordt aangericht. Hoe? Bel, skype, en bekommer je!
Er wordt veel over eenzaamheid geschreven dezer dagen. Dat is logisch, gezien de maatregelen. Maar het is ook een teken van een relatief nieuwe kijk op eenzaamheid, waarbij we eenzaamheid zien als een bedreiging van de gezondheid. Die kijk heeft ervoor gezorgd dat in veel landen al langer een ‘strijd tegen eenzaamheid’ wordt gevoerd – en die strijd zegt veel over de tijd waarin we leven, pandemie of geen pandemie.
Wat als sociale afzondering niet mogelijk is?
Eenzaamheid en de angst voor eenzaamheid spelen niet overal ter wereld op: ze zijn alleen een probleem in landen waar afstand houden een optie is.
Thuiswerken en zo veel mogelijk bij elkaar uit de buurt blijven is mogelijk wanneer je het je kan veroorloven, en in een land als Nederland geldt dat voor relatief veel mensen. Maar in een stad als Lagos, Nigeria, is het simpelweg niet mogelijk je af te zonderen – omdat de fysieke ruimte er vaak niet is, en omdat veel mensen voor hun bestaanszekerheid afhankelijk zijn van deelname aan het openbare leven.
En ook omdat het verzorgen van zieken en stervenden doorgaans niet een taak is van het ziekenhuis, maar van familieleden. In Nigeria en de rest van Afrika geldt: mensen doorstaan moeilijke tijden door elkaar op te zoeken en in gemeenschap voor elkaar te zorgen, niet door zich af te zonderen. Het is dus tijd dat hier naar heel andere oplossingen wordt gezocht.
Wat als je al psychische klachten had?
Ouderen, mensen met chronische long- of hartaandoeningen, nierpatiënten en mensen met een verminderde weerstand behoren tot de ‘kwetsbare groepen’ die nu extra voorzichtig moeten zijn. Maar vergeet vooral mensen met psychische klachten niet: ook zij behoren nu tot de kwetsbaarsten.
Niet alleen omdat bijna 70 procent van de ernstige psychiatrische patiënten ook lichamelijke klachten heeft, maar ook omdat het virus en de bijbehorende maatregelen zeer belastend zijn voor wie al angstig, gestrest of achterdochtig was.
Daar komt bij dat veel psychiatrische patiënten die intern zaten nu naar huis zijn gestuurd, dagbestedingsprogramma’s zijn stopgezet, en de meeste behandelingen nu hooguit per telefoon en video doorgaan. Dat laatste is beter dan niets, maar het is geen goede vervanging voor een belangrijk element van therapie: écht contact.
Tijd voor een herwaardering van de angst
Goed, dus als je nog geen last had van eenzaamheid, stress, of angst, dan is de kans groot dat je daar nu wel mee te maken krijgt. Maar dat hoeft niet altijd erg te zijn.
Neem angst: dat heeft een slechte reputatie – we hebben ‘last’ van angststoornissen, gaan ervoor in therapie, nemen medicatie. Maar zolang angst niet omslaat in paniek, kan het juist goed zijn. Angst is geëvolueerd om ons te beschermen tijdens rampspoed: wie angstig is, zoekt een veilige plek op.
Dat is tijdens een pandemie als deze normaal en wenselijk. Toch zijn we niet allemaal angstig: zeker een paar weken geleden, toen de ernst nog lang niet overal was doorgedrongen, sloten sommigen van ons zich uit voorzorg op in huis, terwijl anderen expres nog even lekker naar een nachtclub gingen.
Dat laatste was misschien een uiting van een verlangen naar controle en autonomie, maar verstandig was het niet. Het is hoog tijd om in te zien dat angst niet altijd een obstakel is dat we uit de weg moeten ruimen; dat het wel degelijk een goede raadgever kan zijn. Zolang angst niet omslaat in verlangende paniek, kan je je er best door laten leiden – door maatregelen te nemen, voorzichtig te zijn en afstand te houden.
Waar je in elk geval niet bang voor moet zijn, is dat de maatregelen die je trof achteraf overdreven blijken te zijn.
Stel dat het aantal besmettingen en het aantal doden over een paar maanden lager blijkt te liggen dan in de heftigste scenario’s. Dan zal je nooit weten welke rol jouw gedrag precies heeft gespeeld. Of je te weinig, genoeg of overdreven veel hebt gedaan. Maar stel je het omgekeerde voor: dat het effect tegenvalt, dat blijkt dat we niet genoeg hebben gedaan. Het ongemakkelijke gevoel dat we misschien overdrijven, is een teken dat we iets goed doen.
En de kinderen?
Op dit moment gaan schoolgaande kinderen niet naar school: ze zitten thuis. Voor ouders die de zorg voor hun kinderen proberen te combineren met (thuis)werken en thuisonderwijs, kan dit behoorlijk taai zijn – om niet te zeggen: stressvol. Volgens thuisonderwijsexperts is stress deels te voorkomen, onder meer door ’s ochtends meteen te beginnen (dan hebben kinderen veel energie), de lat niet te hoog te leggen en het nuttige met het, eh, nuttige te verenigen: ‘huishoudelijke taken zijn goede educatieve momenten’.
Voor ouders is het een grote verandering, maar voor kinderen natuurlijk ook. Zelfs in de meest stabiele gezinnen, vertellen experts in The New York Times, zullen woede-aanvallen, slaapproblemen en gedragsproblemen waarschijnlijk toenemen. Maar afgaande op onderzoek naar de effecten die bijvoorbeeld Hurricane Katrina en de Tweede Wereldoorlog hadden op kinderen, zullen zij die van tevoren al een veilige, stabiele en hechte relatie met een opvoeder hadden op de lange termijn waarschijnlijk weinig psychologische schade ondervinden van de pandemie.
Waar experts zich wél druk om maken, zijn de gevolgen van thuisisolatie voor kinderen wier ouders het om wat voor reden dan ook niet lukt om onderwijs te verzorgen, en die zo een onderwijsachterstand oplopen. Ook voor kinderen in een onveilige thuissituatie is de schoolsluiting een probleem, en kinderen wier ouders nu grote financiële stress ervaren kunnen daar zelf ook een knauw door oplopen.
Wat verscheen er verder op De Correspondent?
We maakten deze week ook een aantal andere goede stukken, buiten dit thema, die ik nog graag met je wil delen: