Nederland leest anderen de les over deugdzaamheid maar gedraagt zich als sprinkhaankapitalist

Marc Chavannes
Correspondent Politiek

Het is een oude ervaringsregel dat de Europese Unie vorm krijgt in tijden van crisis. Dat blijkt ook deze weken waarin het coronavirus hardhandig huishoudt. De tot elkaar veroordeelde lidstaten strijden om het hardst, smekend om begrip en solidariteit. Zoals meestal lijkt het alleen om geld te gaan. De Nederlandse politiek heeft grote moeite de andere dimensie van Europa te zien.

De finale van is donderdagavond in een gelijkspel geëindigd. Zowel Wopke Hoekstra als zijn Italiaanse collega Roberto Gualtieri claimden na een marathon-onderhandeling dat zij aan het langste eind hadden getrokken. Voor de verlenging op naar de Europese Raad van regeringsleiders die het reddingsplan voor de EU definitief moet vaststellen.

Volgens minister Hoekstra is er een goed en bereikt voor Nederland en Europa; alleen coronagerelateerde steunaanvragen kunnen zonder voorwaarden uit het Europese noodfonds EMS worden gefinancierd, van euro-obligaties kan geen sprake zijn.

Een goed compromis?

De Italiaanse minister Gualtieri (via Google Translate): ‘We hebben de Europese obligaties op tafel gelegd, de voorwaarden van het EMS van tafel gehaald. We leveren een ambitieus voorstel aan de Europese Raad. We zullen vechten om het te bereiken.’

Te lezen is dat zij elkaar voor geen meter hebben overtuigd. Het is zelfs de vraag of zij bij benadering begrijpen wat de ander drijft

Een goed politiek compromis kan door de meeste deelnemers als een overwinning worden uitgelegd. In dit geval is uit de verklaringen van de grootste kemphanen te lezen dat zij elkaar voor geen meter hebben overtuigd. Het is zelfs de vraag of zij bij benadering begrijpen wat de ander drijft.

Zonder in culturele clichés te willen vervallen, in Italië wordt de steun door ‘Europa’ als een emotionele noodzaak ervaren om met elkaar verder te kunnen. Dat is een politieke realiteit: als de Unie nu een broeder in de hoogste nood niet helpt-zonder-vragen, dan zullen de anti-Europese krachten daarvan ongetwijfeld profiteren. Dat brengt de EU in ernstig gevaar.

Italië heeft gezien hoe de ‘redding’ van Griekenland vooral de banken uit Duitsland, Frankrijk en Nederland ten koste van gewone Grieken. Financiële steun onder vergelijkbare voorwaarden zien de Italianen als een regelrechte vernedering én ze zien het niet als een goed economisch recept.

Die emotionele realiteit wordt gesteund door harde feiten.

EU-burgers hebben in ongelijke mate profijt van de grote interne Europese markt. Een relatief klein, sterk van de export afhankelijk EU-land als Nederland heeft veel voordeel. Nederlandse burgers profiteren gemiddeld voor 1.500 euro per jaar van de EU. Burgers van zuidelijke lidstaten veel minder: Spanjaarden gemiddeld 590 euro, Portugezen 500 euro, Grieken 400 euro. Het welvarende (en nu het meest getroffen) noorden van Italië komt niet verder dan 1.000 euro; profiteren aanzienlijk minder van de EU.

De dokter die het horloge uit het nachtkastje meeneemt

Een argument dat wel circuleert maar tot nu toe in de discussie geen grote rol speelt, is wat belastingparadijs Nederland kost aan andere lidstaten. Het Tax Justice Network heeft berekend dat de brievenbusfirma’s op de Zuidas alleen Italië al 1,5 miljard euro aan vennootschapsbelasting doen mislopen. Vergelijk daarmee de 1 miljard die Rutte en Hoekstra Italië wilden schenken als coronafooi nadat Zuid-Europa te hoop was gelopen tegen de suggestie van Hoekstra dat eerst es moest worden uitgezocht hoe het kwam dat sommige lidstaten (lees: die in Zuid-Europa) hun boekhouding niet op orde hadden.

Frankrijk loopt jaarlijks 2,7 miljard euro belastingopbrengst mis door Duitsland 1 miljard en Spanje bijna 1 miljard euro. In totaal mist de hele EU door de Zuidas 10 miljard euro aan Europese belastingopbrengsten.

Bijna 8 miljard lekt weg naar weer andere belastingparadijzen en blijft in de kassa’s van bedrijven die ‘legaal’ te weinig belasting betalen

En als Nederland er nou rijk van werd, dan was het nog handige diefstal. Maar Nederland vangt ‘maar’ 2,2 miljard. Bijna 8 miljard lekt weg naar weer andere belastingparadijzen en blijft in de kassa’s van al die grote bedrijven die wereldwijd ‘legaal’ te weinig belasting betalen. 

Als je dit soort cijfers leest is het niet verwonderlijk dat Nederland in Zuid-Europa niet zo’n geweldig goede naam heeft. ‘Weinig empathisch’, zoals minister Hoekstra na zijn eerste rondje knokken in de Eurogroep is nog het minste. Soms heb je een wat botte, maar bekwame dokter. Namens Nederland was hij een dokter die het horloge uit het nachtkastje meenam.

Het erge is dat hij het deed met volle steun van een ruime meerderheid in de Tweede Kamer. Dit onthult opnieuw dat het Nederlandse debat over de Europese Unie zich grotendeels in euro’s afspeelt. Ook al is er best wat te zeggen voor voorzichtigheid, als het gaat om het uitgeven van door alle eurolanden gedeelde euro-obligaties. Sommige lidstaten hebben een wat lossere omgang met geleend geld.

Het is ook niet per se de schuld van Duitsland en Nederland dat Italië z’n overheidsfinanciën niet zo boeiend vindt. Recente kabinetten hebben in Nederland na de bankencrisis van 2008 zo sterk bezuinigd dat er nu veel geld geleend kan worden, maar tegen welke prijs?

Er is veel maatschappelijke en medische zorg kapotgemaakt. We hebben te kleine voorraden van geneesmiddelen en medische apparatuur en hulpmiddelen aangehouden omdat we collectief zijn gaan dromen van just in time supply chains. Met China als werkplaats aan de rand van het dorp.

Een gebaar van fatsoen had net zo goed gekund

Daar nu zo trots op zijn dat je landen die aan de beademing liggen gaat toespreken over hun staatshuishouding is niet alleen lomp maar ook contraproductief.

Hetzelfde doel – minimumleningsvoorwaarden vastleggen – had ook kunnen worden bereikt met een wolk van warmte en betrokkenheid. En vertrouwen wekken met een serieus plan om die aso brievenbusfirma’s de Zuidastempel uit te trappen. Als gebaar van Europese solidariteit en gewoon fatsoen. Europa als waardengemeenschap.

Intussen, als de Kamer weer wat vaker z’n werk gaat doen, zou het geen overbodige luxe zijn hard met elkaar na te denken hoe de fouten van de vorige crisis kunnen worden voorkomen. De banken die met publiek geld zijn gered, moesten meer buffers aanhouden, maar kregen al vrij snel de gebruikelijke concurrentiepraatjes en zijn nog steeds kwetsbaar.

Hoe voorkomen we dat de – door al die knappe bezuinigingen van Rutte I en II – ernstig verzwakte publieke sector nu het halve bedrijfsleven mag redden en straks als een leeggemolken koe opnieuw zwaar moet gaan bezuinigen, terwijl de overlevers weer lekker winst gaan maken op de o zo vrije markt?

Wat heeft dat met de redding van Italië en Spanje te maken? Alles.

Nederland gedraagt zich als een sprinkhaankapitalist en leest anderen de les over hun deugdzaamheid. Beter hartelijkheid te tonen, ingebed in praktische en hoogst nodige voorstellen om de uit de hand gelopen marktidealisering in Europa aan te pakken. Piketty in de praktijk. Dat begrijpen ze in Frankrijk, Spanje en Italië veel beter.

Lees verder: