Alain de Botton laat in het Rijksmuseum de prachtige toekomst van musea zien
De populaire filosoof Alain de Botton (1969) en kunsthistoricus John Armstrong (1966) hebben in het Rijksmuseum post-its geplakt waarop ze de therapeutische werking van kunstwerken beschrijven. ‘Art is therapy,’ vinden zij, en de directeur van het museum liet dat in neonletters op de gevel zetten.
Een twittervriend van mij liep erlangs en stak zijn middelvinger op:
Hij staat niet alleen in zijn kritiek. ‘Why Alain de Botton is a moron,’ kopte het Britse tijdschrift The Spectator. Het Rijksmuseum zou zich moeten ‘schamen’ dat ze haar bezoekers met de quasi-therapeutische teksten van De Botton confronteert.
Ik ontdekte Alain de Botton in mei 2012, toen ik op vakantie zijn boek The Art of Travel (2012) las. Een rijk boek waarin De Botton, gezeten op de schouders van onder andere de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche en Victoriaans alleskunner John Ruskin, vertelt dat reizen niet om de bestemming gaat, maar om je blik op de wereld.
Daarna heb ik meer boeken van hem gelezen. Hij is zo’n auteur die de leergierigheid in me oproept, die me prikkelt de klassiekers te lezen die hij aanhaalt. Weinig mensen kunnen de filosofie en hogere cultuur op zo’n intelligente manier toegankelijk maken als Alain de Botton.
Maar hij is ook een sentimentele man. Niemand, niemand!, twittert zo weeïg als De Botton. ‘Mental health: having enough safe places in your mind for your thoughts to settle,’ of: ‘Bitterness: anger that forgot where it came from.’ Mijn hemel.
En dat dacht ik ook na één minuut in het Rijksmuseum. In een lange rij voor de garderobe zag ik de eerste post-it van De Botton hangen:
‘Waiting in the queue has become a feature of the Rijksmuseum experience.’
Ja. Dat zou ik ook zeggen als ik net als u gewoon via de achteruitgang naar binnen kon, meneer de gastcurator. Wachten is bloedirritant, ook voor het Rijksmuseum.
Toen ik mijn tas bij de garderobe afgaf, viste ik daar nog snel mijn iPad uit. Het museum biedt rondleidingen gratis op je smartphone en tablet aan. Een spannend muziekje klinkt en een Nederlandse man draagt de teksten van De Botton voor: ‘We willen de kunst je leven een beetje lichter laten maken. Dit is een kans om de therapeutische kracht van kunst te ervaren.’
Het draait dus niet alleen om kunst, het draait om wat kunst met je doet. En aangezien we allemaal in niets zo geïnteresseerd zijn als in onszelf, is dat een uitstekend uitgangspunt voor een wandeling. Ongelooflijk wat die Vermeer gedaan heeft, maar wat heb ik eraan?
Daarmee impliceert De Botton dat alleen de schoonheid van Vermeers Straatje (1658) ervaren niet genoeg is. Hij wil ook graag dat we het schilderij zien als een ode aan ‘de Nederlandse bijdrage aan het universele begrip geluk,’ te weten: ‘dat het voldoende is om de bescheiden taken uit te voeren die van ons allen worden verwacht.’ Zoals het aandachtig repareren van je kleding of het vegen van een binnenplaats.
Zo had ik er nog nooit naar gekeken. Sterker nog, ik had me er tot dan toe alleen maar aan vergaapt. Voorbij de vergaping, met De Botton. Zoals bij De Nachtwacht. Ja, indrukwekkend. Belangrijkste schilderij van Nederland, vind ik ook. Al talloze keren vol ontzag naar gekeken.
Maar pas door De Botton zag ik de grote ironie. ‘Je staat in een menigte en je kijkt naar een schilderij van een menigte. Maar er is een verschil. Jouw menigte is anoniem en er kan niets goeds uit voortkomen. Het liefst zou je hier alleen zijn. Terwijl het kameraadschap op het schilderij licht brengt op een donkere regenachtige dag.’ Een verrassende observatie die mijn bezoek verrijkt.
Of neem De Slag bij Gibraltar (1621) van Cornelis Claesz. van Wieringen. De Botton grijpt dat werk aan als een pleidooi voor het actief bestrijden van het kwaad, in plaats van alleen maar te polderen en je eigen vechtlust en overwinningsdrang te moeten onderdrukken. ‘Ook goedheid moet kracht bezitten.’
Terwijl ik de zeeslag bekijk, hoor ik een rondleider naast me een groep jongeren vertellen over hoe ze vroeger poepten op zo’n schip. ‘Je maakte je billen schoon met je nagels.’ Lekker gruwelen, zoals we denken dat tieners dat graag willen. Maar morgen zijn ze het vergeten. Terwijl zo’n pleidooi van De Botton hen misschien hun leven lang inspireert.
Voor mij ging het schilderij er in ieder geval meer door leven.
Het contrast tussen de officiële zaalteksten en die van De Botton is groot. Het museum doet vooral technische en historische mededelingen, De Botton begint steevast over je psyche.
Dus bij Riviergezicht bij maanlicht (1640 - 1650) van Aert van der Neer meldt de zaaltekst hoe de schilder met enkele kleuren verf ‘de volmaakte illusie van een maannacht’ wist te scheppen. De Botton roept je ondertussen op bij volle maan langs een rivier te lopen om een staat van ‘verhoogd bewustzijn’ te ervaren en je te realiseren hoe vreemd het is dat we hier op aarde rondlopen.
En ja, dat laatste is weer behoorlijk sentimenteel. Soms schiet De Botton door. Zoals bij het Joodse Bruidje, waardoor je zou moeten leren erkennen dat je wél mooi en bijzonder genoeg bent om van te houden.
Pff.
Of bij een verzameling prenten uit de zestiende eeuw, over de rol van geld. Waar de post-its niet verder gaan dan een wollige tekst met als pointe: ‘geld maakt niet gelukkig.’
Joh.
Alain de Botton gaat functioneel door de knieën
Tegelijkertijd loop ik wel mooi het prentenzaaltje in en bekijk ze allemaal één voor één. Normaal doe ik dat nooit, prenten interesseren me niet. Maar nu loop ik uit nieuwsgierigheid naar binnen. Blijkbaar ben ik zo door De Bottons blik gefascineerd dat ik nu wel aandacht voor de prenten weet op te brengen. Hij is de explicateur waar ik in een eerdere column om vroeg. Iemand die functioneel door de knieën gaat en een referentiekader voor de kijker buíten de kunstwereld biedt.
Dit was verreweg het inspirerendste bezoek dat ik ooit aan het Rijksmuseum bracht. Want naast de verwondering, werd ik ook geprikkeld na te denken over de therapeutische werking.
Gezien het succes van De Bottons boeken kan zijn invalshoek honderdduizenden bezoekers van het Rijksmuseum helpen met het beleven van de kunst. Dat past bij de missie van het nationale instituut en is een fantastische zet.
En dat brengt me bij mijn oproep aan alle critici van De Bottons post-its. Houd alsjeblieft op je eigen beleving voorop te stellen. Oké, jij hebt geen behoefte aan zijn invalshoek. Of überhaupt niet aan enige gidsing. Maar ontzeg het die talloze mensen die er wel behoefte aan hebben niet. Het zijn niet voor niets post-its, je kunt ze negeren. Het zijn toevoegingen, geen definitieve interpretaties.
Dat De Bottons benadering van de kunst niet voor iedereen is, soit. Gelukkig leven we in een tijdperk waarin het voor musea steeds makkelijker wordt verschillende invalshoeken per collectie aan te bieden. Gewoon een app beschikbaar stellen en bezoekers kunnen de gewenste invalshoek kiezen.
Of je kiest voor de historische feiten bij De Slag om Gibraltar - ‘zo poepten de scheepslui’ -, of voor de technische toelichting - ‘let op hoe de triomf over wordt gebracht’ - of voor de zelfhulp ‘stop met het vermijden van conflicten.’ Of je maakt je eigen mix (ik zou de eigen zaalteksten van het Rijksmuseum ook niet willen missen): met nieuwe technieken kunnen we dat allemaal mogelijk maken.
De Bottons wandeling lijkt me een uitstekende voorzet voor een rijkere museumbeleving. Handen uit de mouwen dus, en niet alleen om je middelvinger op te steken.