Onze toekomst was bij Rutte III niet in goede handen
Rutte III zou ‘het groenste kabinet ooit’ worden. De afgelopen jaren hebben we inderdaad stapjes vooruit gezet op het gebied van klimaat en milieu. Maar eerder ondanks dan dankzij het kabinet, dat van crisis naar crisis struikelde.
Verkiezingen zijn heel erg belangrijk, maar ook heel erg waan van de dag. Dus leek het mij – u leest hier tenslotte De Correspondent – aardig om dit artikel te beginnen met een uitstapje naar een gebeurtenis die 2,4 miljard jaar geleden plaatsvond en die de hele aarde zou veranderen.
Ja, echt. Er was nog geen meercellig leven en er waren nog geen planten; er zwom nog niets door de zee en er kroop nog niets over de aarde. Maar toen ontdekten de zogenoemde cyanobacteriën fotosynthese en begonnen ze zuurstof aan de lucht toe te voegen.
Wat hier gebeurde was groter dan de grootste vulkaanuitbarsting, groter dan de schurende bewegingen van de aardplaten, groter dan bijna alles wat ooit gebeurd was op aarde: deze bacteriën veranderden de planeet totaal. Een groot deel van de andere eencellige levensvormen legde het loodje, omdat zuurstof daarvoor giftig bleek.* Andere levensvormen begonnen zich juist te ontwikkelen: zo ontstonden ongeveer een miljard jaar geleden planten toen zij het trucje (fotosynthese) van de cyanobacteriën overnamen.
Het duurde toen nog eens bijna 500 miljoen jaar voordat de zuurstofconcentratie in de lucht op het niveau kwam waar die nu is. Pas toen kwam de evolutie in een stroomversnelling en ontstonden vissen, vogels en alle andere dieren die je kent. Allemaal met dank aan de omstandigheden die de oerbacterieën hadden gecreëerd.
Waarom dit nu zo relevant is? Omdat deze geschiedenis laat zien dat het leven op deze planeet niet zomaar bestaat – het is mogelijk gemaakt door de natuur. En het speelt zich niet af op een of ander stabiel podium (‘het wereldtoneel’), maar in een dun schilletje van water en lucht rondom de aardkorst. De omstandigheden in dit schilletje bepalen alles.
Want alleen binnen dit schilletje is leven, alleen hier gebeurt het. Hier hangen gassen in de lucht die bepalen welk klimaat er heerst. Hier werken bacteriën, schimmels, planten en dieren samen om de energie van de zon te oogsten en elkaars eten te produceren. Hier leven al die organismes, waaronder de mensheid. Alleen hier, voor zover we weten.
En zoals de cyanobacteriën het aangezicht van de aarde 2,4 miljard jaar geleden totaal veranderden, zo doen mensen dat nu ook.
Fossiele brandstoffen gaven ons die macht. Door de verbranding daarvan veranderden we in een periode van een paar honderd jaar, op geologische tijdschalen een oogwenk, de samenstelling van de lucht zo substantieel dat het wereldwijde klimaat nu gevaarlijk snel opwarmt.
We weten al bijna een halve eeuw dat we met vuur spelen. Eind jaren zeventig kwamen de eerste duidelijke waarschuwingen over het veranderende klimaat al. Tegenwoordig word je ermee doodgegooid:* de ‘waarschuwing aan de mensheid’ van duizenden wetenschappers,* de jaarlijkse rapporten van het Wereld Natuur Fonds over de teruggang van diersoorten,* en de klimaatrecords die maar blijven sneuvelen, omdat bijna ieder jaar nu warmer is dan het vorige.* De schade is enorm,* vooral in het mondiale zuiden.*
Pas als de schaal van het probleem tot je is doorgedrongen, begrijp je wat er op het spel staat. Alles. De leefbaarheid van deze planeet, onze collectieve toekomst.
Hoe Nederland in de achterhoede bleef
Dat de bewoonbaarheid van de aarde zo ernstig bedreigd wordt, is jammer genoeg niet doorgedrongen tot het derde kabinet van Mark Rutte. Niet echt. Het zelfbenoemde ‘groenste kabinet ooit’ straalde op geen enkele manier de urgentie uit waar de klimaat- en milieucrises om vragen. De schaal en snelheid die nodig zijn om het fossiele tijdperk af te sluiten, waren in geen velden of wegen te bekennen. Voor Nederland geldt wat de VN laatst over de wereld zei: onze inspanningen komen niet eens in de buurt van wat nodig is.*
De richting van het beleid is goed, dat wel. Toen het kabinet-Rutte III in 2017 aantrad, stelde het een ambitieus klimaatdoel: 49 procent minder CO2-uitstoot in 2030 (ten opzichte van 1990). Het kabinet liet een Klimaatakkoord sluiten in de polder, en nam ook zelf stappen:* het introduceerde bijvoorbeeld een CO2-heffing voor de industrie* en een vliegbelasting van 7,85 euro per ticket.* Rutte III zorgde ook dat het bedrijfsleven iets meer meebetaalt aan de verduurzaming van Nederland, al betalen industriële bedrijven nog erg weinig in verhouding tot de uitstoot die ze veroorzaken.
Het tempo waarin we de uitstoot terugbrengen, moet minstens verdubbeld
Maar met het beleid dat tot nu toe is ingezet, komen we in 2030 op een schamele 34 procent minder CO2 uit, geen 49 procent. En ook het nieuwe Europese doel van 55 procent, waarvoor Nederland de afgelopen jaren gepleit heeft, gaan we zo niet halen. Het tempo waarin we de uitstoot terugbrengen, moet minstens verdubbeld.* Die CO2-heffing voor de industrie gaat pas vanaf 2024 een (beetje) effect sorteren,* die vliegbelasting is te laag om een deuk in een pakje boter te slaan, zeggen milieuorganisaties.
Europese doelen op het gebied van energiebesparing en CO2-beperking tot 2020 werden gehaald,* maar bij andere doelen liet het kabinet het erom spannen. Rutte III wachtte tot het uiterste moment om aan het vonnis in de klimaatrechtszaak van Urgenda te voldoen. Dat leidde tot sluiting van een kolencentrale en tamelijk paniekerig sprokkelen van andere maatregelen – het is nog steeds onzeker of het Urgenda-doel van 25 procent minder CO2 in 2020 gehaald is; de cijfers zijn nog niet binnen.
Omdat een ander doel uit Europa – 14 procent hernieuwbare energie in 2020 – buiten bereik bleek, heeft het kabinet ter elfder ure voor 200 miljoen euro aan ‘groene stroomcertificaten’ ingekocht in Denemarken.* Het is niet zeker of het doel daarmee wél gehaald wordt.* Sowieso verkeren we wat duurzame energie betreft in de achterhoede van Europa.*
Ook met de natuur gaat het hier nog steeds matig. Geen ander Europees land heeft zulk vervuild oppervlaktewater. Bijna 90 procent van de leefgebieden van dieren in Nederland verkeert in een ‘ongunstige staat van instandhouding’ – ook daarmee bungelen we in Europa onderaan,* hoewel het met een vijfde van deze habitattypen nu de goede kant op gaat.* Schrale troost.
Stappen vooruit ondanks, niet dankzij het kabinet
Vorderingen op klimaatgebied werden geboekt ondanks, niet dankzij het kabinet. Zo groeide de productie van zonne-energie in Nederland de afgelopen jaren rap.* Maar als het aan de regering had gelegen, was de maatregel die deze snelle groei mogelijk maakt – het zogenoemde salderen – begin dit jaar afgeschaft.* De verdere groei van zonne-energie in Nederland zou daarmee worden afgezwakt.* Pas na onderzoek van TNO en protest van tientallen organisaties kon de verantwoordelijke minister, Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat (EZK), op andere gedachten worden gebracht.
‘Dit kabinet beloofde het een en deed het ander’, zegt Laurie van der Burg, campaigner bij onderzoeks- en lobbyorganisatie Oil Change International. Als voorbeeld noemt ze ‘fossiele subsidies’: (belasting)kortingen en vrijstellingen die de productie en het gebruik van fossiele brandstoffen aanmoedigen.
In internationaal verband verklaart het kabinet al jaren dat zulke subsidies afgeschaft moeten worden, zegt Van der Burg.* Maar pas op aandringen van de Europese Commissie besloot Rutte III in kaart te brengen welke fossiele subsidies Nederland zelf eigenlijk heeft. Het bleek om meer dan 4 miljard euro* per jaar te gaan.
Maar in plaats van deze subsidies af te bouwen of af te schaffen, stopte Rutte III er juist méér geld in. Eind 2020 werd de investeringsaftrek voor gaswinning op zee van 25 naar 40 procent verhoogd. Het doel: bedrijven verleiden op de Noordzee en het Wad naar nieuw aardgas te boren.
‘De rest van de wereld zet wel stappen’, zegt Van der Burg. ‘Denemarken besloot eind vorig jaar nog dat het geen nieuwe vergunningen voor olie- en gaswinning in de Noordzee meer verleent.* Het Verenigd Koninkrijk financiert geen olie- en gaswinning in het buitenland meer.* De Nederlandse regering zet alleen stappen na massale druk, zoals in Groningen. Dat liep totaal uit de hand. Als er niet zo veel mensen de straat op waren gegaan, was er waarschijnlijk ook niks gedaan.’
Het kabinet kwam in actie na crisis (maar wel halfbakken)
‘Het kabinet heeft nauwelijks eigen beleid gemaakt’, bevestigt Urgenda-directeur Marjan Minnesma. Rutte III kwam alleen in actie na crises, zoals het vonnis in de klimaatrechtszaak. Dáárom werd begin vorig jaar 2 miljard euro extra subsidie vrijgemaakt voor duurzame energie.* Dáárom werd vorig jaar een kolencentrale gesloten,* begon het kabinet een onderhandeling over de uitkoop van een tweede kolencentrale, en moeten de drie resterende kolencentrales de komende jaren mogelijk op 35 procent van hun vermogen draaien.
Het was de stikstofcrisis die het kabinet aanzette tot de verlaging van de maximumsnelheid (die Rutte I in 2012 nog had verhoogd) en tot het opschalen van de ‘warme sanering’ van de veehouderij die al in het regeerakkoord van 2017 was aangekondigd. Maar gedwongen krimp van de veestapel was voor dit kabinet onbespreekbaar (voor regeringspartijen CDA en VVD blijft het dat trouwens ook). Met als gevolg dat de neerslag van stikstof in natuurgebieden met huidig beleid in 2030 niet zal zijn gehalveerd, zoals de Europese norm vereist, maar slechts met een kwart zal zijn gedaald. Crisis half opgelost, wachten tot een rechter ook dit beleid als onvoldoende wegzet.
Als het Urgenda-doel van 25 procent minder CO2 in 2020 toch nipt is gehaald, wat nog onzeker is, dan komt dat door de coronacrisis. ‘Maar in december was de wereldwijde uitstoot alweer hoger dan dezelfde maand een jaar eerder’, zegt Minnesma. ‘Ook in Nederland is de uitstoot aan het terugveren. Er moeten structurele maatregelen bij om het vonnis na te leven. Het kabinet weet dat, we zijn met ze in gesprek.’
En het kabinet was hiervoor gewaarschuwd: al sinds het uitbreken van de coronacrisis klinkt wereldwijd de oproep tot ‘groen herstel’, zodat de uitstoot na rampjaar 2020 niet opnieuw zou stijgen. In Nederland hameren de drie grote planbureaus – CPB, SCP en PBL – al sinds mei vorig jaar op een groen en sociaal herstel. Ze kregen geen gehoor. Een groen herstelplan is in Den Haag nog niet waargenomen.
De twee grootste regeringspartijen zien het niet, zegt Minnesma. ‘CDA en VVD hebben totaal geen groen hart. Echt gewoon niet. De afgelopen tien jaar hebben ze op de rem gestaan en geen enkel vernieuwend idee ingebracht. Ze maken zich ook niet echt zorgen. Terwijl dat cruciaal is. Het staat of valt met of je voor je ziet wat er in de tweede helft van de eeuw gaat gebeuren als we onvoldoende doen.’
De regie ontbreekt
‘Van “het groenste kabinet ooit” verwacht ik actie’, zegt ecoloog Louise Vet. ‘Als je doelen stelt, moeten daar consequenties aan verbonden zijn. Die heb ik gemist. Ze hadden veel meer moeten investeren in verzwaring van het elektriciteitsnet, in geo- en aquathermie, de waterstofeconomie, en allerlei soorten zonne-energie. En de boekhouding van onze economie staat nog steeds haaks op wat we nodig hebben. Nieuwe materialen zijn nog steeds goedkoper dan gerecyclede, er heeft geen belastingverschuiving plaatsgevonden van arbeid naar consumptie, en de vervuiler betaalt nog steeds niet voldoende.’
Het is toch bizar dat we papier recyclen om bomen te sparen, maar vervolgens bomen verbranden om energie op te wekken?
Wat vooral ontbreekt, zegt Vet, is een integrale blik en regie van de Rijksoverheid.* ‘We moeten verschillende uitdagingen tegelijk aanpakken. De regering wil bijvoorbeeld een ‘circulaire economie’ en daar ligt een enorme kans: als je meer circulair gaat werken, lever je ook een gigantische bijdrage aan de oplossing van het klimaatprobleem.* Maar ons huidige klimaatbeleid staat juist haaks op de circulaire economie! We verbranden biomassa in kolen- en biomassacentrales. Dat levert juist méér CO2-uitstoot op en het vernietigt de bossen die de CO2 juist moeten opnemen. Het is toch bizar dat we papier recyclen om bomen te sparen, maar vervolgens bomen verbranden om energie op te wekken?’
Ook op grondgebruik ontbreekt de overheidsregie. ‘Je zou aan bedrijven met veel grond eisen kunnen stellen: dat ze hun eigen energie produceren, hun eigen water zuiveren, en biodiversiteit genereren op die plek. Al die dingen zijn mogelijk, maar dan moet de overheid wel kaders stellen.’ Om dezelfde reden is natuurinclusief bouwen nog niet van de grond gekomen, zegt Vet.
Van der Burg, Minnesma en Vet zijn er alle drie van overtuigd dat de transitie naar een duurzame samenleving zal doorzetten, ongeacht het overheidsbeleid. ‘Dat heeft alles te maken met groeiende druk vanuit de samenleving en de aantrekkelijkheid van duurzame alternatieven’, zegt Van der Burg. ‘De vraag is hoe het nieuwe kabinet zich daarvoor gaat inzetten; gaat het op de bestuurdersstoel zitten of gaat het ze overkomen?’
Hoe het debat over kernenergie uitstel in de hand werkt
Tijdens de huidige campagne blijkt dat er wel een belangrijke verandering heeft plaatsgevonden: alle partijen zijn af van het idee dat ‘de markt’ het klimaatprobleem zal oplossen. Jarenlang was dat het dogma in Den Haag: dat meer marktwerking op de energiemarkt zou leiden tot lagere prijzen, betere service én schonere energie.* De staat volgde de markt door te kiezen voor de goedkoopste oplossingen om de CO2-uitstoot terug te brengen – ‘kosteneffectiviteit’ oftewel the biggest bang for your buck was jarenlang hét criterium voor klimaatbeleid. Daarom was biomassa ook zo populair: dat was relatief goedkoop, maar leverde op papier veel groene energie op. Vooral VVD en CDA hielden er daarom aan vast.*
Nu nemen alle partijen behalve het CDA afstand van biomassa voor elektriciteitsproductie, omdat daar zulke grote nadelen aan kleven, zoals de milieubeweging al bijna tien jaar zegt. In plaats daarvan willen VVD en CDA – en ook Forum en PVV – nu nieuwe kerncentrales bouwen in Nederland, zodat we na 2030 niet alleen op zonne- en windstroom hoeven te rekenen. (ChristenUnie en D66 sluiten nieuwe kerncentrales niet uit, PvdA, GroenLinks, Partij voor de Dieren en SP doen dat wel.)
Hoe legitiem deze discussie ook is – je kunt nieuwe kerncentrales alleen uitsluiten als je van mening bent dat de nadelen van kernenergie groter zijn dan de nadelen van opwarming, wat discutabel is – kernenergie is in elk geval niet de goedkoopste oplossing om de CO2-uitstoot te beperken. Kennelijk is dat streven losgelaten. Dat is winst, want het creëert ruimte voor visie en politiek; een debat over wat we nodig hebben, in plaats van wat het betaalbaarste is.
Nederland zou in diezelfde geest ook eindelijk serieus industriebeleid moeten gaan voeren, zegt Minnesma: keuzes maken over welke industrie we in Nederland willen behouden, en vervolgens ook de (grote) investeringen doen die nodig zijn om die industrie toekomstbestendig te maken. Aan geld geen gebrek, dat liet de coronacrisis zien.
Aan het debat over kernenergie kleeft ondertussen wel een nadeel: het gaat op z’n vroegst over tien jaar een verschil maken, want zo lang duurt het minstens om een nieuwe kerncentrale te bouwen. Over wat partijen de komende tien jaar willen doen om de uitstoot te halveren (het doel dat het kabinet zelf stelde), gaat het nauwelijks. Terwijl juist de komende tien jaar cruciaal zijn. En impliciet werkt praten over oplossingen na 2030 wel uitstel in de hand: misschien zijn al die windmolens dan toch niet nodig?
Hoe een groene stem bij deze verkiezingen eruitziet
Hoe dan ook valt er, sorry voor het cliché, bij deze verkiezingen echt wat te kiezen. Alle partijen behalve Forum en PVV erkennen het klimaatprobleem. Maar alleen de Partij voor de Dieren, GroenLinks en D66 maken van klimaat en milieu een topprioriteit in hun programma. Van de partijen die nog niet in het parlement zitten, doen BIJ1 en Volt dat ook.
Er rijst een vrij consequent beeld op als je kijkt naar hoe de politieke partijen de afgelopen vier jaar stemden in het parlement, wat zij nu opschreven in hun programma’s en wat uit de klimaatdoorrekening van het PBL blijkt (voor de partijen die daaraan meededen, dan). Namelijk dat Partij voor de Dieren, GroenLinks en D66 verder gaan dan alle andere om de klimaat- en milieucrises aan te pakken. CDA, D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren willen de burger ook serieus bij deze gigantische uitdaging betrekken, wat nodig is.
Maar goed, iedereen kent de debatten en de peilingen. Dat dunne schilletje vol leven staat hier niet echt hoog op de agenda. Historici van de toekomst zullen zich hierover het hoofd breken: hoe kon het dat de meerderheid van een welvarend volk niet stemde op partijen die hun land koste wat kost voor de klimaatcrisis wilden behoeden?