Kijken: Zo kan een levensgevaarlijk Rotterdams kruispunt er ook uitzien

Thalia Verkade
Journalist, gespecialiseerd in mobiliteit en duurzaamheid

Kunstenaar Jan Kamensky maakte voor De Correspondent een animatie van een levensgevaarlijk kruispunt in Rotterdam, waar hij alle auto’s en uitlaatgassen laat verdwijnen – en zo een mislukt experiment terugdraait.

Vimeo plaatst cookies bij het bekijken van deze video Vimeo

Op de video hierboven zie je een kruispunt in Rotterdam-Noord: de plek waar en de Benthuizerstraat elkaar kruisen. In een minuut tijd laat de Hamburgse kunstenaar Jan Kamensky de auto’s en de uitlaatgassen verdwijnen en bomen verschijnen,

In dat laatste, kalme frame lijkt de leefomgeving meer op hoe het was toen de straten net waren aangelegd, in 1908, dan op het heden. 

Net als toen is er weer alle ruimte om te flaneren. Ook toen, honderddertien jaar geleden, stonden de mensen gewoon op straat. Hadden ze de bomen die Kamensky laat groeien toen meteen aangeplant, dan waren ze nu zo groot geweest als in zijn animatie.

In 1908 was het gebouw op de hoek van het kruispunt nog veel lager. Er zat een postkantoor en een theater, Rond de Tweede Wereldoorlog werd het theater een bioscoop (Victoria) met een wekelijks ochtendprogramma voor kinderen. Het was de belangrijkste bios van Rotterdam-Noord: je fietste of liep hierheen.

Kamensky haalt de mensen uit de auto en verandert de verkeersdrukte in menselijke drukte, zoals je die ook ziet op een foto uit 1932. Kindjes kunnen weer zelf oversteken, net als je ze dat destijds ook zag doen:

Echte verkeersstraten werden dit pas na de Tweede Wereldoorlog. In 1971 werd de bioscoop gekocht en omgebouwd tot een gigantische elektronicawinkel, de Correct, waar iedereen uit het hele land naartoe kwam: met de auto. Sindsdien ziet de straat er zo uit als aan het begin van de animatie. Hieronder zie je nog een foto van vorig jaar (De Correct is inmiddels vertrokken, er komen nu appartementen in het gebouw).

De kruising vorig jaar. Foto: Boudewijn Bollmann.

Een experiment. Wat is het experiment?

Vier jaar geleden schreef ik een verhaal op De Correspondent over het succes van verkeersexperimenten: tijdelijke aanpassingen die mensen ertoe moeten verleiden om de auto te laten staan.

Elders in de stad, in Rotterdam-West, begon de gemeente met andere verkeersexperimenten, die nu in de volksmond bekend staan als Een rijbaan minder voor mensen in de auto, meer opstelruimte voor mensen op de fiets.

Je kunt die experimenten ook zien als een poging om uit Het Echte Experiment te komen. Iedereen die na de jaren vijftig geboren werd, is opgegroeid in het allergrootste straatexperiment aller tijden. Maar omdat het al zo lang duurt, realiseer je je het niet meer zo, hoe gek het eigenlijk is wat we aan kosten accepteren om dat experiment door te laten gaan: de aanrijdingen met vreselijke gevolgen die maar door blijven gaan, de vuile lucht, de herrie en een intimiderende leefomgeving waar mensen zich bang voelen en waar kinderen geen kind kunnen zijn.

Wat als we nu leven in de anomalie in de geschiedenis van het straatleven?

Tot in de jaren zeventig gebruikten Amsterdammers in verkiezingstijd de straten waaraan de krantenredacties huisden om daar – midden op straat – samen te komen en fel te discussiëren over politiek. Dáár was de straat toen voor. Niet voor verplaatsingstechnologie die twee levens per dag eist.

Het is nog helemaal niet zo lang gaande, dat snelle mobiliteit het straatleven dicteert. Dat kwam pas met de opkomst van de modernistische religie in de jaren twintig van de vorige eeuw, die predikte dat mensen zich boven alles comfortabel, snel en efficiënt van huis naar hun werk Na de oorlog kwam daar ook nog het doel van economische welvaart bij, boven het bredere welzijn van de samenleving. Voor het platgebombardeerde Rotterdam werd moderne welvaart de weg vooruit. En de auto is daarvan het symbool.

Als je het zo bekijkt, dan zijn wat Rotterdam en de rest van de wereld ‘experimenten’ noemen, niet meer dan pogingen om uit het Echte Experiment te komen. Waarbij je zo makkelijk verstrikt raakt in de verkeerstaal die zo vaak de auto niet benoemt, omdat alles per definitie om de auto draait: theorie-examen, parkeerplaats, rijbaan. Van alles waar de auto niet centraal staat maakt de verkeerstaal een uitzondering: fietsstraat, auto te gast, experiment.

Zelfs als het niet om auto’s gaat in een straat – dan staat de auto in onze gedachten daar nog steeds centraal:

Misschien kunnen we van ‘herstelwerkzaamheden’ spreken, waar we het nu over ‘autoluwe experimenten’ hebben. Jan Kamensky laat een van de vele manieren zien waarop die herstelwerkzaamheden kunnen plaatsvinden.

Meer lezen?