Leren leven zonder likes
Twee jaar geleden had mijn kapper een gebroken hand. Of het goed was als zijn leermeerster me knipte. Die richtte ooit een kappersketen op, verkocht haar en blikte tijdens het knippen terug op zijn carrière. ‘Lees The Fountainhead van Ayn Rand.’ Met dat advies besloot hij zijn betoog.
Ik noteerde de titel op mijn telefoon en ging frisgekapt verder met mijn leven.
Een paar maanden later. Voor een literair programma vroeg ik aan voormalig Amerika-correspondent Max Westerman naar een boek dat van grote invloed op hem was geweest.
The Fountainhead, zei hij.
Ik was om en waagde me aan deze dikke ideeënroman uit 1943, waarmee de gevaarlijke auteur Ayn Rand ooit was doorgebroken. Mocht je haar niet kennen, Rands bekendste werk is de kredietcrisis van een paar jaar terug.
Ze is de vrouw waar de Verenigde Staten hun winnaars-en-verliezersonderscheid aan hebben overgehouden. Zij beïnvloedde bijvoorbeeld Alan Greenspan, de man die negentien jaar lang voorzitter van de Amerikaanse centrale bank was en volgens critici hoofdverantwoordelijke voor de crisis.
Mocht je haar niet kennen, Rands bekendste werk is de kredietcrisis van een paar jaar terug
Rand vond dat iedereen zich alleen maar om zichzelf hoeft te bekommeren. Je hoeft niemand te helpen - ook zij die in ongelukkige omstandigheden geboren zijn niet - door bijvoorbeeld zoiets belachelijks als belasting betalen. Neoliberalen zijn dol op haar.
Tot mijn verbazing vond ik haar roman fantastisch.
Dus toen ik hoorde dat Toneelgroep Amsterdam een bewerking op de planken zou brengen, wilde ik er direct heen. Afgelopen zondag zag ik hoe regisseur Ivo van Hove 700 bladzijden had teruggebracht tot vier uur meeslepend toneel.
The Fountainhead draait om twee architecten: Howard Roark en Peter Keating.
Roark ziet zichzelf als kunstenaar en buigt voor niemand.
Keating is een sluwe pleaser die opklimt door strategisch te conformeren.
Roark weet precies wat hij zelf wil en wat goed is.
Keating zoekt continu naar bevestiging, vooral die van Roark.
Je wilt Roark zijn. Roark is de echte schepper. Roark weet dat wat hij doet, goed is, omdat híj het goed vindt. Roark is Steve Jobs. De man die voor de Grote Veranderingen zorgt. Keating is het schrikbeeld. Een windvaan, die zijn eigenbeeld volledig aan de erkenning van anderen ontleent. Gedoemd om ten onder te gaan.
Maar het is onmogelijk om als Roark te worden.
Hoe word je Roark?
Vorig jaar bezocht ik al eens een toneelstuk over Ayn Rand, Superkapitalisten. De acteurs legden in het stuk precies uit waarom ze het ‘Roark-schap’ nooit konden bereiken. Vrij geciteerd: ‘Ik wil alleen maar stukken spelen waar ik volledig achter sta, maar af en toe moet ik een reclamestem inspreken om te overleven.’
Of, zoals Bart de Graaff het zei: ‘Je hebt principes en je hebt vaste lasten.’
Maar zelfs na het winnen van een loterij is het onmogelijk Roark te worden. Een Roark bén je. Een Roark heeft geen likes, retweets of shares nodig om te bepalen dat wat hij gemaakt heeft, goed is. Een Roark slachtoffert zijn grote liefde nog voor zijn werk.
Je hebt principes en je hebt vaste lasten
Bovendien is Roark een klootzak. Wanneer zijn opdrachtgevers concessies doen aan zijn ontwerp voor een appartementencomplex voor de allerarmsten, blaast hij de bouwplaats op.
Iedereen moet voor de ideeën van Roark wijken, zelfs de allerarmsten. Wanneer je die scène leest of op toneel ziet, herinner je je dat het door iemand met abjecte overtuigingen geschreven is.
Toch blijft The Fountainhead een van mijn favoriete boeken. Toch stapte ik na het toneelstuk geestdriftig naar buiten en nam ik me voor meer als Roark proberen te zijn.
In een tijdperk waarin we precies weten wat onze vrienden, collega’s en kennissen wel of niet waarderen - gewoon even het aantal likes checken - , pleit ik voor het streven naar het Roark-schap. Om te doen wat we zelf denken dat nodig of mooi is. Om te zwoegen aan een project dat niet meteen erkenning krijgt, maar waarvan de impact uiteindelijk veel groter is.
Ga het spectaculaire en intrigerende stuk zien. En lees het boek. Neem je het niet van mij aan, geloof dan Max Westerman, of desnoods de mentor van mijn kapper, die - al dan niet dankzij The Fountainhead - fantastisch knipte.