Prinsjesdag 2022 kan een glinsterende theatershow worden: voor het eerst in de Koninklijke Schouwburg, met de troon op het toneel. Maar niemand zal vergeten hoeveel er aan de hand is. Het lijkt een kettingbotsing van crises en vooruitgeschoven problemen. Reden te meer om de Algemene Politieke Beschouwingen nu eens anders te doen: op hoofdlijnen.

Wat zijn hoofdlijnen? Twintig fracties, twintig lijstjes. Denk aan klimaat, oorlog in Europa, energietekorten, torenhoge energieprijzen, inflatie, financiële nood huishoudens, stikstof, afwikkeling Groningse gasschade, jeugdzorg, woningnood, asielopvang en de toeslagenaffaire.

Denk je eens in: het belangrijkste Kamerdebat van het jaar, zonder gejaag op nog wat toezeggingen en op wie er schuldig is aan wat er fout ging. Stel je voor dat het boze claimloket gesloten blijft en dat woordvoerders hun eigen beginselen kort samenvatten en compact uitleggen wat er moet gebeuren en welke keuzes zij daarbij maken.

Als iedereen daarbij nog eens benoemt wat volgens haar of hem de plek van Nederland in Europa is en wat we zelf kunnen doen om de klimaat- en andere crises het hoofd te bieden. En hoe we ons voorbereiden op lastige winters en jaren waarin Europa zo snel mogelijk afscheid neemt van de luie afhankelijkheden waar we op dobberden (energie, grondstoffen, defensie).

Stel je vervolgens voor dat verwante fracties samenwerken en de belangrijkste onderwerpen verdelen zodat er een verstaanbaar nationaal gesprek kan ontstaan over de dilemma’s waar Nederland voor staat. Zonder persoonlijke aanvallen, hysterische beschuldigingen en moties van walging, bedoeld voor een partijpolitiek YouTube-filmpje.

Ophef wint het vaak van serieuze analyse

Dat ideale parlement bestaat natuurlijk niet. Volgend jaar maart moeten er zetels worden gewonnen voor de Provinciale Staten en daarmee indirect voor de Eerste Kamer. Dat maakt stunten een tweede natuur. Maar dromen staat me vrij en er zijn argumenten genoeg om de hoop op een zinvol debat niet bij voorbaat te laten varen. Al was het maar dat met het oppervlakkige effectbejag en de routinematige beschimping niets wordt bereikt. En de noden acuut zijn: het is oorlog in Europa.

Toegegeven, wantrouwen regeert en het parlement grossiert in mankementen die ook de laatste weken serieus De fragmentatie (twintig fracties in de Tweede Kamer) leidt tot langdurige debatten, waarin ophef het vaak wint van serieuze analyse en het zoeken van meerderheden.

De Kamer als geheel laat kansen op zakelijke controle van het beleid en medewetgeving lopen door een gebrek aan georganiseerd geheugen en te weinig aandacht voor het noodzakelijke handwerk in Kamercommissies. Dat bleek deze week opnieuw bij de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen: Kamerleden staan bij voortduring op achterstand als het gaat om kennis van de actuele feiten.

Deze en tal van andere problemen zijn De Tweede Kamer heeft met enige regelmaat gepubliceerd, maar heeft grote moeite met het nemen van stappen om de eigen effectiviteit te vergroten. Dat zagen we onder meer terug in de eigen naar aanleiding van de toeslagenaffaire. Staatssecretaris Van Rij (belastingzaken) wees er deze week nog eens op: ook de Kamer heeft een in het uit de hand lopen van de toeslagenaffaire.

De Kamer overlegt wel, maar debatteert niet

Oud-informateur Herman Tjeenk Willink kreeg aan de vooravond van Prinsjesdag de voor zijn bijdrage aan de vitaliteit van de Nederlandse democratie. In zijn analyses heeft de politiek de democratische rechtsstaat zelf uitgehold door de overheid te behandelen als een bedrijf en politieke dilemma’s uit te besteden.

Tjeenk Willink zei bij het in ontvangst nemen van de prijs: ‘Het lijkt erop dat de Kamer zelf niet meer in het debat gelooft. De suggestie om een bemiddelaar aan te wijzen in het stikstofdossier betekent de depolitisering van een politiek probleem dat is ontstaan door dertig jaar lang het politieke debat over dat probleem te mijden.’

Zoals Joop van den Berg – bij uitstek kenner van het parlement – schrijft in zijn deze week verschenen Humeurig volk, verkrampte politiek en hoe het anders kan, lijdt de in wezen stabiele Nederlandse democratie onder drie verschijnselen die elkaar versterken: de wispelturigheid van de kiezer, de versplintering van het politieke landschap en de verharding in de politieke verhoudingen en omgangsvormen.

Gevolg: de Kamer overlegt wel, maar debatteert niet. Van den Berg wil daarmee zeggen: de Kamer getuigt, of probeert dicht op het beleid mee te besturen, maar kruist te weinig de degens over hoofdzaken. Bespreek de principiële kwesties die werkelijk de kostbare tijd van het parlement waard zijn, zegt hij: ‘Geen tijd meer voor dagenlange, onnozele discussies over de sms’jes van de minister-president, maar over de vraag of wij ook vinden dat Oekraïne en de landen op de Balkan deel zijn van Europa en dus op termijn toegang horen te krijgen tot de Europese Unie.’

Niet over Sywert, maar over de zorg

Daar kan aan worden toegevoegd: het zou de komende dagen en volgende week niet moeten gaan over Sywert van Lienden, en de vraag of Hugo de Jonge en ambtenaar X of Y hem zijn miljoentjes hebben bezorgd en of zij kunnen aanblijven. Praat liever over wat we hebben geleerd van de pandemie, die bijna niemand zag aankomen. Beter nog: over hoe de zorg menselijk en betaalbaar georganiseerd kan worden. Daarover straks meer.

Voorbeelden genoeg van principiële debatten die bij het begin van dit parlementaire jaar gevoerd zouden moeten worden: naast de toekomst van de zorg, zijn er stikstof, klimaat, wonen, ongelijkheid, de wankelende Belastingdienst, energieonafhankelijkheid, defensie(samenwerking) en de ontwikkeling van een wereldwijd relevante Europese Unie.

De Kamer maakt zichzelf nuttiger door vaker de lange lijnen te schetsen en daar gevolgen aan te verbinden

Al die onderwerpen worden zo nu en dan besproken, naar aanleiding van gedetailleerde wetsontwerpen, een schandaaltje of uit de hand lopende kosten. Maar bij de Algemene Beschouwingen kunnen politieke uitgangspunten worden vertaald in keuzes, gericht op het vinden van meerderheden. De Kamer maakt zichzelf door vaker de lange lijnen te schetsen. En er gevolgen aan te verbinden.

Neem de gezondheidszorg. Minister Kuipers en zijn ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben de afgelopen maanden met vertegenwoordigers van ziekenhuizen, zorgverzekeraars, patiëntengroepen, specialisten en andere medische beroepsgroepen vergaderd om te komen tot een Integraal Zorgakkoord. Zijn bedoeling was om het akkoord nog vóór Prinsjesdag te presenteren, met de handtekeningen van alle deelnemers eronder.

Maar dat lukt waarschijnlijk niet. Onder meer omdat de huisartsen en de koepel van cliënten en families in de ggz er niet op vertrouwen dat de mooie voornemens in het conceptakkoord werkelijkheid worden. Twee koepels van thuiszorgorganisaties gingen alsnog onder voorwaarden akkoord. Ondanks alle warme woorden voor zorg dicht bij huis, worden huisartsen en thuiszorg volgend jaar gekort. Argument was dat het voor hun werk beschikbare geld de afgelopen jaren niet was opgemaakt, dus niet nodig. De betrokken zorgverleners wijzen erop dat de zorgverzekeraars het geld in de knip hielden omdat in een aantal gevallen niet was voldaan aan hun bureaucratische verantwoordingstombola. Dat terwijl de eerstelijnszorg overvraagd is en de lange wachtlijsten in de ggz groeien.

Scheve machtsverhoudingen in de zorg

De minister deed met een een poging zijn eer en goede naam te verbinden aan toezeggingen voor de huisartsen, wijkverpleegkundigen, verloskundigen en hun eerstelijnscollega’s, maar betrokkenen hadden ook daar niet direct vertrouwen in. Waar het gesprek de afgelopen maanden onvoldoende over ging was de scheve machtsbalans tussen zorgverzekeraars en de (individuele) zorgverleners die in hun jaarlijkse contract-‘onderhandelingen’ met de grote verzekeraars bij het kruisje moeten tekenen.

Het conceptakkoord ademt de al jaren modieuze voorkeur voor zoveel mogelijk zorg dicht bij huis. Via lege sleutelbegrippen als ‘maatwerk’, ‘passende zorg’ en ‘passende vergoeding’ aan gecontracteerde behandelaars kunnen de zorgverzekeraars in werkelijkheid (met rugdekking van de minister en de Zorgautoriteit) bepalen wiens werk en welke zorg (volledig) wordt vergoed. Maar hun vak is geld, niet zorg. Allesbepalend is het in de praktijk door de verzekeraars gedefinieerde, door financiële motieven gedreven efficiencystreven. Dat is in de ogen van veel huisartsen, apothekers, fysiotherapeuten en thuiszorgmedewerkers allerminst doelmatig, vanwege de enorme administratieve schijnverantwoording.

Vluchten in systemen, proeftuinen en ketenpartnerpraat

Hilarisch bewijs van onvermogen om de papieren schijnwereld te doorbreken is de net ingestelde om de regeldruk te verminderen. Het ministerie stelt 9,5 miljoen beschikbaar om het zelf gecreëerde papieren verantwoordingscircus te temmen. Leuk potje, waarvan heel wat thuiszorgers tien minuten langer bij hun cliënten kunnen blijven voor een praatje en een bakkie – voordat zij daar aantekening van maken.

Het ministerie stelt 9,5 miljoen beschikbaar om het zelf gecreëerde papieren verantwoordingscircus te temmen

Het is maar een voorbeeld, maar het gaat wel om de begrotingspost die alle andere dreigt weg te drukken. Om dat te voorkomen moet naar de echte zorg worden gekeken, en niet worden gevlucht in systemen, proeftuinen en ketenpartnerpraat. De huisartsen hebben groot gelijk als ze zeggen dat zij concrete afspraken willen – mondelinge erkenning van dat het water ze aan de lippen staat is niet genoeg.

De machtsverhoudingen binnen het zorgsysteem deugen niet en door snel even een akkoord met ‘het hele veld’ te sluiten, wordt wederom een essentieel gebied aan parlementaire besluitvorming en controle onttrokken. Zoals dat eerder gebeurde met roken, drinken en snoepen (in het Preventieakkoord) en in het Klimaatakkoord. Daar zijn over te zeggen, waarmee de Kamer haar rol op dit belangrijke terrein kan terugpakken.

Een ander onderwerp dat de Kamer de laatste tien, twintig jaar klein heeft gemaakt is defensie, en daarbij de veiligheidssamenwerking binnen Europees en Navo-verband. Ja, er is net een uitgebracht, en ja, daar heeft de Kamer net over vergaderd, maar daarbij ging het vooral over de ongericht lijkende inhaalaankopen voor allerlei verwaarloosde defensieonderdelen.

Het koersbepalende gesprek, over wat Nederland goed kan, voor en met welke landen we andere taken delen, moet dus nog worden gevoerd. Misschien kan ook begonnen worden met serieus nadenken over de wanhoopsoptie voor Poetin, die alle Oekraïense (spoor)wegen en energiecentrales kan ruïneren en zo 20 miljoen vluchtelingen op West-Europa afjaagt.

Het claimloket is straks weer geopend

De Tweede Kamer zou bij de Algemene Beschouwingen ook kunnen oefenen met maatvoering. Tijdens de eerste maanden van de coronacrisis leek het alsof de Kamer in een plaggenhut schuilde: niets meer van vernomen. Parlementaire verantwoording en controle waren als verdoofd door de ongekend heftige pandemie. Toen de Kamer daarna geleidelijk terugkwam, schoof men via het voeren van evenwichtige debatten al snel door naar meeregelen, om uit te komen bij een voorkeur voor wetgeving die de regering dwingt voor iedere toekomstige covid-maatregel een stempeltje bij de Kamer te halen.

Zo dreigt het volgende week ook te gaan bij het debat over de torenhoge energierekeningen. Onder druk van alarmerende berichten over een miljoen afsluitingen, komt de regering nu misschien toch met steunmaatregelen. Desondanks zal het claimloket weer open zijn: de maatregelen zullen te laat, te weinig, en te ingewikkeld worden genoemd. Het kabinet heeft de boodschap intussen ontvangen.

Langdurige verontwaardiging is nu niet meer dan publicitair stoom afblazen. Het zou zinvoller zijn om te zoeken naar hoofdlijnen van een energiebeleid voor de langere termijn. Dat beleid gaat over leveringszekerheid, stabiele prijzen, vrijwaring van geopolitieke chantage en besparing van energiegebruik. Dat laatste moet tóch, om het klimaat te redden.

De uitgewoonde overheid kan niet leveren

Een onderwerp dat zelden of nooit bij de Algemene Beschouwingen aan de orde komt is de staat van de overheid en de ambtelijke dienst. Dat uitvoerbaarheid een voorwaarde is voor nieuw beleid wordt morrend aanvaard. Maar dat opeenvolgende gecompliceerde opdrachten aan een overheid die als bedrijf wordt bestuurd maakten dat de Belastingdienst in staat van grote ontreddering verkeert, wordt weinig onderkend. De opsporing van fraude bij de belastinginning is vrijwel stil komen te liggen, uit angst voor weer nieuwe verwijten in de richting van de uitvoerende ambtenaren. De inning van de voor alle rijksuitgaven essentiële belastingen staat op het spel. Een debat over de dieperliggende oorzaken van deze belastingcrisis zou geen dag te vroeg komen.

Principes toepassen, keuzes maken en compromissen zoeken: daar is de politiek voor

Zo zijn er meer fundamentele thema’s die vragen om aandacht en het in de praktijk brengen van beginselen. Principes toepassen, keuzes maken en compromissen zoeken: daar is de politiek voor.

De Tweede Kamer moet de emoties van de mensen vertegenwoordigen. Zeker. Maar de mensen hebben er nog meer aan als hun volksvertegenwoordigers hun problemen helpen oplossen door serieus beleid vorm te geven en vast te leggen in wettelijke rechten en plichten. De huidige politiek, van het kippenhok zonder vrije uitloop, is op een dood spoor beland.

Goede Algemene Beschouwingen

Goede Algemene Beschouwingen zouden daarom voldoen aan deze voorwaarden:

1. Sprekers schetsen hoofdlijnen die er voor hen echt toe doen.

2. Zij bespreken zowel binnenlandse als internationale zaken.

3. Zij doen niet aan zwartmaken en beledigen.

4. Eén motie per tien fractieleden moet voldoende zijn.

5. Voor de meest acute kwesties zoeken zij naar compromissen met het oog op meerderheden.

6. Voor plannen die geld kosten wordt dekking geboden.

7. Er wordt rekening gehouden met uitvoerbaarheid door ambtelijke diensten.

Iedereen moet opvallen op de politieke marktplaats. Dat kan ook door koppig naar hoofdlijnen te zoeken. Juist bij naderende verkiezingen loont het nu eens te doen wat goed is en moet. Een verademing, die misschien wordt beloond.