Je hebt nog twee weken om deze wonderbaarlijk bevreemdende tentoonstelling te zien
Het is hoogstens een paar uurtjes rijden naar Keulen. Een kleine moeite om een wonderbaarlijke en misschien nu al klassieke tentoonstelling te bezoeken. In Museum Ludwig toont de Franse kunstenaar Pierre Huyghe nog twee weken lang zijn bijzondere kijk op de relatie tussen mens en natuur. Snel, naar Keulen toe!
Op De Correspondent schrijf ik vaak over de ontoegankelijkheid van de kunstwereld. Om het niet bij klagen te houden, zoek ik naar initiatieven die een nieuw referentiekader bieden. Zoals de wandeling van Alain de Botton door het Rijksmuseum.
Als onderdeel van die zoektocht, schrijft kunstjournalist Marian Cousijn in mijn tuin een rubriek waarin ze met een viertrapsbijdrage een bijzonder werk bespreekt. Dat is altijd een werk dat je zelf kunt bekijken.
Eerst beschrijft Cousijn het werk, dan volgt een interpretatie, daarna een biografie van de kunstenaar en vervolgens laat ze de kunstenaar of curator aan het woord.
Deel twee gaat over een indrukwekkende en bevreemdende tentoonstelling die nog maar twee weken loopt en laat zich lezen als een oproep om nu in de auto of trein naar Keulen te stappen.
1. Het kunstwerk
Umwelt is precies het soort kunstwerk dat bij veel mensen de reactie ‘dit is geen kunst’ oproept. Als ze het tenminste niet over het hoofd zien. Het bestaat namelijk uit niets meer dan een klein beduimeld gaatje in de muur waar drie mieren in en uit kruipen.
Op het eerste gezicht lijkt het een onzorgvuldigheid; alsof de tentoonstellingsdienst vergeten is het gaatje weg te plamuren van een schroef waar eerder een schilderij aan hing. Maar van heel dichtbij zie je dat de mieren van minuscule druppeltjes suikerwater eten. Het is zo bedoeld. Of je het nu goede of slechte kunst vindt, het is onmiskenbaar een kunstwerk. Het heeft een titel, een datering (2011), een materiaalomschrijving (‘mieren’) en een nummer op de plattegrond.
Umwelt bevindt zich helemaal aan het begin van het retrospectief van Pierre Huyghe in Museum Ludwig, het grote museum voor moderne en hedendaagse kunst in Keulen.
Het is een wonderbaarlijke, fantastische en volstrekt ondoorgrondelijke show. In een schemerig doolhof van losse muurdelen is van alles bijeengebracht: films, aquaria, een bijennest, een ijsbaan, planten, iemand die de namen van bezoekers door de ruimte roept, een mistbank, een marionet met het hoofd van Le Corbusier, spinnen en, niet te vergeten, Human: een bijna doorschijnend magere witte hond met een fuchsiaroze voorpoot, die ongenaakbaar als een geestverschijning door de zalen doolt.
2. De interpretatie
Het gat met de mieren heeft een hoog wat-moet-ik-hiermee gehalte. Ja, je kijkt met heel andere ogen naar mieren in een museumzaal dan naar mieren in je achtertuin. Maar na de eerste verwondering en verwarring die het werk opwekt, blijft vooral onduidelijkheid over. Er staat geen enkele uitleg bij. Van alles wat de kunstenaar kan laten zien, kiest hij drie levende mieren die wonen in een gaatje dat hij niet eens zelf geboord heeft. Wat betekent dit?
Het idee achter het werk moet gezocht worden in verbanden met andere werken in de tentoonstelling. Een eerste handvat is Timekeeper, een kunstwerk in de vorm van een ronde schuurplek op de muur. Als een geoloog heeft de kunstenaar laag voor laag de verf van de muur geschuurd en zo de geschiedenis van de tentoonstellingsruimte blootgelegd.
En dan de mieren. In de tentoonstelling zijn meer levende organismen, die steeds in op zichzelf staande micro-universumpjes zitten. Zo is er een serie aquaria, zoodrams genaamd, waarin vissen, krabben en prehistorisch uitziende ongewervelden leven. Een heremietkreeft, die normaal lege schelpen gebruikt om zich in te huisvesten, is hier in een replica van Brâncuși’s Slapende Muze gekropen.
Door een openstaande deur kom je in een tuintje, waar de kunstenaar aan het begin van de tentoonstelling allerlei geneeskrachtige planten heeft gezaaid. Na een paar weken met veel zon en regen is het tuintje veranderd in een broeierige biotoop. In het midden bevindt zich een sculptuur van een liggende vrouw, maar op de plaats waar je haar hoofd verwacht zit een groot bijennest.
De grenzen tussen cultuur en natuur worden opgezocht. Er wordt leven het museum binnengebracht, waardoor onverwachte processen ontstaan. Normaal gesproken zijn musea hermetisch afgesloten van de buitenwereld, vooral in verband met ongedierte en klimaatinstallaties. Nu zie je ineens een dikke bromvlieg rondjes cirkelen boven de ijsbaan. Hoort dit bij de tentoonstelling, kun je vliegen africhten? De vlieg staat niet op de lijst met kunstwerken, maar zijn aanwezigheid is wel het resultaat van het feit dat de kunstenaar ervoor heeft gekozen een deur open te zetten.
Ten slotte biedt de titel Umwelt een ingang tot de betekenis van het werk. De curator van de tentoonstelling, Katia Baudin, legt uit dat deze verwijst naar de negentiende-eeuwse filosofie van Umwelten, het soort gesloten systemen waarvan de mierenhoop een goed voorbeeld is. Ook hangt het samen met Huyghes interesse in het werk van de jonge Franse filosoof Tristan Garcia , waarin het opheffen van hiërarchieën belangrijk is: alle dieren, mensen en objecten zijn even belangrijk. Alle kunstwerken in de tentoonstelling hebben evenveel betekenis, of het nou gaat om een klein gaatje in de muur of om een grote installatie die al vaak op belangrijke plekken te zien is geweest.
3. De kunstenaar
Pierre Huyghe (1962) is een Franse kunstenaar en professor in de filosofie. Hij werkt met de meest uiteenlopende media. Films spelen een belangrijke rol in zijn oeuvre, maar hij heeft ook weleens bij wijze van kunstwerk de rechten van een mangapersonage gekocht. Sinds een paar jaar is hij gegrepen door het idee van levende organismen. Na een aantal belangrijke prijzen en tentoonstellingen was de tijd rijp voor een retrospectief.
De kunstenaar is nadrukkelijk niet bezig met de vraag of zijn publiek zijn werk wel kan begrijpen
Huyghe weigerde echter een best of-tentoonstelling te maken, waarin de ontwikkelingen netjes op chronologische wijze worden getoond. Hij wilde juist laten zien wat hem op dit moment bezighoudt.
Bij binnenkomst in de tentoonstelling krijg je dus een los kopietje mee met de plattegrond, omdat de kunstenaar op het laatste moment besloot zo’n twintig werken toe te voegen terwijl de folders al gedrukt waren. Daarin staat bijvoorbeeld ook dat er kunstschaatsers op de ijsbaan te zien zijn. De audities bij de plaatselijke schaatsvereniging waren al in volle gang toen de kunstenaar plotseling van gedachten veranderde, het zwarte ijs in stukken hakte en de schaatsers afzegde.
Net wanneer ik dacht enige vat op zijn werk te krijgen, lees ik het overdreven ingewikkelde kunsttheoretische discours rondom Huyghe waarin alles overhoop wordt gehaald en het werk weer mysterieuzer wordt dan ooit. De kunstenaar is nadrukkelijk niet bezig met de vraag of zijn publiek zijn werk wel kan begrijpen.
4. De context
Toch wordt de tentoonstelling ‘ontzettend goed bezocht,’ zegt Baudin, en niet alleen door een ingewijd kunstpubliek. Er komen uitzonderlijk veel studenten op af. Van kunstacademies maar ook van opleidingen zoals bouwkunde, filosofie en biologie.
Ook trekt Huyghe mensen aan die normaal gesproken niet naar het museum gaan, maar via via nieuwsgierig zijn geworden. De reacties van het publiek zijn heel positief, aldus Baudin, die naast curator ook waarnemend directeur van het Ludwig is. Door middel van rondleidingen en educatieprogramma’s wordt het werk toegankelijker gemaakt. Kunststudenten lopen rond door de tentoonstelling en spreken bezoekers aan om in dialoog te gaan over het werk.
Door het ontbreken van een hiërarchie kun je de tentoonstelling op allerlei manieren bekijken en is het niet erg dat er soms onbegrijpelijke werken tussen zitten. Je kunt de films als uitgangspunt nemen en in de volgende zaal een personage van het witte doek tegen het lijf lopen. Maar je kunt ook uitgaan van de fascinatie met de vorm van kristallen, die in veel sculpturen terug te vinden zijn. Of je ziet de tentoonstelling als onderzoek naar performancekunst: wat betekent het als je live kunstwerken opnieuw uitvoert? Als je andere mieren gebruikt dan in 2011, is het dan nog wel hetzelfde kunstwerk?
Voor het museum was het een gigantische praktische uitdaging om deze tentoonstelling te maken. Toen het museum in de jaren zeventig gebouwd werd kon men nog niet voorzien dat kunst ook kon bestaan uit wolken, ijsbanen en levende spinnen.
Toch was Baudin blij zo uitgedaagd te worden. Het is niet de rol van het museum een kunstenaar allerlei regels op te leggen en hem te dwingen te werken binnen de beperkte structuren van het instituut. Het moet juist andersom zijn: een museum voor hedendaagse kunst moet openstaan voor ideeën van de voorhoede. En dus ging het museum voor het eerst een samenwerking aan met de plaatselijke ijsbaan en de Kölner Zoo.
In plaats van een statisch retrospectief, is het een zoemende, borrelende, levende tentoonstelling die groeit en bloeit. Het is meer een vooruitblik dan een terugblik. Ja, je verlaat de tentoonstelling met een hoofd vol onbeantwoorde vragen. Maar ook vol met inspiratie en met prachtige beelden die nog lang blijven hangen.
Als ik na het museumbezoek over de Rijnkade vlak bij het museum loop, kom ik Human tegen. Hij wordt uitgelaten door zijn baasje, die zijn futuristische masker van ledlampjes heeft omgeruild voor een doodnormaal kloffie. Je zou bijna vergeten dat dat ook gewoon moet gebeuren. Afgezien van een fuchsiaroze voorpoot, is er niets dat verraadt dat de hond en zijn baas straks weer de rol van kunstwerk aan zullen aannemen.