We leven in in groepen van ‘hoger- en lageropgeleiden’ die nauwelijks nog iets met elkaar delen. En 42 procent van de Nederlanders vindt níét dat samenleven prettiger wordt wanneer mensen met verschillende migratieachtergronden door elkaar leven,  

Kan ons onderwijs het tij keren?

Dat is misschien wat veel gevraagd, maar alle beetjes helpen. Daarom is sinds 1 augustus 2021 de wet aangescherpt waarin staat dat In die wet staat onder andere dat scholen vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit moeten uitdragen, en dat leerlingen op school moeten leren respectvol naar elkaars mening te luisteren. 

Een van de manieren om dat te doen: kinderen van verschillende niveaus langer bij elkaar in de klas houden. vorig jaar dat pas na een driejarige brugperiode selectie op basis van niveau zou moeten plaatsvinden, in plaats van – zoals nu meestal gebeurt – na de basisschool. Dat zou niet alleen goed zijn om segregatie tegen te gaan, maar ook voor gelijke kansen: kinderen hebben dan langer de tijd om zich te ontwikkelen, en kunnen zich optrekken aan leerlingen die school iets gemakkelijker afgaat. Maar minister van Onderwijs Dennis Wiersma (VVD) ziet een grote stelselwijziging niet zitten.

Op de Leon van Gelderschool is dat ook niet nodig. Daar, in de Groningse wijk Vinkhuizen, zitten leerlingen van verschillende niveaus al sinds 1979 bij elkaar in de klas. Door sindsdien nauwelijks te veranderen, is de Leon van Gelderschool een vooruitstrevend voorbeeld geworden. 

‘Wat toen gewoon nog idealen waren, blijkt nu heel verstandig’, zegt kersverse rector Saskia Wiegant (49) over de school die ze sinds januari van dit jaar leidt. Ik ben welkom om te komen kijken.

Een school vol ambitie

Wanneer ik me langs een paar eersteklassers wurm om bij het lokaal te komen waar klas 3F zo les heeft, staat daar een opvallende jongen. Boomlang, met een hanenkam die ooit blauw moet zijn geweest maar nu turquoise aan het uitgroeien is, puntige, ijzeren studs op z’n leren jack en gele veters in z’n Docs: Jalte (15).

Hij zegt dat ik al die kleintjes best het raam uit mag gooien.

‘Hoort dat ook bij het schoolconcept?’ vraag ik.

Jalte: ‘Ieder op z’n eigen niveau het raam uit.’

In een kring kunnen al die o zo verschillende leerlingen er niet omheen elkaar aan te kijken

3F is op veel manieren een diverse klas: de vijfentwintig leerlingen hebben bijvoorbeeld tien verschillende migratieachtergronden en werken op vmbo-basis- tot havo-niveau. Allemaal pakken ze een stoel en gaan als vanzelfsprekend in een kring zitten, want iedere les op de Leon van Gelderschool begint al sinds 1979 in de kring. In een kring kunnen al die o zo verschillende leerlingen er niet omheen elkaar aan te kijken.

‘Wie heeft z’n powerpoint af?’ vraagt mentor en docent lichamelijke opvoeding Michael de Haas (53).

De meeste leerlingen steken hun vinger de lucht in.

‘Hoger die vingers! Hier wil ik even van genieten.’

In al die powerpoints delen de leerlingen hun ambities: één sociale en één cognitieve. Volgende week moeten ze die ambities presenteren aan hun ouders en mentoren: het ‘ambitiegesprek’.

Jalte: ‘Als we moeten presenteren, dan is het toch geen gesprek?’

De leerlingen gaan in hun ‘tafelgroepjes’ uiteen en oefenen een voor een hun presentaties.

Akram (15) is duidelijk over zijn ambities. Hij wil later een eigen callcenter beginnen, want op YouTube heeft hij filmpjes gezien van mensen die succesvol een eigen bedrijf zijn gestart. ‘Het is riskant, want het kan ook helemaal fout gaan. Maar het risico heb ik er wel voor over.’ 

Tijdens zijn ambitiegesprek hoopt hij af te kunnen spreken dat hij weer op vmbo-t-niveau mag werken, want hij doet nu de meeste vakken nog op Het liefst zou hij na de Leon van Gelder instromen in 4 havo op een andere school, om daarna naar het hbo te gaan. Maar hij weet waar z’n valkuil ligt. ‘Het is niet zo’n heel groot feest dat je in één keer naar havo kan gaan. Het kost tijd en moeite, je moet er ook heel veel energie aan besteden en dat doe ik niet echt heel veel.’ 

Op de Leon van Gelder zitten leerlingen van verschillende niveaus niet alleen drie jaar lang bij elkaar in de klas, ook kan iedere leerling z’n vakken op verschillende niveaus volgen. Na vier jaar halen kinderen een vmbo-diploma, en gaan ze door in het mbo of 4 havo of vwo op een andere school.

Voor Melak (14) lijkt dat goed uit te pakken. Ze kwam binnen op niveau vmbo-basis/-kader, maar volgt inmiddels al haar vakken op vmbo-t of havo. Ze wil ingenieur of architect worden, wil daarom naar het hbo en heeft dus een havodiploma nodig. 

En Melak is niet de enige voor wie drie jaar extra school zonder aan één niveau te hoeven voldoen een voordeel is. Gemiddeld 12,5 op de 100 leerlingen op de Leon van Gelder volgden de afgelopen drie jaar onderwijs op een hoger niveau

Onderzoek laat zien dat leerlingen er baat bij hebben wanneer ze klasgenoten hebben die een net iets moeilijker niveau aankunnen, al moeten de verschillen ook weer niet té groot zijn. Voor havisten zijn er voor hun schoolloopbaan geen nadelige gevolgen wanneer ze in een brugklas zitten met vmbo-t-leerlingen, terwijl de schoolloopbaan van vwo’ers gemiddeld gezien ‘succesvoller’ verloopt wanneer ze starten

Gemengde klassen als op de Leon van Gelder zijn er landelijk steeds minder. En het aantal categorale scholen – scholen die maar één niveau aanbieden – groeit. Dat is slecht nieuws voor leerlingen als Melak en Akram.

Hoe de Leon van Gelder leerlingen leert samenleven

Het is pauze en ik loop een rondje door de school. Er wordt wat gevoetbald op het schoolplein en leerlingen drommen samen bij de broodjeskraam van Marco. 

Op het prikbord in de lerarenkamer hangt een krantenknipsel uit het Dagblad van het Noorden: een verslag van het bezoek van de Amsterdamse wethouder van Onderwijs Marjolein Moorman (PvdA) eerder dit schooljaar. ‘Het gedachtegoed [van de Leon van Gelderschool] zou best eens een oplossing kunnen zijn voor de gepolariseerde maatschappij’, lees ik op het prikbord.

‘Heb je dat bericht wel zien hangen?’ vraagt docent wiskunde Tonnie Doornebosch. 

Doornebosch (61, maar je zou hem hooguit 50 schatten) werkt al drieëndertig jaar op de Leon van Gelder. In de jaren tachtig raakte Doornebosch gefascineerd door de school. Hij werkte toen nog ergens anders, in een kraakpandje ‘met allemaal idealistische docenten’ die montessorionderwijs naar Groningen wilden brengen. Op die school stroomden ook kinderen van de Leon van Gelder in die daar hun havo of vwo wilden afmaken. ‘En dat waren geweldige kinderen, die echt zelfstandig waren en de school ook wilden runnen, die zelf mee wilden denken met het onderwijs.’

Wat hem ook fascineerde: dat leraren op de Leon van Gelderschool vier jaar lang met een klas meegaan, en dat er geen cijfers worden gegeven – ‘echt de ingrediënten van de school die er nog steeds zijn’.

Ook Michael de Haas en Wendy Metz (33) drinken een kop thee in de lerarenkamer. Idealistische docenten, die al voor het derde jaar met z’n tweeën mentor zijn van klas 3F. Michael is ontevreden over de les die ik bezocht, waarin leerlingen hun ambitiegesprekken voor moesten bereiden.

Wendy: ‘Ik heb ook veel mooie dingen zien gebeuren.’

Michael: ‘We hadden een mooiere start kunnen hebben, waarin we het gesprek meer gaande hadden kunnen houden. Het eind van de les was wel weer heel mooi. Een paar kinderen probeerden elkaar echt een compliment te geven.’

In die mini-samenleving van de Leon van Gelder ontbreekt wel een groep nagenoeg: de vwo’er

Ze hebben de klas zien veranderen in de jaren dat ze er mentor van zijn. Wendy zag daar in de les vandaag ook een voorbeeld van: ‘Er zit een leerling in de klas die zegt: “Ik heb geen ambitie.” Twee andere leerlingen gingen hem ondervragen: “Welk niveau doe je dan? Is er nog een vak waarin je wilt groeien? Wat zou je doel voor dit jaar kunnen zijn?” Dan denk ik: wauw, wat mooi dat jullie die skills inzetten. Hoewel het allemaal individuen zijn, helpen ze elkaar wel. En van een van die leerlingen had ik dat in het eerste jaar echt niet verwacht.’

Michael: ‘Soms denk ik wel: is het nou echt onze invloed, of komt het ook doordat ze zelf groter worden en verstandigere keuzes maken?’

Wendy: ‘Maar doordat wij nu al in het derde jaar met hen zitten, weten ze wel wat ze aan ons hebben. Wij kennen hen, maar zij kennen ons ook. Dat stukje voorspelbaarheid is ook fijn, beide kanten op.’

Ze weet wat ze in die vier jaar met haar leerlingen wil bereiken. Ze wil ‘het maximale eruit halen’, maar dat betekent niet dat leerlingen op het allerhoogste niveau moeten presteren – ‘integendeel zelfs’. ‘Gewoon dat ze hier vandaan komen en denken: ja, ik heb eruit gehaald wat er op dat moment in zat: van kennis tot hoe ik met anderen omga.’

Michael: ‘Ik weet niet eens of ze wel weten wie welk niveau heeft. Dat is niet echt van belang.’

Ook voor hem zijn de sociale ambities minstens zo belangrijk als de cognitieve. Als doel van vier jaar mentoraat geeft hij het voorbeeld dat hij altijd geeft, en dat voor hem voor zoveel meer staat. ‘Als een kind op vrijdagavond op de hoek van de FEBO staat en er tikt iemand op z’n rug om een kroket te trekken, dan wil ik niet dat hij zich omdraait en meteen gaat slaan. Ik wil dat hij denkt: oké, je wilt er even bij, ga maar voor – of heeft u een momentje? Dan ben je klaar om in de samenleving te functioneren.’

Er is een groep die niet wil samenleven

Dat samenleven lijkt op de Leon van Gelderschool prima te lukken, voor zover ik daar iets van mee kan krijgen in de twee dagen dat ik op bezoek ben. Ik ervaar de fijne sfeer in de school. En 3F is een hechte klas, zeggen alle leerlingen die ik spreek. 

Maar in die mini-samenleving die de Leon van Gelder is, ontbreekt wel een groep nagenoeg: de vwo’er. 

De voor de hand liggende reden: havisten en vwo’ers die naar de Leon van Gelder gaan, doen een jaar langer over hun diploma. Na vier jaar op de Leon van Gelder kunnen ze instromen in 4-havo of 4-vwo op een andere school.

Maar het wegblijven van vwo’ers past ook bij een andere trend. Academisch opgeleide ouders – en hun kinderen – mogen het in theorie dan wel een mooi idee vinden dat leerlingen van verschillende niveaus en achtergronden bij elkaar in de klas zitten, maar wanneer het aankomt op de schoolkeuze van hun kind, zoeken ze toch graag ouders en kinderen op die op hen lijken. Wanneer de vmbo-afdeling van een brede school ‘te’ groot wordt, blijven leerlingen met een vwo-advies weg: bang dat ze niet genoeg uitgedaagd zullen worden.

Tussen de demonstranten zie ik een bekend gezicht

De twee zoons van docent wiskunde Tonnie Doornebosch gingen ieder naar een van de twee categorale gymnasia in de stad. En toen de kinderen van rector Saskia Wiegant een paar jaar geleden een school mochten kiezen, gingen ze niet eens even kijken op de Leon van Gelder: ze wisten niet dat de school ook vwo aanbood.

Toch ziet Wiegant, nu ze rector is, ook de meerwaarde die een school als de Leon van Gelder voor haar eigen kinderen zou kunnen hebben. Want uitdaging hoeft ’m niet per se in schoolprestaties te zitten. ‘Ik denk dat ze hier dingen leren die ze op andere scholen niet leren. Dat zit ’m in hoe je met elkaar omgaat, en in leren wat je kan. Faalangst heeft hier minder ruimte, en zeker voor die heel slimme kinderen kan het fijn zijn dat presteren hier niet zo vooropstaat.’

Zijn er naast cognitieve en sociale ambities nog andere manieren waarop leerlingen hun leven betekenis kunnen geven? Met die vraag verlaat ik de Leon van Gelderschool, en dat komt door één leerling. Wanneer ik die avond door het centrum van Groningen loop, kom ik hem tegen.

Wie moet er wat leren?

Op de Grote Markt loop ik tegen een ‘demo’ aan: een protest tegen kapitalisme, en voor humane opvang van vluchtelingen en rechten voor de lhbtqi’ers. Groepen mensen wier bestaansrecht in de samenleving nogal eens in twijfel wordt getrokken.

Tussen de demonstranten zie ik een bekend gezicht. Hij heeft een hanenkam en gele veters in z’n Docs. Met die veters laat hij zien dat hij antifascist is, heeft hij me eerder die middag op een bankje op het schoolplein uitgelegd, en hij is ook anarchist. 

Voor Jalte betekent dat: gelijkheid, eerlijkheid, en geen autoriteit. Dat hij niet zo veel heeft met school, vertelde hij me, ‘zou best wel een beetje te maken kunnen hebben met dat ik een beetje tegen de autoriteit en zo ben, en ik dan vervolgens wel de hele dag moet luisteren naar deze pipo’s hier’.

Een echte puber, zou je kunnen zeggen. Maar je zou ook kunnen zeggen dat Jalte juist overloopt van ambitie. Geen cognitieve of sociale, maar de ambitie om de wereld een beetje mooier te maken. 

Net als zijn school, die al sinds 1979 binnen het systeem probeert de wereld te veranderen door kinderen met elkaar te leren samenleven. Jalte doet het op zijn eigen manier, hij zoekt het buiten het systeem, door zijn school voor de vraag te stellen: moet er niet iets aan die samenleving veranderen, voor we kunnen samenleven? En is, in de kern, kapitalisme er niet de oorzaak van dat één groep, de vwo’er, zich logischerwijs van de rest afzondert, omdat die vwo’er ook succes, status, geld en macht nastreeft – en die vroege segregatie op basis van onderwijsniveau hem daarbij goed uitkomt?

Nog twee jaar om die vragen te beantwoorden, dan gaat Jalte van school. Want op de Leon van Gelder is iedereen welkom. De vwo’er én de anarchist.

Meer lezen?

Onderwijs kweekt vmbo’ers vol zelftwijfel en arrogante gymnasiasten – en dat is slecht nieuws voor de democratie Vanaf een jaar of twaalf worden kinderen ingedeeld op niveaus die ‘hoger’ of ‘lager’ zijn, waaruit ze kunnen ‘opklimmen’ of ‘afdalen’. Daardoor wanen de ‘winnaars’ zich vaak beter dan de rest, en voelen de lagere niveaus zich onterecht de mindere. Geen goede bodem voor een samenleving waarin we het met elkaar moeten zien te rooien. Lees mijn analyse Waarom onze kinderen steeds minder spelen (en wij met een burn-out thuis zitten) Kinderen krijgen steeds minder tijd en ruimte om vrij te spelen. Ouders werken harder dan ooit, politici maken zich druk over ranglijstjes, en scholen zijn gefocust op toetsen en resultaten. Ondertussen gaat er iets heel waardevols verloren. Lees de reportage van Rutger Bregman