Hoe zou het komen dat voor Nederland grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer nijpender lijkt dan het grensoverschrijdend gedrag van Vladimir Poetin? Het is allebei erg. Het verschil is alleen een factor tien. Oorlog, we hebben er weinig mee.

Dat heeft gevolgen voor onze krijgsmacht. Je kunt er op minstens twee manieren naar kijken.

De eerste manier is deze. De Nederlandse defensie doet er niet toe, het maakt niet uit of we een paar tanks en onderzeeboten kopen, te klein om het verschil te maken, er is toch geen personeel te vinden, laat maar zitten. Hopen dat we kunnen meeliften op andermans inspanningen, mocht het internationaal verder uit de hand lopen.

Of is het toch verstandiger te redeneren: Nederland moet zichzelf en de democratie verdedigen, samen met gelijkgestemden in Europa en de rest van de wereld. Want, wie verdedigt ons als we zelf geen poot uitsteken?

Dat is de keus. En die wordt tot nu toe niet gemaakt.

Ja, opeenvolgende ministers zeggen dat we goed bezig zijn. Wat die NAVO van ons vraagt is maar een percentage, een cijfer. We tekenen niet bij het kruisje. Een landelijke discussie ontbreekt. Voor die generaals is het nooit genoeg. De Amerikaanse wapenindustrie heeft altijd honger.

Gemakkelijke non-redeneringen in tijden van vrede, althans in de buurt van de EU. Maar nu komt de werkelijkheid een beetje erg dichtbij. Misschien was vrede in Europa wel nooit gewoon.

Negen maanden verder: eh, hoezo?

Negen maanden oorlog in Oekraïne en we zijn er alweer aan gewend dat het allemaal heel erg is. Zij niet, daar. Zij bevechten hun zelfstandigheid al eeuwen op de Russen. Voor ons zijn de prijzen omhooggeschoten, maar we hebben een overheid die belooft de ergste klappen op te vangen. Tijd voor koopkrachtdiscussies.

Oekraïne zit in het donker en in de kou en vecht door. Met steun van vooral de VS, Polen en het VK. De Oekraïners leren Poetin een les in vaderlandsliefde. Zij voorkomen dat hij zijn onderdanen laat doordenderen naar aangrenzende NAVO-landen. Zij vechten ook onze oorlog.

In februari waren we echt geschrokken. Nederland had z’n krijgsmacht verwaarloosd, zeg maar actief afgebroken. Zonder veel discussie, wie lobbyt er nu voor de krijgsmacht? Bezuinigingen volgden elkaar jarenlang op zonder strijd – verwijzingen naar het en de financiële crisis van 2008 volstonden.

De kabinetten-Balkenende en -Rutte I en II lieten een uitgeklede krijgsmacht achter: en de hele Marine Luchtvaartdienst werd opgeheven. Nederland schafte de landmacht vrijwel af. Een klassieke oorlog in Europa was voorgoed voorbij. We zouden de wereldvrede dienen, ver van huis.

Moderne oorlog: ver weg, technologisch

In Defensienota’s werd desondanks hoog opgegeven van de modernisering van de Nederlandse militaire beschikbaarheid, lean and mean, inzetbaar in het hoogste geweldsspectrum. Maar o jee, als we wat langer in Uruzgan moeten blijven? Dan krijgen we gebrek aan alles. Straaljagers worden in de lucht gehouden met onderdelen van andere straaljagers. De piloten hebben alleen niet genoeg trainingsminuten om voldoende te oefenen. Als we Patriot-luchtverdedigingseenheden in Slowakije stationeren, dan

De marine houdt schepen aan de kant, door gebrek aan personeel en middelen. Een mijnenjager is uit de vaart genomen. Onderhoud aan de M-fregatten is uitgesteld tot eind 2023, waardoor die De helikoptervloot is verminderd inzetbaar. Enzovoort, enzovoort.

In de Tweede Kamer is defensie bij veel fracties geen onderwerp om je mee in het vizier te spelen. Op een enkeling na (de SGP) gaf niemand de afgelopen tien, twintig jaar stem aan wat de professionals in de krijgsmacht – ondanks hun ingebakken loyaliteit – steeds duidelijker lieten horen: het is onverantwoord mannen en vrouwen in uniform zo het veld in te sturen. Zonder munitie, zonder rugdekking en zonder het materieel dat past bij wat in theorie de strategie is. Den Haag vergadert al jaren over de vervanging van onze vier verouderde onderzeeboten. Ze zijn nog niet besteld.

Bevelhebbers die zich schamen: geen nieuws

Toen de verzamelde bevelhebbers van de Nederlandse strijdkrachten in 2021 eindelijk hun verlegenheid overwonnen en openlijk uitspraken dat zij bleef het adembenemend stil. Het was geen nieuws in Nederland.

En toen viel Poetin Oekraïne binnen. Dramatisch, hoewel voorspeld sinds de annexatie van de Krim (2014) en andere delen van Oekraïne, Georgië en Moldavië. Acht jaar later, op 24 februari 2022, kwam pas het eurekamoment voor velen in Europa. Duitslands kanselier Olaf Scholz sprak van de en beloofde 100 miljard extra om de militaire achterstanden in te halen. Nederland het defensiebudget structureel met 40 procent ten opzichte van 2022.

Duitsland en Nederland (leve de gasrotonde) voorop hadden zich jaren in Gazproms web laten spinnen. Handel zou zorgen voor vrede en begrip, was de veronderstelling, gedragen door kortetermijneigenbelang. Oud-bondskanselier Angela Merkel heeft er nog in haar recente, tweede vraaggesprek sinds zij een jaar geleden aftrad. Nederlandse bewindslieden en Kamerleden uit die jaren mogen er ook best eens iets over zeggen.

Handel garandeerde in het geval van Russisch gas vooral afhankelijkheid. Nederland werd in februari wakker, leek het. Een week na de inval was van de defensie-uitgaven. Rutte III had het land tijdens covid getroost met vrijwel onbeperkt geld. De coalitiepartners in Rutte IV waren het over weinig eens; al onderhandelend dempten zij hun meningsverschillen in sloten toekomstgeld. Toen de volgende crisis zich aandiende, was iedereen gewend aan de geldspuit. Dus een energieplafond dat zo tussen de 15 en 20 miljard kost. En een paar miljard extra voor defensie.

In twee jaar naar NAVO-norm 2 procent

Nederland zal in 2024 zelfs de afgesproken van 2 procent van het bruto binnenlands product gaan halen. Eerlijkheidshalve maar voor twee jaar, daarna is de verwachting.

Reden voor SGP, CDA en VVD om voor te stellen die 2 procent als ondergrens voor de defensie-uitgaven wettelijk vast te leggen. Minister Kajsa Ollongren (D66) en het kabinet zijn daar niet voor. Bij de recente begrotingsbehandeling verdedigde zij dat standpunt door te zeggen dat het land toch wel beseft dat de defensie betaald moet worden, ook als het minder spannend in de wereld is. De recente geschiedenis bewijst het tegendeel.

Haar gedachtegang was: we moeten die 2 procent van het bruto binnenlands product niet vastleggen in de wet, waar het om gaat is stabiele voeding van de begroting. We hebben immers een NAVO-verplichting om die 2 procent te halen. Als we de opgelopen achterstanden pas wegwerken als het oorlog is, is het te laat. En overigens is het nog een hele opgave al dat geld uit te geven.

Een cirkelredenering als je het mij vraagt. Alleen de SGP trapte er niet in.

Op peil houden dus, zou je zeggen. Dat is goedkoper en rendabeler. De Algemene Rekenkamer heeft berekend hoeveel geld bijvoorbeeld is weggegooid door alle Leopard-tanks tegen afbraakprijzen van de hand te doen en daarna De pendule investeren-bezuinigen-investeren heeft alleen maar

Kamer en minister niet echt in debat over defensie

Den Haag zal wel druk zijn de weg voorwaarts te plannen, verwacht je. Nou nee. In het verkeer tussen de Kamer en de minister ging het dit najaar weer eens over informatie die de minister zou hebben achtergehouden. In dit geval de van de Nederlandse bijdrage aan het bondgenootschap. In september zei de minister nog dat Nederland een goed rapportcijfer had gekregen voor gemaakte vorderingen. Maar het stuk was nog niet definitief, dus geheim.

In november bleek dat de ministers van medelidstaten en de NAVO als zodanig er flink de pest in hebben dat Nederland mooie praatjes houdt over zijn gestegen defensie-uitgaven, vooral aan spullen. Maar de gevaren aan de bondgenoten overlaat. Op het gebied van burden-sharing (geld) halen we achterstanden in, maar vooral bij de landmacht laten we de risk-sharing (militairen in de vuurlinie) graag bij anderen.

Het is onverantwoord mannen en vrouwen in uniform zo het veld in te sturen, zonder munitie, zonder rugdekking en zonder het materieel dat past bij de strategie

Het grootste concrete geschil gaat over de drie Nederlandse landmachtbrigades die mensen en middelen missen en helemaal afhankelijk zijn van samenwerking met de Duitsers. Hun gereedheid en inzetbaarheid zijn dramatisch. Weinig munitie, een gebrek aan vuurdekking en logistieke ondersteuning, te weinig medische verzorging en ga zo maar door. Zij voldoen op geen enkele manier aan NAVO-afspraken. Verschillende Kamerleden – vooral Sietse Fritsma (PVV) en Derk Boswijk (CDA) – hadden dat graag eerder van de minister gehoord om de gemaakte keuzes voor, onder meer, extra F-35-straaljagers beter te kunnen beoordelen.

Minister Ollongren ontkende bewust informatie te hebben achtergehouden, maar gaf toe dat Nederland ervoor heeft gekozen het oneens te zijn met de NAVO-planning en alle kaarten op samenwerking met Duitsland zet. Voorbijgaand aan binnen de NAVO gemaakte afspraken.

‘Slagvaardigheid landmacht uiterst beperkt’

De NAVO-analyse concludeert: ‘De slagvaardigheid en het doorzettingsvermogen van de Nederlandse landstrijdkrachten blijven uiterst beperkt, vooral in een scenario waarbij de snelheid en intensiteit maximaal zijn’. Kortom, als het er echt op aankomt op ons eigen continent, roept Nederland pief-paf-poef, en hoopt dat anderen hun zaakjes beter voor elkaar hebben.

De minister zei half november bij de begrotingsbehandeling: ‘De NAVO constateert inderdaad dat we op het punt van de medium en heavy infantry brigade geen invulling geven. Meer dan dat is er eigenlijk niet over te zeggen.’

O nee? De Duitse landmacht, waar we zo op leunen, heeft genoeg munitie om een echte oorlog twee Er is dus wel wat meer over te zeggen, en vooral te doen.

De Kamer als geheel had er geen weerwoord op. Niemand gaf een bredere schets van hoe Nederland zich zo goed mogelijk kan verdedigen tegen wat autocraten nog in petto hebben. Welke keuzes er onvermijdelijk zijn en welke zij zouden maken. In lijn met de minister-president hielden de meesten het klein.

En de minister, zij bleef opgewekt uitdragen hoe groot de vorderingen zijn, waarvan de NAVO zegt: ‘NATO and Dutch defence planning priorities remain, in practice, – de planningprioriteiten van de NAVO en die van Nederland lopen nogal uit elkaar. Dat is een keurig geformuleerd maar dodelijk oordeel van de samenwerkingsorganisatie waar Nederland zijn hele verdediging aan heeft opgehangen. Geen constatering waarna je overgaat tot de orde van de dag.

Defensie, een ministerie geleid door niet-militairen

Met deze opstelling verraadt Ollongren dat zij op het ministerie is omgeven door niet-militairen. De laatste twintig jaar is Defensie steeds meer een ministerie als alle andere geworden: met die iedere drie tot vijf jaar naar een ander onderwerp, op een ander ministerie verhuizen.

In de bestuursstaf van het ministerie van Defensie zit nog maar één militair: de commandant der strijdkrachten. Als een soort hoofd buitendienst. Het beleid wordt voornamelijk gemaakt door roulerende niet-militairen. De belangrijke directeur-generaal Beleid is een diplomate, weliswaar met een militair als plaatsvervangend directeur-generaal. Deze sluipende verburgerlijking van Defensie klinkt volgens het boekje: burgers bepalen het beleid, militairen voeren het uit.

Eén recent inzicht, dat beleid weinig voorstelt zonder grondige kennis van de uitvoering, is wel heel systematisch over het hoofd gezien bij deze langjarige reorganisatie van Defensie. Terwijl defensie bij uitstek een vak is waar je kennis en ervaring opbouwt in de loop der jaren. Er worden al sinds begin deze eeuw voortdurend keuzes gemaakt en vooral nota’s geschreven door al of niet geïnteresseerde amateurs.

De oorlog winnen met ‘kritische prestatie-indicatoren’

Een recent voorbeeld was het antwoord van de minister van Defensie op de kritiek van enkele wetenschappers dat het beleid van Defensie ijkpunten mist, de doelen onduidelijk zijn, en verbanden met de NAVO-, EU- en andere internationale betrekkingen amper worden gelegd.

Daarop kwam de minister trots met de In de begroting zullen deze kpi’s voortaan worden opgenomen om inzicht te geven in de Personele Gereedheid (PG), Materiële Gereedheid (MG), Operationele Gereedheid (OG) en Basis op orde.

Het lijkt zo uit de scriptie van een student bestuurskunde te komen. Het goede nieuws is dat op alle vier de punten Defensie op het ogenblik duidelijk scoort: onvoldoende. Wie ook maar een dag wat leest over en praat met militairen, kan het weten. Bovendien ontbreekt iedere verwijzing naar NAVO-afspraken – zover zijn deze vergaderaars afgedreven van de militaire werkelijkheid.

De huidige paraatheid van het Nederlandse volk (althans in enquêtes) machtigt Kamerleden de discussie per direct te gaan voeren. Niemand hoeft in de huidige omstandigheden te wachten tot er weer een officiële aanleiding is. Het is geen tijd voor business as usual. Het is onveilig in de wereld. Het is namelijk oorlog.

Geef mij maar vrede

Natuurlijk, vrede is de enige omgangsvorm die de mensheid ten goede komt. Geef nooit de hoop op dat jonge Russen het verschil zullen zien en ernaar gaan handelen, met alle hulp die het Westen ze kan bieden. Maar hopen en wensen en verwachten dat vredelievendheid de bruten van deze wereld zal overtuigen, is vooralsnog niet altijd en overal effectief gebleken.

Bereid je voor op oorlog als je vrede wenst, is voorlopig de beste levensverzekering van democratische landen. Ik zou willen dat het anders was.

Als een door niets gerechtvaardigde massamoord op een dag rijden van Amsterdam geen argument is om je eigen krijgsmacht serieus te nemen, wat dan wel?

Meer lezen?

Veel Europese krijgsmachten zijn ingericht op vrede. Dat blijkt een naïeve gedachte Nederland, Duitsland en veel andere NAVO-bondgenoten verwaarloosden hun krijgsmachten tot ze weinig meer voorstelden. Politiek Dagboek over dertig jaar geloven in de naïeve notie dat oorlog achterhaald was. Lees mijn analyse De Russische invasie uitgezoomd: vier grote Europese risico’s om niet uit het oog te verliezen De gevolgen van de oorlog in Oekraïne reiken tot ver buiten de Oekraïense landsgrenzen. Experts uit Georgië, Belarus, Bosnië en Libië leggen uit hoe ook hun landen betrokken zijn bij de Russische invasie – en waarom het voor Europa zo belangrijk is dat we dat niet vergeten. Lees de analyse van Thomas van Linge