Met de wolf keert ook de haat terug

De wolf is terug van weggeweest in Nederland, en daarmee laait ook de angst voor wolven op. Vooral op het platteland, waar mensen wolven tegenkomen, en waar ze soms schapen of ander klein vee doden.

De angst reikt verder, schrijft cultureel antropoloog en natuurkenner Maria Quist. In het Drentse Dwingelderveld, waar ze woont, blijven hondenuitlaters massaal weg uit angst om zélf verscheurd te worden. Die angst wordt gevoed op sociale media en in kranten, met afschrikwekkende taal onder foto’s van uiteengereten vee.

Die angst is begrijpelijk. Er zijn eeuwenoude lokale verhalen en mythes van bloeddorstige wolven die tientallen of zelfs honderden kinderen geveld zouden hebben.

Deze legendes leven nog steeds, maar de omstandigheden waaronder wolven mensen aanvallen, komen in rijke landen nu niet meer voor. Ook als het aantal wolven in Nederland toeneemt, is de kans dat ze menselijke slachtoffers zullen maken Veel kleiner bijvoorbeeld dan de kans om gedood te worden door een stier of een hond.

Quist is dus niet bang voor wolven. Wat zij eng vindt, is de manier waarop mensen elkaar opzwepen om deze diersoort uit te roeien. Want die roep klinkt steeds harder. En de wolf is niet de enige die dergelijke haat ten deel valt – deze is er ook richting andere predatoren die dankzij bescherming juist weer opkrabbelen: roofvogels, vossen en ooievaars.

Tijden veranderen, maar de mens, ondanks haar kennis, verandert nauwelijks.

de Volkskrant: ‘Niet de wolf is beangstigend, maar het feit dat weldenkende mensen nog steeds zó te manipuleren zijn’ (Leestijd: 5 minuten)