Grote doorbraak in de al jaren overbelaste jeugdzorg. Per 1 mei van dit jaar gaat de werkdruk van jeugdbeschermers drastisch omlaag. Daarover bereikten vakbond FNV en werkgevers in de jeugdzorg twee weken geleden een

De druk gaat niet omlaag omdat er ineens veel meer jeugdbeschermers bij zijn gekomen, of omdat de bestaande jeugdbeschermers er geld bij krijgen om meer zorg te kunnen verlenen. De druk gaat omlaag omdat ze eigenhandig het aantal gezinnen dat ze helpen terugschroeven.

De werkdruk krimpt in het plan elke vier maanden met één zaak per jeugdbeschermer. Op de komt dat neer op zo’n 15.000 zeer kwetsbare kinderen per jaar minder die hulp krijgen. Hoe groot dit aantal precies is, is niet duidelijk. Wat wel duidelijk is: dat nog meer kinderen dan nu al het geval is niet de zorg zullen krijgen die ze nodig hebben.

Waar blijven de kinderen die geen hulp krijgen?

Jeugdbescherming is een maatregel die rechters opleggen als zij oordelen dat een kind niet veilig kan opgroeien. Complexe en ernstige gevallen dus. Jeugdbeschermers proberen er na de uitspraak van de rechter voor te zorgen dat een kind of gezin de juiste hulp krijgt.

De caseload is jargon voor het aantal gezinnen dat een jeugdbeschermer begeleidt. Die is momenteel veel te hoog. Nederlandse jeugdbeschermers helpen gemiddeld bijna twee keer zoveel kinderen als verantwoord is: 22 tot 24, terwijl Daardoor raken ze overwerkt, vallen uit en verlaten de sector – om nooit meer terug te keren.

Jarenlang werkten jeugdbeschermers uit plichtsbesef door met deze onhoudbare werkdruk, zegt Maar het houdt een keer op, en dat moment is nu gekomen. Omlaag dus, met die last. Maar de jeugdzorg wordt al zeker tien jaar geteisterd door geldgebrek en personeelstekorten, waardoor kinderen Hoe kan die caseload dan krimpen? En waar blijven de kinderen die geen hulp krijgen?

Ik bel Van der Aar (48). Namens vakbond FNV komt ze al vijftien jaar op voor de belangen van werknemers in de jeugdzorg. Het verlagen van de caseload was mede haar idee.

Het is crisis in de jeugdzorg, de wachtlijsten zijn ellenlang. Hoe kun je dan mínder kinderen gaan helpen?

‘Als we zo doorgaan, hebben we straks geen mensen meer over om al die kinderen te helpen. Het is kiezen tussen twee kwaden: zoveel mogelijk kinderen proberen te helpen, ten koste van de gezondheid van onze jeugdbeschermers – of de wachtlijsten laten oplopen, de kwaliteit van de zorg die wél wordt verleend verbeteren en het personeel dát we hebben, proberen te behouden. We zetten nu in op het laatste.’

‘Vorig jaar maart kwam er een rapport uit van onderzoeksbureau Significant Public, dat concreet maakt wat wij bij FNV al jaren horen: de werkdruk van jeugdbeschermers ligt veel te hoog. De onderzoekers kwamen erop uit dat het bijstaan van acht of negen gezinnen, of per fulltime jeugdbeschermer het maximaal haalbare is. Alles daarboven zorgt voor overbelasting, gaat ten koste van de kwaliteit van de zorg én van de gezondheid van de jeugdbeschermer.

‘Naar aanleiding van dat rapport vroegen we onze achterban hoe groot hun caseload is. Gemiddeld twee keer die norm, zo bleek. Waar ze zo druk mee zijn? Vooral met het hele land rondbellen: ‘Wie heeft er in godsnaam zorg voor dit kind?!’ Leuren met kinderen, noemen ze het zelf. Er zijn namelijk overal geld- en personeelstekorten en beschikbare hulp is schaars.’

‘Maar ook zoiets als dossieruitvraag na een echtscheiding vreet tijd: als de ene ouder het dossier van hun kind opvraagt, moet je alles zwart gaan zitten lakken wat de andere ouder gezegd heeft. Doe dat een paar keer per week en je andere werk stapelt zich op. Zo bleek ook uit dat onderzoek, waarin ze de werkzaamheden We konden dit rapport niet onbeantwoord laten; dit was zo tastbaar, zo helder berekend. De aanbeveling van de onderzoekers was ook: breng de caseload terug.’

Klinkt logisch, maar waar blijven de kinderen die straks niet meer worden geholpen?

‘Mogelijk op wachtlijsten. Mensen schrikken daarvan – en terecht. Kinderen die al hulp krijgen, verliezen die hulp overigens niet. De zaken die nu lopen, worden afgerond. Maar bij het einde van een maatregel [een is het doel van de hulp, dat van tevoren geformuleerd wordt, VM] nemen de jeugdbeschermers geen nieuwe zaak aan. Net zolang tot hun werkdruk op een verantwoord niveau is. Dat betekent overigens niet dat er helemaal geen nieuwe zaken meer aangenomen kunnen worden: als een jeugdbeschermer binnen vier maanden twee zaken kan afronden, is er plek voor één nieuwe.’

Het plan is namelijk dat de caseload van jeugdbeschermers elke vier maanden met één zaak krimpt. Grof berekend: op 5.000 jeugdbeschermers zijn dat 15.000 kinderen per jaar minder die hulp gaan krijgen. Dat is mijn berekening, niet die van Van der Aar. Volgens haar is het onmogelijk te voorspellen hoeveel langer de wachtlijsten precies gaan worden.

Het uiteindelijke doel is om de verantwoordelijkheid terug te leggen bij de verantwoordelijken: het Rijk en de gemeenten

‘Dat heeft met zo veel variabelen te maken: hoeveel kinderen met een maatregel erbij gaan komen, hoe groot het verloop onder jeugdbeschermers gaat zijn, of de werkgevers zzp’ers gaan inschakelen om zaken aan te nemen en of er misschien nieuwe jeugdbeschermers bij komen als gevolg van dit principeakkoord, waardoor de sector mogelijk weer aantrekkelijker wordt om in te werken.’

‘Ook de status van de maatregelen zelf speelt een rol: een jeugdbeschermer die net vijf nieuwe maatregelen onder zijn hoede heeft gekregen, kan minder snel gaan afschalen dan een jeugdbeschermer die toevallig aan het einde van een aantal maatregelen zit.’

‘Dit is hoe dan ook een noodoplossing. Zorgen dat jeugdbeschermers overeind blijven is onze prioriteit, maar het uiteindelijke doel van deze actie is om de verantwoordelijkheid voor het verbeteren van de jeugdzorg terug te leggen bij de verantwoordelijken: het Rijk en de gemeenten. Die hebben de sector te lang verwaarloosd en de werknemers vingen al die tijd de klappen op. Geen loodgieter repareert structureel twee kranen voor de prijs van één. Maar omdat het in onze sector gaat om kinderen in kwetsbare situaties, voelen we ons verantwoordelijk en gaan we stelselmatig over onze grenzen heen.’

‘Tegelijk probeer ik ook aan die mensen uit te leggen: jouw verantwoordelijkheid stopt bij de 32 of 36 uur die in je arbeidscontract staan en in die uren kunt doen. Je kunt de problemen in de sector, het karige beleid, niet in je eentje veranderen.’

Jeugdbeschermers branden al sinds de zorgdecentralisatie van 2015 in groten getale op. Waarom vindt deze actie nú plaats?

‘Omdat nu, na jaren vruchteloos actievoeren en onderhandelen, ook bij de jeugdbeschermers zelf het besef indaalt dat niemand ze komt redden. Het Rijk niet, dat weigert om structureel meer geld in de zorg te steken. De gemeenten niet, die zich niet geroepen voelen dingen te veranderen – want de jeugdbeschermers gingen tóch wel door met hun werk. En de werkgevers niet, die binnen het huidige stelsel vaak niet kunnen zorgen voor een veiligere en gezondere organisatie.’

‘We hopen op dermate emancipatie in de jeugdbescherming dat de medewerkers hun eigen grenzen durven te bewaken. Dat biedt ook een weg uit de impasse waarin we zitten: als je samen grenzen trekt, wie maakt je dan nog wat? We hebben inmiddels negen keer op het Malieveld gestaan. We hebben eindeloos onderhandeld, maar dat liep altijd stuk op geld, systemen en bureaucratie. Jeugdbeschermers komen nu voor het eerst voor zichzelf op door werk te weigeren, hoe erg dat ook wringt.’

Hoe ging het terugschroeven van de taken van jeugdbeschermers in zijn werk?

‘Toen het rapport van Significant Public verscheen, zijn we met onze achterban gaan overleggen. In oktober 2022 stuurden we een mailbom naar minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind: 1.500 jeugdzorgmedewerkers schreven hem tegelijk hoe hoog hun nood is. Daar kwam geen bevredigende reactie op, geen wezenlijke verandering. Toen besloten we om zelf de werkdruk te verlagen. We bekeken: wat kunnen we uit handen laten vallen, met minimale schade aan de cliënt, maar maximale tijdswinst voor de jeugdbeschermer?’

‘Eerst hebben we de bereikbaarheid van de jeugdbeschermers beperkt: ze namen alleen nog de telefoon op voor lopende zaken, niet meer voor allerhande zaken die niet bij hen hoorden. We zijn ook gestopt met in de rechtbank verschijnen. Vaak moeten jeugdbeschermers hun rapportage over een bepaalde casus presenteren in de rechtszaal. Zo’n zaak duurt gemiddeld niet zo lang, maar rechtbanken lopen altijd uit en jeugdbeschermers zijn voor zo’n kort praatje in de praktijk vaak een halve dag kwijt met wachten op de gang en reizen. Zo’n rapportage kan ook digitaal of telefonisch.’

Alle jeugdbeschermers kregen nu eens de mogelijkheid om ‘nee’ te zeggen

‘Niet alle jeugdbeschermers deden met alle acties mee. De acties waren vrijwillig, dus er waren ook mensen die gewoon naar die rechtbank bleven gaan, omdat ze inschatten: dit gezin heeft me daar nu nodig. Sommigen gingen cherry-picken: dan eens een dag onbereikbaar zijn, dan eens een rechtszaak skippen. Maar de grootste winst was wat mij betreft dit: alle jeugdbeschermers, voor of tegen, kregen nu eens de mogelijkheid om "nee" te zeggen – of ze dat nou deden of niet. En autonomie geeft macht.’

‘Afgelopen januari was er nog steeds niets veranderd, dus kondigden we onze actie aan: eigenhandig de caseload omlaag brengen. Alleen: we hebben het hier over precaire zaken, je kunt die kinderen niet zomaar laten vallen. Toen we zeiden, "we moeten om tafel voor een veiligheidsplan, want we gaan deze actie nu inzetten", drong de ernst van de situatie bij alle partijen door en ontstond er eindelijk een opening om te onderhandelen. We gingen om tafel met werkgevers, het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Dat was a bumpy ride, maar heeft toch geleid tot dit principeakkoord. Nu hebben de leden van beide kanten het laatste woord.’

Hoe voelen de jeugdbeschermers zich bij dit principeakkoord?

‘Het is een onverteerbare opdracht: kinderen weigeren, terwijl er zo veel hulp nodig hebben. We merken dat het verlagen van de caseload discussie oproept, maar ook – voor het eerst – ruimte maakt voor andere gesprekken. Voor vragen waar nooit tijd voor was, bijvoorbeeld: wat vraagt de buitenwereld eigenlijk van ons? En: hoeveel kunnen en willen we op ons nemen?’

‘Dit akkoord is een begin, geen einde. Ja, de wachtlijsten kunnen verder oplopen. Maar de gezinnen die wél geholpen worden, krijgen meer tijd en aandacht. En we hopen op deze manier ook de arbeidsmarkt weer aantrekkelijker te maken voor potentiële nieuwe jeugdbeschermers. Want laten we wel wezen: niemand die staat te trappelen om in déze jeugdzorg te gaan werken. En een simpele rekensom leert: we hebben nu 5.000 jeugdbeschermers met een werkdruk die twee keer zo hoog is als verantwoord, dus we hebben minstens 5.000 nieuwe jeugdbeschermers nodig.’

‘Tegen sommige kinderen moeten we nee gaan zeggen. Tegen de jeugdbeschermers: "Wees bereid om voor jezelf op te staan." En tegen de verantwoordelijken zeg ik: aan de bak, deze is voor jullie.’

Meer lezen?

Miranda’s gezin kon pas opbloeien toen het uit elkaar werd gehaald Miranda heeft een traumatische jeugd. Als ze zelf moeder wordt, dreigt de geschiedenis zich te herhalen. Ze neemt de zwaarste beslissing van haar leven en zoekt hulp. ‘Er is maar één ding moeilijker dan je kinderen afstaan: accepteren dat dit beter voor ze is.’ Lees mijn interview Kijk uit met de volgende grote verbouwing van de jeugdzorg De jeugdzorg is vastgelopen. Lange wachtlijsten, acute noodsituaties en een kostenstijging van 55 procent sinds het nieuwe stelsel van jeugdzorg zeven jaar geleden werd ingevoerd. Politiek dagboek over de rampencyclus bij de Nederlandse overheid – en weer een nieuw jeugdzorgstelsel. Lees de analyse van Marc Chavannes