Orthopedagoog Patricia Vuijk zag onlangs op Twitter dat overwogen wordt om de meivakantie drie weken te laten duren. Bijzonder slecht idee, denkt zij. Scholieren hebben nu al te veel tijd waarvoor ze geen zinvolle invulling hebben. En dat gaat ten koste van hun geestelijke gezondheid.
Vuijk is lector Meisjes en mentaal welbevinden aan de Hogeschool Rotterdam. Ze doet onderzoek naar een groep met wie het, als we de berichtgeving mogen geloven, momenteel niet goed gaat: meisjes in de schoolgaande leeftijd.
Uit het vierjaarlijkse onderzoek ‘Health Behaviour in School-aged Children’ (HBSC), dat sinds 2001 het welzijn en de gezondheid van Nederlandse jongeren tussen de 11 en 16 jaar meet, bleek vorig jaar een aanzienlijke daling in het mentaal welbevinden van vooral meisjes. Van de meisjes uit groep 8 rapporteert 33 procent emotionele problemen. In het voortgezet onderwijs is dat 44 procent. In 2017 waren die percentages respectievelijk 14 en 28.
Ik spreek Vuijk naar aanleiding van deze, en een aantal internationale studies die vergelijkbare trends laten zien. Ook zij vindt de cijfers zorgelijk, vertelt ze me aan de telefoon.
Hoe verklaar jij die grote stijgingen in emotionele problemen bij meisjes?
‘Ik heb verschillende verklaringen. Met de eerste maak ik me niet populair, maar uit talloze gesprekken die ik voer met meisjes – tijdens doelgroepentests, hackathons en observatiestudies – blijkt dat veel van hen zich vervelen in weekenden en vakanties. Met name in het voortgezet onderwijs hebben ze mede door het lerarentekort zo veel vrij, dat ze het moeilijk vinden hun dagen te vullen met positieve activiteiten waar ze energie van krijgen.’
‘Daarbij hoor ik regelmatig dat alles zo duur is. Vroeger kon je met een goedkoop kaartje naar de bioscoop of de dierentuin. Veel gezinnen hebben dat geld gewoon niet. Van die meisjes hoor ik het vaakst dat ze in hun vrije tijd continu naar hun telefoon grijpen.’
‘Dat is meteen de tweede verklaring: meisjes geven zelf aan urenlang gedachteloos te scrollen door TikTok en Instagram. Dat leidt tot sociale vergelijkingen, die in hun optiek meestal in hun nadeel uitvallen: iedereen is leuke dingen aan het doen, behalve ik. Het levert gevoelens op van alleen zijn, gebrek aan perspectief en tekortschieten.’
Verrassend, die verveling. Vaak wordt juist prestatiedruk op school als de grote boosdoener genoemd.
‘Het sluit elkaar niet uit. Als meisjes na vakantieperioden van relatief isolement weer terug naar school komen, hebben ze inderdaad vaak het idee dat er onredelijke eisen aan hen worden gesteld. Ze voelen zich niet toegerust op de prestaties die van ze verwacht worden. Veel van hen geven aan dat ze moeite hebben om die verwachtingen helder te krijgen, waardoor onzekerheid en soms (faal)angst toenemen.’
‘Wat me brengt bij het volgende punt, dat met alles samenhangt: een gebrek aan werkelijke, structurele verbindingen met volwassenen. Zowel in het onderwijs als daarbuiten. Dat is niet de schuld van toegewijde individuele leraren en ouders, het is een probleem van hoe we het onderwijs inrichten.’
‘Er is duidelijk iets aan de hand met de sociale relaties van meisjes. Ten opzichte van volwassen, maar ook van elkaar. Uit dat HBSC-onderzoek blijkt ook dat meer meisjes problemen ervaren met leeftijdsgenoten. En dat steeds minder meisjes het gevoel hebben dat ze terecht kunnen bij een goede of beste vriendin. Ze voelen zich geïsoleerd.’
Die sociale relaties zijn jouw gebied. Wat onderzoeken jullie?
‘Wij zijn bezig met een observatiestudie onder 300 meisjes, 150 vriendinnenkoppels. We kijken naar de manier waarop ze met elkaar praten over hun emotionele leven. Excessief praten over zorgen, problemen en onprettige emoties heet in de literatuur ‘co-rumineren’ en dat gebeurt veel, met name in meisjesvriendschappen. Van co-rumineren weten we dat het de vriendschapsband kan versterken, maar het kan ook schadelijk zijn voor de geestelijke gezondheid.’
‘Excessief praten over zorgen en problemen kan de vriendschapsband versterken, maar ook schadelijk zijn’
‘Meisjes voelen zich er over het algemeen prettig bij om elkaar in vertrouwen te nemen en te steunen. Maar het samen intensief herkauwen van onplezierige, heftige en stressvolle emoties leidt ook tot meer gepieker wanneer ze alleen zijn. Het kan ervoor zorgen dat je gefocust blijft op het onprettige en dat het een ongezond patroon wordt.’
‘Een bijbehorend risico is dat het overmatig gepieker van een van de twee het op de lange termijn moeilijk maakt voor de ander om te blijven luisteren en steunen. Als de piekeraar niet meer openstaat voor oplossingen en positiviteit, kan het zijn dat een vriendin het op een goed moment opgeeft. Zo kan co-rumineren je uiteindelijk dus juist eenzamer maken. Veel meisjes zijn zich hier niet van bewust. Dat maakt de problematiek lastiger aan te pakken.’
In het kader van sociale media wordt inmiddels ook gewaarschuwd voor onderlinge ‘besmetting’. Psychologen zeggen dat ze veel cliënten zien die zichzelf al met een stoornis hebben gediagnosticeerd via TikTok. Herken jij dit?
‘Op veel scholen waarmee ik contact heb, wordt gesproken van "lijdensconcurrentie". Daar zien ze dat bepaalde groepjes meisjes de concurrentie met elkaar aangaan over wie het zwaarst lijdt. Dat gebeurt op school, maar natuurlijk ook online, en soms bijvoorbeeld in groepsapps voor kinderen die bij de ggz in behandeling zijn.’
‘Sommige scholen zien zelfs dat oudere meisjes de jongere rekruteren om zich te verenigen rond dit soort thema’s.’
Dit lijkt het preventieadagium ‘praat erover’ nogal te ondermijnen.
‘Je ziet het inderdaad overal, op tv, op billboards, in psycho-educatiespotjes, "praat erover". Maar het is van wezenlijk belang hoe je erover praat. We zouden jongeren ervan bewust moeten maken dat praten over je gevoelens er niet altijd voor zorgt dat je je beter gaat voelen. Ze moeten leren hoe ze elkaar op een gezonde manier tot steun kunnen zijn.’
‘Dat bewustzijn moet ook op scholen doordringen. Doordat vriendinnen geneigd zijn lang te co-rumineren, geven scholen aan vaak pas laat van problemen op de hoogte te zijn. Mede door smartphones bespreken meisjes hun problemen tegenwoordig langer onder elkaar voordat er een volwassene aan te pas komt. En waar scholen goed georiënteerd zijn op kinderen die geen vrienden hebben, en ze pesten en eenzaamheid vaak wel in het vizier hebben, kan er zich juist binnen vriendschappen veel onder de waterlijn afspelen.’
Welke oplossingen zien jullie voor dit probleem?
‘De meningen verschillen erover of emotionele gezondheid een taak is van het onderwijs of van ouders, en er is een enorme diversiteit aan behoeften op dit vlak. Maar ik pleit wel voor een goede verbinding tussen school en ouders. Kinderen kunnen zich thuis heel anders gedragen dan op school, zodat excessief co-rumineren in een vroegtijdig stadium kan worden gesignaleerd en aangepakt.’
‘Voor meisjes zelf ontwikkelen wij een app die gezonde alternatieven aanbiedt voor overmatig co-rumineren, door ze aan te moedigen om samen activiteiten te ondernemen – creatief, sportief, intellectueel, culinair, van alles – en individueel mindfulness-achtige oefeningen te doen.’
‘Minder praten en piekeren, meer doen en in het hier en nu genieten van positieve activiteiten en emoties. Ik vind het ook belangrijk om te benoemen dat veel kinderen niet ontvankelijk zijn voor de genoemde problemen. Kinderen met wie het prima gaat. Dat zijn over het algemeen degenen met een druk sociaal leven, die bijvoorbeeld veel sporten. Sporten en andere hobby’s blijken een goede buffer te kunnen zijn.’
Over de beelden Voor de serie Spitting Image fotografeerde Eva O’Leary meisjes tussen 11 en 14 jaar op een middelbare school in Pennsylvania. O’Leary legde de meisjes vast op het moment dat zij zichzelf in een spiegel zagen, zich onbewust van de camera. De foto’s onderzoeken het zelfbeeld van een groep die zich doorgaans liever spiegelt aan onrealistische idealen uit de buitenwereld. Het resultaat: een serie genuanceerde portretten waarin kwetsbaarheid, onzekerheid en de zoektocht naar een identiteit zichtbaar worden.Meer lezen?
Moeten we niet wat mínder over onze geestelijke gezondheid praten? De wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg lopen op. Praat wat vaker met vrienden en familie over je gevoel, wordt er dan gezegd. Maar wie op sociale media kijkt, ziet dat je daarin ook kunt doorslaan. Daar gaat het ongezond vaak over onze mentale gezondheid. Moeten we ons zorgen maken over meisjes? Praat mee Er zijn steeds meer zorgen over het geestelijk welzijn van jongeren, en dan vooral meisjes. Hoe terecht zijn die? En welke rol spelen (sociale) media daarin? Ik ben op zoek naar ervaringsdeskundigen!Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!