Tv-debatten tussen de ‘grootsten’ in de peilingen sturen de uitslag. Dat hoort niet
De verkiezingscampagne is op gang gekomen met het College Tour-tv-debat. Op basis van de peilingen mochten vier groten hun zegje komen doen, ten koste van de afwezige lijsttrekkers. Politiek Dagboek over hoe peilingen en tv-debatten van de verkiezingen een paardenrace maken.
Zondagavond 22 oktober was het eerste tv-debat tussen de lijsttrekkers van vier grote partijen. Je zag de uitkomst van de verkiezingen al voor je: Yeşilgöz, Omtzigt en Van der Plas delen straks de lakens uit, Timmermans gaat af op een eervolle nederlaag.
Als dat is wat een meerderheid wil, doen. Maar is het vier weken vóór de verkiezingsdag niet een beetje snel om via de logica van peilingen en conclusies van tv-producenten met open ogen de fuik van onvermijdelijkheid in te zwemmen? Dat is wel wat nu dreigt te gebeuren.
Iedereen is het erover eens dat Nederland op een uniek punt staat. De vanzelfsprekendheden van het tijdperk-Rutte zijn afgeworpen. Kiezers zijn uitermate ontevreden over de prestaties van politiek en bestuur, maar zeer gemotiveerd en gretig om een nieuw begin te maken.
Deze Tweede Kamerverkiezingen zijn de meest open en potentieel dramatische in tijden. Over twee dingen zijn veel mensen het eens: we hebben genoeg van traditioneel gehakketak en willen dat er gedebatteerd wordt over de inhoud. Dat betekent dat alle standpunten, van links tot rechts, van woningbouw tot stikstof, van zorgkosten tot het Midden-Oosten rustig uitgelegd en besproken worden.
Omtzigt had gelijk, en was slim
Pieter Omtzigt had gelijk dat veel mensen moe zijn van vluchtige tv-avonden met snedige oneliners waar er amper tijd is voor doordachte plannen. Hij pleitte voor debatten met weinig deelnemers om de diepte in te gaan. En krijgt van de tv-zenders grotendeels wat hij vroeg.
Het klonk serieus, maar het was ook handig: als een van de grootsten in de peilingen én als new kid on the block zit hij er altijd bij. Als hij wil. Het grote radiodebat van NPO 1 laat hij bijvoorbeeld links liggen, te druk.
Peilingen zijn luchtspiegelingen, momentopnames van de stemming onder een steekproef van kiezers
Voor partijen als D66 en het CDA, die jaren gezwoegd hebben om het land te besturen aan de zijde van Mark Rutte is het zuur dat zij er bij College Tour niet bij zaten en dat zij waarschijnlijk ook niet mee mogen doen met de twee RTL-tv-debatten en het SBS-debat.
Het is ook onrechtvaardig: regeren was moeilijk, maar echt; de peilingen zijn luchtspiegelingen, momentopnames van de stemming onder een steekproef van kiezers.
Bij College Tour had Geert Wilders op grond van de peilingen en de omvang van zijn huidige fractie een plaats op het podium verdiend, maar de vier genodigden waren ‘College Tour alumni’, en dat is Wilders niet. Het moet blijken of hij in komende ‘grootste vier’- of ‘grootste zes’- (in de peilingen) debatten een plek krijgt. Bij het grote EenVandaag-debat ‘De Toekomst van Nederland’ zijn Wilders en Jetten wel erbij.
Origineel: Omtzigt en Timmermans doen het zelf
Omtzigt en Timmermans hebben op eigen kracht ook nog een dialoog in Arnhem georganiseerd, maandag 30 oktober. Dat is origineel en nuttig want volgens Omtzigt staan zij wat betreft bestaanszekerheid dichter bij elkaar, terwijl de migratie-, buitenland- en ethische agenda van NSC dichter bij rechts staat. Op het gebied van wonen, natuur en landbouw moet blijken hoe ver zij elkaar naderen in wat wordt aangekondigd als ‘een goed gesprek’.
Aan zaaldiscussies overigens geen gebrek dit jaar. Door het land wordt een indrukwekkende serie themadebatten georganiseerd. Het grote ov-verkiezingsdebat, het grote zorgdebat, het boerderijverkiezingsdebat, twee klimaatdebatten, een woon- en een defensiedebat en een onderwijsdebat. Allemaal in zalen met en zonder livestream.
Het is goed dat die en andere debatten er zijn, zodat ook de niet-lijsttrekkers en specialisten aan bod komen. Maar het zal van de omroepen en (in mindere mate) de kranten afhangen of zij ook een rol gaan spelen in de beeldvorming.
Uiteindelijk zijn het meestal de paar nationale tv-debatten die bepalen wie ‘op kop gaat’, wie aan ‘een eindsprint bezig’ is, en wie ‘het niet redt’. En bij gebrek aan een origineel idee klampen die nationale tv-debatten zich vast aan de peilingen en de opstelsom daarvan, de Peilingwijzer. Met alle vertekenende effecten die daarvan het gevolg zijn.
Het kan anders als iedereen wil
Hoe zou het anders kunnen? Daar is niet één simpel antwoord op.
Debatten met 37 deelnemers zijn geen feest om naar te kijken. De NPO laat het voornamelijk aan de Op1’s, de Khalid&Sophie’s, de Nieuwsuren, de NPO Radios 1’s en de Lubachs over om allemaal op hun eigen manier lijsttrekkers aan de praat te krijgen in een gezellige of strenge omlijsting.
Een ruim toelatingsbeleid bij tv-debatten zou bij wijze van publieke dienstverlening een bijdrage van betekenis zijn
Daarnaast zijn er bij de landelijke publieke omroep één radiodebat en twee tv-debatten (EenVandaag op 20 november, NOS op 21 november, beide kort voor de verkiezingsdag van 22 november). De gewoonte is dat daar een ruimer toelatingsbeleid is dan bij de commerciële debatten en bij College Tour van 22 oktober. Dat geeft de niet-koplopers een kans zich te laten zien. Maar het is de vraag of het genoeg is.
Zonder te willen pleiten voor tien tv-debatten van drie uur, zoals in EW werd gesuggereerd, zou de NPO best iedere week tussen begin oktober en verkiezingsdag een debat hebben kunnen organiseren over een belangrijk onderwerp. Het aan partijen overlatend of zij hun lijsttrekker, premierskandidaat of specialist afvaardigen. Die debatten zullen geen twee miljoen kijkers vasthouden. Maar met een ruim toelatingsbeleid zouden zij bij wijze van publieke dienstverlening een bijdrage van betekenis zijn. Democratie in actie. Beleid boven babbelen.
Ook Omtzigt is voor een deel een mediacreatie
Deze week werd eindelijk het langverwachte partijprogramma van Omtzigt gepresenteerd. De bijna heilige Pieter domineert tactisch het speelveld. Het wachten op iedere volgende Omtzigt-onthulling werd wel heel eerbiedig. De vraag is of de media te veel een aanjagende rol in die geslaagde beeldvorming spelen. Nieuws is geen objectief begrip.
De kunst van democratie is iedereen een stem geven, en alle ideeën binnen de democratische rechtsstaat ruimte geven. Om zo min mogelijk onbedoeld te sturen zouden peilingbureaus er goed aan doen niet te veel peilingen te publiceren. Omzwachteld met relativering van hun betekenis. Veel mensen weten bijna tot het eind nog niet wat zij gaan stemmen. Het zou ideaal zijn als de laatste dagen vóór de verkiezingsdag geen peilingen verschenen. Vrijwillig.
Als wij van de media dan onze verantwoordelijkheid nemen en de verleiding weerstaan te doen alsof de Tweede Kamerverkiezing een paardenrace is, met koplopers en kanslozen. Als zij van de tv ook de verleiding onderdrukken om te doen alsof zij de uitslag eigenlijk al weten maar uit beleefdheid nog door de bewegingen van een campagne gaan.
Dan kunnen burgers in vrijheid en goed geïnformeerd hun keuze bepalen. En doen we er alles aan om het zuivere verkiezingen te laten zijn. De enige echte peiling onder ruim 13 miljoen kiesgerechtigden is op 22 november. Niemand wil toch op z’n geweten hebben die onterecht te hebben beïnvloed?