De wereld staat in brand. Waarom is defensie geen verkiezingsthema?

Marc Chavannes
Correspondent Politiek
Illustratie door Cliff van Thillo (voor De Correspondent).

In de nationale tv-debatten gaat het over (zogenaamd) binnenlandse onderwerpen. Maar de wereld explodeert. Politiek Dagboek over de onveiligheid, oorlogen en het ontbrekend besef dat Nederland en Europa zichzelf niet kunnen verdedigen.

Het tv-debat tussen de nummers 2 van een aantal grotere partijen, 5 november in WNL op Zondag, was een gunstige uitzondering: het had tien minuten ingeruimd voor defensie. Een goed idee nu het Midden-Oosten weer is geëxplodeerd en

Alleen wel jammer: het debatje ging over het wel of niet herinvoeren van de

Een leuk onderwerp voor een debatwedstrijd. Alleen gaat het voor de Tweede Kamerverkiezingen voorbij aan de sterk technologische ontwikkeling van moderne oorlogsvoering, waarin dienstplichtigen zich niet snel genoeg nuttig kunnen maken. Het thema dienstplicht negeert de realiteit dat aan de poorten van de NAVO en de Europese Unie rammelt. En dat niet tevreden is met wat China heeft.

We hebben geen tijd voor leuke debatjes. En al helemaal niet voor uitwaaierende gesprekken over een maatschappelijke

Een campagne van en voor het binnenland

De verkiezingscampagnes zijn tot nu toe redelijk serieus. Er wordt niet veel geruzied, misschien te weinig doorgevraagd en nog steeds iets te veel gedaan alsof het een premierswedstrijd is. Maar het gaat in de grote, nationaal uitgezonden debatten bijna uitsluitend over zogenaamde binnenlandse onderwerpen.

Denk aan wonen, bestaanszekerheid en bestuurscultuur.

Gek genoeg geldt migratie ook als binnenlands onderwerp, want het woningtekort. Het is natuurlijk een internationaal verschijnsel waar internationale verdragen regels voorstellen. Iets vergelijkbaars doet zich voor bij klimaat. Dat wordt besproken als Nederlands onderwerp. Als het gaat om het overvolle elektriciteitsnetwerk en een eerlijke lastenverdeling klopt dat natuurlijk ook, maar meer niet.

Even existentieel is de onveiligheid aan de randen van Europa, ten zuiden en ten oosten, de instabiliteit rondom China. Met de geweldsuitbarsting tussen Israël en Hamas en de Oekraïneoorlog als uitslaande brandhaarden. Beide kunnen overslaan. In beide gevallen zitten de grootmachten op het vinkentouw om hun posities te bewaken en te versterken. Terwijl Europa gebouwd is op ‘nooit meer oorlog’.

Nobel, maar op dit moment ernstig achterhaald. doet al zestien jaar wat hij in 2007 verkondigde: zich militair ‘verweren tegen de dreiging van de NAVO’.

De Amerikaanse levensverzekering loopt af

En daar gaat het in deze Nederlandse verkiezingscampagne 2023 helemaal niet over. Dat is roekeloos en naïef. Amerika als eeuwige levensverzekering is een aflopende zaak: de en kunnen volgend jaar Donald Trump of een van zijn klonen als president kiezen. Geen vrienden van Europa en de NAVO-paraplu.

Den Haag weet dit allemaal, maar vindt het kennelijk te moeilijk of te ongezellig voor de meeste kiezers. Tussen de grote nationale tv-debatten organiseerden de Atlantische Commissie en EW over en Daar kregen deskundige Kamerleden en -kandidaten en de defensie-industrie kans hun stellingen te betrekken.

Er werd bijvoorbeeld gepleit om een ondergrens van 2 procent van het bruto binnenlands product voor de defensiebegroting wettelijk vast te leggen. Voor zo’n wettelijk minimum zou weleens een meerderheid kunnen komen. Het is per slot van rekening al sinds 2014 een bindende NAVO-afspraak, die Nederland (onder leiding van kandidaat-secretaris-generaal van de NAVO Mark Rutte) Derk Boswijk van het CDA zei in zo’n klein zaaldebat zelfs dat Nederland op den duur naar 4,5 procent van het bruto binnenlands product moet, meer dan een verdubbeling van de defensiebegroting.

Die begroting voor 2024 komt zelfs nu net niet aan 2 procent, en evenmin in 2025, om daarna weer te dalen. Los van de vraag of het lukt de bijbehorende aankopen te doen en de mensen te vinden om alles te bedienen.

Een sterkere defensie-industrie nodig

Nog meer eensgezindheid is er bij de deskundigen over de noodzaak dat Europa z’n krachten bundelt in een Europese defensie-industrie, om minder afhankelijk te worden van de Verenigde Staten. Een grijsgedraaide plaat die door de Oekraïne-oorlog en het verval op Capitol Hill hoogst actueel is, maar nog even ver van verwezenlijking als altijd. Het besef ontbreekt volledig – bij deskundige en leidende politici, én in de publieke discussie – dat er harde keuzes gemaakt moeten worden. Dat een oorlogseconomie nodig is. Dat we misschien beter een tijdje geschut dan e-bikes kunnen maken.

Die zaaldebatten over geopolitiek zijn keurige gesprekken voor enkele honderden studenten en meer doorgewinterde geïnteresseerden. Maar de urgentie ontbreekt. De wereldbrand dringt al helemaal niet door tot de nationale tv-debatten en de een-op-een tv-interviews, amper tot de dagblad- en podcastinterviews met lijsttrekkers.

Hoogstens schrijft Frans Timmermans een wereldbewust in Trouw. Daarin stelt hij met klem dat we in Nederland moeten nadenken over hoe de noodzakelijke uitbreiding van de Europese Unie met landen als Oekraïne en Moldavië kan worden opgevangen door een Unie die nu al zucht onder de laatste uitbreidingen. Met een verlammend vetorecht uit de begintijd van de Unie. Timmermans agendeert, maar het is te moeilijk en te ingewikkeld voor een tv-debat tussen lijsttrekkers. Terwijl een wereldbrand daar bij uitstek thuishoort.

Er heerst in die kleinezaaldebatten een soort berustende eensgezindheid. Wij weten wel wat nodig is, wij zien de gevaren ongeveer door dezelfde bril. Ook VVD’er Ruben Brekelmans, om te breken met het kabinet-Rutte IV maandenlang verdedigde, zit in grote trekken op dezelfde lijn. wil nu serieus investeren.

Uitgeholde krijgsmacht niet één-twee-drie weer op krachten

Maar ook de deskundigen in die zaaltjes benoemen niet de immense achterstanden bij de Nederlandse Defensie (8.000 vacatures) en het feit dat het met de reparatie van de ergste gaten geslagen door jaren bezuinigingen niet erg opschiet. Bij de landmacht zijn twee van de drie brigades niet op hun taak berekend. De luchtmacht heeft nieuwe F-35’s en krijgt er meer, want het waren er zo weinig dat er maar een paar tegelijk inzetbaar waren.

Het demissionaire kabinet zet de jarenlange traditie voort om mooi weer te spelen en waar gewichtige woorden de leegte niet kunnen verbloemen te verwijzen naar het volgende kabinet. Dat moet maar beslissingen nemen terwijl de brand nu woedt. Dad’s army is half empty.

eind september dat de Duitse landmacht heel goed bezig is in Noord-Europa en dat Nederland graag gaten in Midden-Europa opvult, maar zal aandringen op een ‘realistische invulling van de nieuwe plannen en een gefaseerde implementatie’. Defensiejargon voor ‘minder en langzamer doen dan afgesproken’.

Om vervolgens het vingertje te heffen naar de bondgenoten. Die moeten ‘daadwerkelijk voldoende militaire capaciteiten beschikbaar stellen om uitvoering te kunnen geven aan de plannen’. Hoe durf je, als je zelf als land nog nooit hebt voldaan aan de gemaakte afspraken? En ook geen materieel, mensen en plannen hebt om dat te gaan doen?

Verwijtbare naïviteit of zelfbegoocheling?

Terwijl de oorlog aan de rand van Europa al bijna twee jaar woedt met honderdduizenden doden en gewonden. En niet de goede kant op gaat. Doordat Poetin niet geeft om mensenlevens en onbeperkte middelen kan onttrekken aan de economie van zijn land.

Urgentie ontbreekt ook binnen Defensie

De urgentie ontbreekt zelfs binnen het ministerie van Defensie. Dat zit met z’n hoofd in de cyberoorlog en de drones, terwijl Oekraïne ervaart dat het eigen grondgebied zonder tanks bijna niet te verdedigen is tegen een vijand die zich ingraaft en de oorlogen van de vorige eeuw deels nabootst.

Demissionair minister Ollongren volgt vooralsnog de voorkeur van de hoogste militair, commandant der strijdkrachten Onno Eichelsheim voor een schone oorlog, met vooral nieuwe hightech- en luchtwapens. Daarmee negeert zij en liet Nederland deze zomer de kans lopen om mét de Duitse landmacht een grote order voor tanks te plaatsen – een van de wegbezuinigde essentiële wapensystemen waar moeilijk tijdig aan te komen is.    

Bij de NAVO zien ze wel de noodzaak de grondoorlog serieus te nemen. De hoogste militair daar, toevallig de vorige Nederlandse opperbevelhebber ‘We zien in Oekraïne elementen van de Eerste en Tweede Wereldoorlog terugkeren, met enorme artilleriebarrages, loopgraven, bloed en modder. De vijand bepaalt wat wij moeten doen en inkopen, niet wij. We kunnen niet kiezen of we al dan niet tanks willen (…). Want als de vijand met tanks voor ons staat, kunnen we toch moeilijk zeggen: “Hé jongens, kom op, dat is niet eerlijk. We hebben die van ons

Gezien de realiteit in het Oosten houdt de NAVO Nederland opnieuw voor dat een volledig bemande en beter uitgeruste landmacht nodig is. Zoals de wegbezuinigde luchtverdediging dringend moet worden heringericht. Ook dat is een les uit de Oekraïne-oorlog.   

Hoe kan het dat de verdediging van het Nederlandse en Europese grondgebied vrijwel geen onderwerp van gesprek is in deze verkiezingen, terwijl de veiligheid van onze wereld op het spel staat? Terwijl we onszelf niet kunnen verdedigen?

Direct na het uitbreken van de Oekraïne-oorlog leek het even of iedereen wakker was geworden. Maar de reactie blijkt op en top Nederlands: een procentje erbij op de begroting en verder niets nieuws in het Westen.

Dat kunnen we ons allemaal aantrekken. Ik had niet gedacht dat ik, van huis uit defensiescepticus, dat nog eens zou schrijven. Maar de wereld is niet alleen lief en vreedzaam.