Zelfs op Antarctica sterven dieren massaal aan vogelgriep. Met dank aan de bio-industrie

Thomas Oudman
Correspondent Voedsel

Het is gewoon geworden om zo nu en dan in de krant te lezen dat er weer een stal is En ook de boodschap dat het vogelgriepvirus de maakt weinig indruk meer. Je hoorde er deze verkiezingen vrijwel niemand over. Vogelgriep? Nu even niet.

Deze desinteresse is dodelijk. Want we riskeren niet alleen een ze is er al. Niet onder mensen, maar onder wilde vogels en zeezoogdieren.

Massale sterfte onder zeevogels

Vogelgriep is een virus dat al duizenden jaren rondwaart onder wilde vogels. Maar net als bij mensengriep gaat het bij vogels doorgaans om een ziekte waar ze niet dood aan gaan. Omdat zieke vogels zich afzonderen, krijgen toevallige mutaties die het virus dodelijker maken weinig kans om zich te verspreiden.

Maar in de pluimveehouderij is dat anders. In kippenstallen komen zieke vogels wél met elkaar in aanraking – gezonde vogels lopen daar door gebrek aan ruimte over stervende soortgenoten heen. Een vogelgriepbesmetting in een stal met tien- of zelfs honderdduizenden dieren op elkaar wordt onherroepelijk een superspread-event waarbij verbleekt.

In zo’n stal krijgt het virus de kans om zich miljarden keren te vermenigvuldigen. En daarmee wordt de kans op gevaarlijke mutaties levensgroot. Namelijk, die het virus niet alleen dodelijk, maar óók heel besmettelijk maken. 

In zo’n stal krijgt het virus de kans om zich miljarden keren te vermenigvuldigen. En daarmee wordt de kans op gevaarlijke mutaties levensgroot

Vogelgriepvariant H5N1 zorgt al decennia regelmatig voor epidemieën onder pluimvee, en die slaan over op wilde vogels in Europa. Tot voor kort was de winter het ‘vogelgriepseizoen’; in het voorjaar doofden uitbraken steeds weer uit. Nu niet meer: in 2021 verspreidde zich een nieuwe sub-variant van H5N1 die wel dodelijk is, maar ook weer niet zó dodelijk dat alle vogels sterven. Sommige vogels blijven leven, en blijven ook het virus bij zich dragen. Zo komt het dat Europa sinds kort

Daarbij vallen in het wild nu Aanvankelijk vooral eenden en ganzen, sinds vorig jaar ook zeevogels die langs de In sommige kolonies stierf meer dan de helft van alle dieren. Bijvoorbeeld rond het eilandje Foula, waar vorige zomer ‘een bruine soep van dode jagers tegen de klippen opklotste,’ aldus zeevogelonderzoeker

Het virus heeft zelfs Antarctica bereikt

Dit grote sterven beperkt zich helaas niet tot de Noordzee. Nadat deze gevaarlijke virusvariant zich in Europa verspreidde en kort daarop Afrika, maakte het eind 2021 ook de sprong naar Noord-Amerika – waarschijnlijk met trekvogels. In twee jaar tijd heeft het zich over dat hele continent verspreid, en nu is het aanbeland op het laatste continent dat tot nu toe nog gevrijwaard leek van vogelgriep: Antarctica.

Jackpot. Antarctica is het thuis van meer dan honderdmiljoen zeevogels en zeezoogdieren, in de meest waanzinnige soorten en maten. Van de gigantische grote albatros tot het engelachtige sneeuwstormvogeltje, en van zeeolifanten en zeeluipaarden tot konings- en keizerpinguïns.

Zuidelijke grote jagers – grote meeuwachtige roofvogels die de oceaan afschuimen – namen het virus waarschijnlijk mee vanaf de Zuid-Amerikaanse kust, waar ze aten van zeezoogdieren die daar al zijn gestorven aan het vogelgriepvirus. Dat waren er meer dan Alleen al de helft van alle lokale

Besmette grote jagers en reuzenstormvogels – nog een slag groter dan grote jagers en een soort aasgieren van de zee – zijn nu gevonden op het Antarctische eiland Onderzoekers vrezen voor de toekomst van vele kwetsbare Allerlei soorten albatrossen, maar ook de massale kolonie van zuidelijke zeeolifanten op South Georgia, waar meer dan de helft van alle zeeolifantenvrouwtjes ter wereld samenkomen om te

Als het virus de Antarctische pinguïnkolonies bereikt, dreigt volgens experts ‘een van de grootste ecologische rampen in de De vraag dringt zich op: valt hier nog iets aan te doen?

Pijnlijk maar waar: nee. Miljoenen wilde dieren dragen het virus nu met zich mee – de spreekwoordelijke beer is los.

Wat kan wel?

Wat we wél kunnen doen, is voorkomen dat er meer pandemieën zoals deze volgen. Al was het alleen al om te zorgen dat het niet een mensenpandemie zal zijn.

Want volgen zullen ze, als we niet voorkomen dat er steeds weer nieuwe dodelijke varianten van het vogelgriepvirus ontstaan. En ja, het is wachten tot het op mensen overspringt. De op-een-na laatste stap in die richting, namelijk een virus dat van zoogdier op zoogdier kan overspringen, is al verschillende keren gemaakt. Waarschijnlijk ook onder de Argentijnse zeeolifanten, want anders zouden die niet zo massaal zijn

Gelukkig is er weinig contact tussen mensen en zeeolifanten. Virologen achten het waarschijnlijker dat het virus zal overspringen naar mensen na een uitbraak in een stal met

Hoe voorkomen we dat? De beste en zekerste manier is zo snel mogelijk stoppen met de Niet alleen van zoogdieren, maar ook de pluimveehouderij. Want een nieuwe uitbraak wordt meestal als volgt veroorzaakt:

Stap 1: wilde vogels besmetten kippen of ander pluimvee in een stal met een bestaand vogelgriepvirus.

Stap 2: het virus viert feest: het vermenigvuldigt zich, en muteert af en toe. Per toeval ontstaat er een

Stap 3: het gemuteerde virus ontsnapt uit de stal.

Stap 1 en 3 kunnen in elke stal gebeuren. Niet alleen in kleine kippenboerderijen waar de kippen buiten lopen, maar ook in moderne, hermetisch afgesloten stallen – dat is de afgelopen jaren in Nederland Maar stap 2 gebeurt bijna uitsluitend in gigantische dichte stallen.

Vandaar dat dodelijke vogelgriep wereldwijd 37 keer ontstond in grote pluimveestallen. Waarvan maar liefst 14 keer in Europa – inclusief één in Nederland. Slechts twee keer ontstond er een dodelijke variant in een van de miljoenen kleine ‘backyard farms’, waar contact tussen pluimvee en wilde vogels

Alleen al in Nederland hebben we 32 miljoen legkippen en 320 miljoen vleeskuikens in 1.440 stallen We kunnen veel beter teruggaan naar kleinschalige pluimveehouderij. Dat kan ook economisch uit, als die onderdeel zijn van een groter boerenbedrijf dat ook andere dieren houdt en/of gewassen verbouwt. Veel biologische bedrijven werken al zo.

Natuurbescherming is geen bescherming

Het moge duidelijk zijn dat het voorkomen van vogelgriep in ons eigen, menselijke belang is. Maar het lot van al die andere dieren op aarde laat ons toch ook niet koud?

Tot in de vorige eeuw doodden mensen – en Europeanen in het bijzonder – massaal zeezoogdieren en zeevogels. Voor hun huid, hun vet, hun eieren en hun vlees. Zelfs Antarctica werd in de negentiende eeuw bijkans ontdaan van alle dieren door

Die slachting is grotendeels voorbij. We vinden het met de blik van nu een barbaarse daad. Daarom zijn de meeste zeevogels en zeezoogdieren nu beschermd – zeker op Antarctica. En daar zijn we trots op.

Maar wat is die bescherming waard, als deze dieren alsnog massaal sterven door ons toedoen?