Als boze boeren en rechtspopulisten elkaar omarmen, heeft Europa een groot probleem

Thomas Oudman
Correspondent Voedsel

Ooit moesten we erom lachen: een minister voor stikstof?! Maar ondertussen is het geen grap meer. De landbouwproblemen hebben eerst Nederland op zijn kop gezet, nu gebeurt dat in heel Europa. En overal worden de boerenprotesten radicaler, gewelddadiger en intimiderender aan de vooravond van de

Mest, stikstof, depositie: het lijkt allemaal zo technisch en ver weg, maar de ogenschijnlijke niche die het landbouwdebat lang was, speelt een cruciale rol in de polarisatie die de politiek en de samenleving nu verscheurt. En het kan nog veel erger worden.

De elementen voor een perfecte storm zijn al aanwezig in de Europese Unie: de opkomst van populistisch rechts, de en een enorme aantrekkingskracht tussen beide.

Intimidatie werkt

Alle dieren zijn gelijk, maar sommige dieren zijn gelijker dan andere. De snelwegen blokkeren, asbest in de fik steken; geen andere sector kan de boel zo op stelten zetten als radicale boeren, en er zo makkelijk mee

Zelfs de landbouwminister wordt Toch blijft hij maar zeggen dat ‘een verdienmodel voor boeren’ zijn – en dat terwijl hij net zo goed minister van Natuur is. Boze boeren zijn intimiderend, en intimidatie werkt.

En niet alleen in Nederland. De Franse president Emmanuel Macron sprong vorige maand in Brussel nadat ze gedreigd hadden heel Frankrijk weer eens plat te leggen. Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, weet niet hoe snel ze de hele landbouwkant van de Green Deal weer moet afbreken. Uit angst voor nog meer boerenprotest en de ruk naar rechts die door de boze boeren bespoedigd zou kunnen

Want extreemrechts vaart wel bij de beelden van protesterende boeren. Ze zijn het traditionele symbool van het oude Europa, dat bedreigd wordt door een tsunami van migranten, werkende vrouwen, havermelk en de linkse goelag in het algemeen. Buigt de EU niet voor haar boeren, dan zullen de boeren haar wel breken.

Niet in het maatschappelijk belang

Begrijp me niet verkeerd: ik vind ook dat boeren een verdienmodel moeten hebben, en dat we daar als samenleving voor moeten staan. Maar dat betekent niet dat de financiële belangen van de huidige landbouwsector vóór het maatschappelijk belang gaan.

Toch is dat precies wat er al decennia gebeurt – zie het stikstofprobleem. En daarom vindt nu in Europa een ongekende clash plaats tussen de belangen van de landbouwindustrie en het maatschappelijke belang. De uitkomst van die strijd is duister.

Een lucratief verdienmodel voor de grootgrondbezitter

De tentakels van de landbouwindustrie lopen tot in de verste hoeken van de instituties van de Europese Unie. Niet zo gek, want het opbouwen van een solide voedselproductie was in de vorige eeuw Het idee was een moderne landbouw die, naast zorgen voor voedselzekerheid, boeren zou verheffen en de economie stimuleren.

Inmiddels is het vooral een lucratief verdienmodel voor grootgrondbezitters en multinationals. Maar nog steeds gaat naar het overeind houden van de huidige intensieve landbouw.

Tachtig procent van de landbouwsubsidie gaat naar de twintig procent grootste bedrijven

Dat geld belandt allang niet meer in de zak van kleine boeren die zo door populisten op een voetstuk geplaatst worden. Tachtig procent van de Europese landbouwsubsidie gaat naar de twintig procent grootste En de winsten die gemaakt worden in de landbouw, belanden sowieso niet bij de meeste boeren.

In de moderne landbouwindustrie zijn degenen die op het land staan het slechtst betaalde onderdeel. Ze zijn een schakel tussen de megabedrijven die grondstoffen aanleveren – kunstmest, zaden, veevoer, machines – en de megabedrijven die de producten weer afnemen en verhandelen. Megabedrijven met megafinanciële belangen, die lijnrecht ingaan tegen de klimaat- en milieu-ambities van de Europese Unie. En die ambities zijn hoog: klimaat komt bij landbouw langszij als Europese topprioriteit.

Dat is de titanenstrijd die nu in Europa uitgevochten wordt. Wie wil weten hoe vuil dit kan worden, hoeft alleen maar naar Brazilië te kijken.

Privémilities en koeien

Dat leerde ik recent van plattelandssocioloog In Brazilië hebben grootgrondbezitters en de agro-industrie zich verenigd in de ‘bancada ruralista’. Dit verbond heeft niet alleen privémilities tot zijn beschikking, maar is ook met 30 procent van de zetels vertegenwoordigd in het parlement.

In 2018 hielpen zij de extreemrechtse president Jair Bolsonaro in het zadel. Met enorme verkiezingscampagnes overtuigde deze club de kiezer dat de landbouwindustrie de kurk is waar niet alleen de Braziliaanse economie, maar de hele wereldvoedselvoorziening op drijft. Dit verhaal was zó succesvol en overtuigend, dat een samenleving er zelfs het resterende Amazonewoud voor wilde

Het is een afschrikwekkend voorbeeld van hoe de landbouwindustrie hielp een van de grootste landen van de wereld (bijna even groot als Europa) in populistische chaos te storten. De puinhoop bleek te groot om Bolsonaro nog een termijn te gunnen, maar de regering van de huidige president Luiz Inácio Lula da Silva zal meer dan een termijn nodig hebben om het land er weer bovenop te helpen. De schade aan het regenwoud is permanent.

De boer is het contact met ons eigen land – letterlijk

In Nederland is al eeuwenlang geen oerbos meer te bekennen, maar de parallel tussen de bancada ruralista en het stilzwijgende verbond tussen BBB en PVV is evident. Ook hier is een machtsblok ontstaan, dat geboren werd uit de boerenprotesten. En ook hier werden die aangeslingerd door de

De boerenprotesten wisten zoveel onvrede los te maken dat BBB met ongekende overmacht de Provinciale Statenverkiezingen won, en daarmee ook de grootste partij in de Eerste Kamer werd. Daarna werd de PVV de grootste in de Tweede Kamer. Deze partij is op het complexe landbouwdossier simplistisch én opportunistisch: de PVV wil ‘niet minder boeren, maar een

Dat was te verwachten van een populist als Geert Wilders, want als de boerenprotesten iets lieten zien, dan is het dat de gunst van heel veel mensen bij de boeren ligt. En niet voor niets. Onze overgrootouders waren grotendeels boeren. Zij zijn de traditionele kern van de samenleving. De hoeders van schapen Ze zijn het contact met ons eigen land – letterlijk.

En andersom botert het ook: de boeren werden door overheden gestimuleerd te vergroten, vergroten en nog eens vergroten. Nu is het ineens allemaal te vervuilend, en moeten ze En dat terwijl ze moeten concurreren op de wereldmarkt – met boeren die al die regels allemaal níet hebben. En dus verlangen ze grenzen: bescherming tegen het buitenland. Precies wat populistisch

De technische details van het landbouwbeleid zullen de PVV worst wezen, in tegenstelling tot de BoerBurgerBeweging. Mocht zij met de PVV samen in een coalitie komen, dan zal ze met liefde een landbouwminister leveren. En wie zij ook kiest: het zal een regelrechte vertegenwoordiger van de agro-industrie zijn. Net als onder Bolsonaro.

Wat als opkomend populistisch-rechts in de verschillende lidstaten elkaar op Europees niveau vindt? En wat als ze een partner vinden in de machtige en in het nauw gebrachte landbouwindustrie?

Dan kan Europa zijn borst natmaken. Wat er in de landbouwpolitiek nu op het spel staat is niet alleen de landbouwtoekomst, maar de Europese verworvenheden in hun totaliteit.