Toen Joanna Kruzycka tien jaar oud was, moest ze een spreekbeurt houden over wat ze later wilde worden. Dokter, dacht ze, maar tijdens het voorbereiden kreeg ze een ander idee. In plaats van mensen beter te maken, wilde ze ervoor zorgen dat mensen niet ziek werden.

Haar spreekbeurt ging uiteindelijk over vitamines en mineralen, haar studie werd neurobiologie en gezondheidswetenschappen, en haar idee werd werkelijkheid: in 2014 ging ze aan de slag als ‘gezondheidsbevorderaar’ in Oftewel: als ambtenaar die ervoor zorgt dat mensen niet naar de dokter hoeven die ze zelf niet is

‘Vol op preventie’

‘Gezondheid’ is iets wat we hébben, en ‘gezond’ is iets wat we zíjn. Maar onze gezondheid is ook, deels, het gevolg van wat we doen: van wat we eten, hoeveel we bewegen, of we roken en alcohol drinken, en hoe goed we slapen – van ons gedrag dus, onze

Bijna 60 procent van de Nederlanders kampt met een of meer ‘leefstijlgerelateerde’ aandoeningen, zoals diabetes, kanker of hart- en Dat is vervelend voor wie ziek is en voor de samenleving, want zorg is schaars en Daarom hamert zo’n beetje elk overheidsadviesorgaan er al jaren op dat het voorkomen van ziekte belangrijker is dan Ook Kruzycka’s werkgever, de gemeente Amsterdam, wil ‘vol inzetten op preventie’ en iedere inwoner ‘een eerlijke kans [geven] om een gezond leven te  

Maar hoe doe je dat: ‘vol inzetten op preventie’? 

Gedragsverandering is gewoonteverandering

Om te beginnen: door te constateren dat gezondheid in Nederland niet gelijk verdeeld is. Zo leven hoogopgeleiden zo’n veertien jaar (!) langer in goede gezondheid dan laagopgeleide Ook mensen met een niet-westerse migratieachtergrond hebben last van  Kruzycka (35) richt zich op deze groep.

Joanna Kruzycka. Foto: Bebe Blanco Agterberg

Als gezondheidsproblemen voortkomen uit gedrag, lijkt het logisch om te proberen dat gedrag, individu voor individu, te veranderen. ‘Decennialang probeerden gezondheidsbevorderaars dat via “opvoeding en educatie”’, vertelt Jaap Seidell, hoogleraar gezondheidswetenschappen en Kruzycka’s voormalig docent. ‘Dan ging je als een soort missionaris aan mensen vertellen wat ze moesten doen.’ 

De meeste lifestylecoaches, fitfluencers en selfcare-apostelen doen dit nog steeds: met zichzelf als lichtend voorbeeld hun volgelingen aansporen om zich anders te gaan gedragen.

Alleen: gedragsverandering is gewoonteverandering – en weinig is zo vastgeroest als Bovendien weten wetenschappers en beleidsadviseurs inmiddels dat ons gedrag grotendeels wordt bepaald door factoren waar we vrij weinig aan kunnen doen. Door onze fysieke omgeving, onze cultuur en onze sociaal-economische positie Wie stress heeft door schulden of armoede, of in een buurt woont waarin het voedselaanbod grotendeels uit de frituur komt of waarin buiten wandelen niet echt aantrekkelijk is, heeft minder kans om een gezonde leefstijl te

‘Mensen die tobben over de kapotte wasmachine zijn niet bezig met gezonde groente of beter slapen’

Wie mensen gezonder wil krijgen, moet dus vooral de omgeving zien te veranderen – het systeem waarin mensen Wat helpt: fijne pleintjes waar kinderen kunnen buitenspelen en volwassenen elkaar kunnen Gezonder en betaalbaarder eten in de winkels, dankzij een suikertaks of verlaagde btw op groente en fruit. Bestaanszekerheid, zodat mensen geen last hebben van stress door  

‘De mensen die gemiddeld veertien jaar langer in een slechtere gezondheid leven, dat zijn mensen die tobben over de kapotte wasmachine en over hoe ze die straks weer aan het draaien krijgen voor hun vijf kinderen’, zegt ook Kruzycka. ‘Die zijn niet bezig met gezonde groente of beter slapen.’ Oftewel: om gezonder te kunnen leven, moeten de voorwaarden om dat te kunnen doen er wel zijn.

Alleen een tas groente verandert nog niets

Maar dan ben je er nog niet, want zelfs in een gezonde omgeving en met alle bestaanszekerheid van de wereld kunnen we ongezonde keuzes maken. ‘Je kunt ieder gezin wekelijks gratis een tas groente meegeven,’ zegt Seidell, ‘maar als mensen niet weten wat ze daarmee moeten doen en geen tijd hebben om dat uit te zoeken, verandert er alsnog niets.’

Zeker als het niet tot hun culturele gewoontes behoort, wat vaak het geval is in Kruzycka’s gemeenschap. Denk aan ouders die al jaren gewend zijn hun kinderen croissants en frisdrank mee te geven in plaats van fruit en water. Of die op een verjaardag mierzoete baklava trakteren op school. En dus, zegt Seidell, is het geen kwestie van óf de omgeving veranderen, óf het gedrag, maar én én:  

Ook ons gedrag ís onze omgeving: de optelsom van al onze keuzes en gewoontes. 

Kookles met spinazie

Nu kan Kruzycka weinig doen aan het tijdgebrek of de geldstress in de Indische Buurt, de Dapperbuurt en de Transvaalbuurt – de wijken waar zij werkt, en waar de inkomens lager liggen en de gezondheid Al werkt ze wel nauw samen met collega’s die, bijvoorbeeld, het thema armoede onder hun hoede hebben, zodat gezondheid ook deel uitmaakt van hun Maar wat ze vooral kan doen is samen met buurtbewoners op zoek gaan naar manieren om ‘de gezonde keuze makkelijker te maken’.

Bijvoorbeeld middels Dat zijn buurtbewoners die gezonde gewoontes helpen verspreiden in hun buurt. Zo’n ambassadeur is Amira Ashkar (49), die elke dinsdagmiddag kookles geeft aan kinderen in buurthuis De Meevaart, midden in de Indische Buurt. Om te laten zien hoe preventie er in de praktijk uitziet, heeft Kruzycka me meegenomen naar haar les. We treffen Ashkar terwijl ze bezig is smoothies te maken, samen met elf kinderen die om beurten de blender voorzien van stukjes banaan en handenvol spinazie (wie geluk heeft, mag op het knopje drukken). 

Amira Ashkar

Toen Kruzycka Ashkar negen jaar geleden vroeg of ze gezondheidsambassadeur wilde worden, gaf ze al kooklessen, vertelt ze. ‘Maar ik was niet bezig met gezond eten. We maakten baklava en pizza. Ik woog zelf bijna 120 kilo, had een hoge bloeddruk en last van mijn rug.’ De cursus inspireerde haar: ‘Als ambassadeur sta je voor een groep, je moet een goed voorbeeld zijn. Dus ben ik anders gaan leven.’ 

De witte bloem die in de Egyptische keuken zo gebruikelijk was, verruilde Ashkar voor volkorenmeel, de gebakjes voor dadels. ‘Joanna moedigde mij aan en inspireerde mij. “Heb je weleens volkorenrijst gegeten?”, vroeg ze dan. “Of havermout?” Ze deelde recepten met veel groente.’ Ashkar viel kilo’s af en voelde zich stukken beter. ‘Dat probeer ik nu door te geven aan de kinderen.’ 

In de oven gaart een chocoladetaart die Ashkar en de kinderen hebben gemaakt – niet met bloem en suiker, maar met bruine bonen. Als de smoothies klaar zijn, gaan de kinderen naar de gymzaal boven in het pand. Bewegen: ook dat is gezond.

Naast Ashkar werden de afgelopen negen jaar nog bijna 180 gezondheidsambassadeurs opgeleid in Amsterdam-Oost. Veel van deze bewoners hebben een ‘sleutelpositie’ in de wijk – jongerenwerkers, de uitbater van een lokale speeltuin, enzovoorts. Zij weten wat er speelt in de wijk en wat de behoeftes zijn, vertelt Kruzycka. Hoe ze hun ambassadeurschap invullen, mogen ze zelf weten: sommigen organiseren kookworkshops of wandelclubs, anderen proberen de scholen van hun kinderen te bekeren tot een geensuikerbeleid. 

Ashkar veranderde haar eigen gewoontes én ze veranderde de omgeving – de kooklessen – van de kinderen uit de buurt. 

Werkt het?

Ashkars bevlogenheid en het plezier van de kinderen zijn onmiskenbaar. De vraag is natuurlijk: werkt het ook?  

Die vraag is niet eenvoudig te beantwoorden, zegt gezondheidswetenschapper Seidell. Zo is het maar de vraag wat je dan precies moet meten: ‘Het aantal gezonde levensjaren, het aantal mensen dat chronisch ziek wordt, de hoeveelheid suiker en groente die mensen consumeren, of misschien hun kennis en vaardigheden op het gebied van  

Daar komt bij dat de opmars van chronische welvaartsziekten decennia heeft geduurd; het ligt voor de hand dat het terugdraaien daarvan óók een langetermijnproject is. 

‘Je moet kijken naar wat er wel past, en realistisch zijn over wat niet kan’

Wat in elk geval duidelijk is, gaat Seidell verder, is dat het veranderen van gewoontes alleen lukt als je het stap voor stap doet, en in samenspraak met de mensen om wie het gaat. ‘Als de cultuur voorschrijft dat je een goede gastvrouw bent wanneer je je bezoek alles voorschotelt wat je in huis hebt, en dat je een goede gast bent wanneer aan het eind van een bezoek alles op is, dan kun je niet zeggen: hou het bij een volkorenkoekje bij de thee. Je moet kijken naar wat er wel past, en realistisch zijn over wat niet kan. Dat doet Joanna heel goed.’

Een groot deel van haar werk, vertelt Kruzycka, bestaat uit luisteren – naar waar mensen in de buurt zich zorgen over maken, en naar wat zij graag willen veranderen. ‘Als iemand zegt dat frisdrank het grootste probleem is bij haar organisatie, dan ga ik niet ook nog beginnen over groente en bewegen. Nee, dan gaan we samen bedenken wat we aan die frisdrank kunnen doen.’ Het is niet aan haar, zegt ze, om mensen te vertellen wat ze moeten doen; het werkt veel beter wanneer mensen dat zelf bedenken. 

Mensen van de lange adem

Volgens José Manshanden, die tot 2023 directeur was van de GGD Amsterdam, is dit ‘de preventie die iedereen wil’: geworteld in de buurt, toegesneden op lokale behoeftes, grotendeels beoefend en verspreid door de mensen om wie het gaat. Het helpt, zegt Manshanden, dat Kruzycka er al zo lang zit: ‘Joanna kent iedereen, en mensen   Een verandering die decennia nodig heeft, heeft ambtenaren nodig die bereid zijn zo lang op hun plek te blijven. 

Wat ook nodig is: politiek bestuurders die over hun eigen ambtstermijn heen kunnen kijken – politieke cycli duren doorgaans een jaar of vier – en die bereid zijn een ingeslagen preventieve weg voort te zetten, zelfs als de resultaten lastig meetbaar zijn en ver in de toekomst liggen.

‘Bestuurders komen en gaan’, zegt Carolien de Heer, sinds 2022 stadsdeelvoorzitter in Amsterdam-Oost. ‘Ieder met zijn eigen politieke agenda en ambitie. Maar je zou natuurlijk gek zijn als je iets wat goed loopt weer stopzet. En we zien in de praktijk dat dit werkt. Laatst nog kwam een mevrouw naar me toe die geen medicijnen meer hoeft te gebruiken voor haar diabetes, omdat ze zoveel is afgevallen dankzij een stichting die vrouwen in beweging probeert te brengen.’

‘Gezondheid is steeds gewoner geworden in de wijk, en het is aan mij om dat te koesteren. Mijn voorganger heeft voor dit programma gekozen, en ik maakte die keuze ook weer heel bewust: dit is belangrijk, dit moeten we voortzetten.’ 

‘Preventie is nu eenmaal een kwestie van de lange adem’, zegt Kruzycka. Wie gewoontes écht wil veranderen – en met die gewoontes de omgeving – heeft ‘minstens een generatie de tijd nodig’. 

Eerst proeven

Wanneer de kinderen na het sporten terugkomen in de keuken, legt Ashkar stukjes taart op bordjes en schenkt ze voor iedereen een smoothie in. ‘Nee,’ zegt ze tegen een jongen die een vies gezicht trekt, ‘we gaan de smoothie allemaal proeven, niet nu al zeggen dat het niet lekker is.’ 

Langzaam druppelen wat ouders binnen: ook zij krijgen smoothie en gebak – bonenbrownie welteverstaan. 

‘Je proeft de spinazie helemaal niet!’ roept een meisje verheugd. 

Een jongetje van vijf wil zelfs een tweede beker, en dan een derde. Hij grijnst van onder een groene snor. ‘Thuis lust hij geen spinazie,’ zegt zijn moeder verrast, ‘maar dit gaat er goed in.’ 

Ashkar knikt tevreden: ‘Ik deel het recept in de appgroep.’


Documentaire Stap voor Stap Joanna Kruzycka is te zien in de documentaire Stap voor Stap. Deze documentaire werd gemaakt in opdracht van stadsdeel Oost, en gaat over de rol van bewoners en sleutelfiguren bij het gezonder maken van een buurt. Bekijk de documentaire hier.

Verder lezen

Hoe zorg je dat iets niet gebeurt? Deze kinderpsychiater zweert bij preventie Hoe langer jongeren rondlopen met mentale klachten, hoe groter de kans op ernstige psychische problemen, zegt hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie Arne Popma. Daarom pleit hij voor meer preventie – op school, in het buurthuis én online. Ga naar dit artikel De gezondheidskloof tussen arm en rijk dicht je niet met broccoli en een stappenteller Arme mensen gaan gemiddeld negen jaar eerder dood dan rijke. De welvaartskloof is ook een gezondheidskloof – maar zolang gezondheid alleen wordt gezien als je eigen probleem, blijft de samenleving ziek. Ga naar dit artikel