We leven nu in Trumps wereld. Hoe kwamen we hier en hoe nu verder?
Wat betekent de herverkiezing van Donald Trump voor de Verenigde Staten en de rest van de wereld? Deze analyses geven antwoord op de prangendste vragen van dit moment.
Donald Trumps eerste termijn als president van de Verenigde Staten was geen historische uitschieter. Zijn verkiezing in 2016 was geen kortstondige dwaling van een land dat eigenlijk op weg was naar meer inclusie, gelijkheid en internationale samenwerking.
Nee, Trump wist de onvrede van veel Amerikanen over hun samenleving te kanaliseren en zette de Amerikaanse politiek op een nieuw spoor. Het werd een koerswijziging die de afgelopen vier jaar doorklonk in het presidentschap van Joe Biden, en die dermate populair bleek dat Trump begin deze maand is verkozen.
Het is nu Trumps Amerika, schreef The New York Times een dag na de verkiezingen.* En het is nu Trumps wereld, concludeerde The Economist.*
Hoe kwamen we hier? En hoe nu verder? Sinds de verkiezingen zijn er talloze verklaringen en duidingen verschenen. Ik verzamelde de beste en meest diepgravende analyses, podcasts en interviews die een licht werpen op wat er in de VS is verschoven, waarom Kamala Harris verloor, en wat een nieuwe termijn voor Trump mogelijk betekent.
Inhoudsopgave
Waarom won Trump?
Er doen héél veel mogelijke verklaringen de ronde voor de winst van Trump. Buiten kijf staat dat de opvattingen van kiezers over hoge prijzen en migratie van groot belang waren. Kamala Harris, die de afgelopen jaren al als vicepresident in het Witte Huis zat en campagne voerde als kandidaat van de status quo, werd daar hard op afgerekend.
Maar zulke generieke verklaringen doen geen recht aan de overwegingen van de specifieke stemmers die de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen bepalen: de kleine groep mensen die in zogeheten swingstates wonen en daardoor een beslissende invloed hebben.
Waarom verloor Harris? Vooraf werd voorspeld dat de VS niet klaar zou zijn voor een zwarte vrouw als president. Maar dat gaf níét de doorslag, stelt socioloog Musa al-Gharbi, die alle ‘verkeerde’ verklaringen voor Trumps winst in deze analyse ten grave draagt.
Het beslissende verschil tussen Bidens overwinning in 2020 en Harris’ verlies dit jaar zijn kiezers met Latijns-Amerikaanse en Aziatische wortels die hun stem uitbrachten op Trump, schrijft data-analist Dhaaruni Sreenivas.
Deze stemmers geloven niet meer dat de Democraten hun waarden vertegenwoordigen op onderwerpen als veiligheid, migratie en meritocratie. Ook zorgen over inflatie speelden voor hen een belangrijke rol.
In The Financial Times gaat data-analist John Burn-Murdoch dieper in op de reden dat uitgerekend minderheden overstapten naar de Republikeinen: de Democraten hebben deze stemmers van zich vervreemd doordat ze als ‘te woke’ en te pro-migratie worden gezien.
Kamala Harris heeft er deze campagne veel aan gedaan om die reputatie van zich af te schudden. Ze probeerde haar Democratische Partij neer te zetten als gematigd, en ze omarmde afvallige Republikeinen als Liz Cheney.
Maar in de ogen van steeds meer stemmers zijn de Democraten wel degelijk de partij van een über-progressieve, hoogopgeleide, stedelijke elite. En die elite is de afgelopen jaren, vooral op culturele onderwerpen, zo ver naar links opgeschoven dat steeds meer gematigde Amerikanen, ook als zij tot etnische minderheden behoren, zich niet meer thuis voelen bij de Democraten.
Gaat Trump het helemaal anders doen dan Biden?
Wat de economie betreft niet, nee. Want Bidens economische beleid was in hoge mate een voortzetting van Trumps eerdere beleid, schrijft historicus Adam Tooze in een uitvoerige analyse (die overigens al vóór de verkiezingen verscheen).
Trump en Biden hebben vergelijkbare ideeën over herindustrialisering van het achterland, gecombineerd met vijandigheid tegenover China. Trump zette op beide onderwerpen sinds zijn verkiezing in 2016 een nieuwe koers in, en Biden zette die tijdens zijn presidentschap voort.
Als je nog iets verder uitzoomt, kun je zelfs stellen dat het neoliberale tijdperk al eindigde toen Trump in 2016 werd verkozen. Dat stelt historicus Gary Gerstle in zijn boek The Rise and Fall of the Neoliberal Order en in een gesprek met politieke podcaster Ezra Klein.
Want de hoge importheffingen die Trump doorvoerde op producten uit China (en die door Biden grotendeels werden behouden of zelfs opgehoogd), braken met een van de centrale ideeën uit het neoliberalisme. Namelijk dat goederen zo vrij mogelijk over de wereld verhandeld moeten kunnen worden.
Ook Bidens grote wetgevingspakketten voor nieuwe infrastructuur en groene energie passen in de trend naar een veel aanweziger overheid en een minder grote rol voor vrije marktwerking.
Wellicht is het in dit licht wel verstandig niet bij voorbaat te doen alsof alles waar Trump mee komt slecht is. Trump heeft miljardairs Elon Musk en Vivek Ramaswamy gevraagd om de Amerikaanse overheid efficiënter te maken. Of zij prudente bezuinigingen zullen doorvoeren valt te bezien, maar de poging zelf – de Amerikaanse overheid efficiënter maken en het begrotingstekort laten krimpen – is zo gek nog niet, schrijft The Economist.
De terugkeer van protectionisme – onder meer door de eigen economie af te schermen middels importheffingen – leidt in toenemende mate tot fragmentatie van de wereldeconomie, signaleert dit artikel (ook weer van vóór de verkiezingen) in Der Spiegel. De economische onafhankelijkheid die de VS én China nastreven kan rampzalig uitpakken voor de Europese economie – de Duitse voorop. En een makkelijk antwoord daarop is er niet.
Wat betekent Trumps verkiezing voor de rest van de wereld?
Dat is lastig te zeggen, want Trump is niet altijd even voorspelbaar. Maar er zijn wel verwachtingen op basis van zijn gedrag uit het verleden, zijn woorden en zijn benoemde functionarissen.
Ten eerste: een koerswijziging in het Midden-Oosten lijkt onwaarschijnlijk. Biden steunde de Israëlische regering-Netanyahu onvoorwaardelijk, wat betekent dat Trump dit moeilijk nog kan overtreffen. Ook op dit onderwerp zijn de verschillen tussen Biden en Trump dus waarschijnlijk klein, aldus de akelig koelbloedige analyse van politicoloog Fareed Zakaria in de podcast Freakonomics.
Voor een beschouwing van de mogelijke verschillen tussen Trump en Biden in het Midden-Oosten is er dit rondetafelgesprek van het blad Democracy in Exile. Zo verwacht Nader Hashemi, hoogleraar aan de Universiteit van Georgetown, dat Trump en de Republikeinse partij hun steun aan regimes zoals dat in Saudi-Arabië alleen maar verder zullen opvoeren, terwijl ze Iran harder aanpakken, met nog meer regionale instabiliteit tot gevolg.
Voor Trump en zijn nieuwe Israël-ambassadeur Mike Huckabee zijn Palestijnen onzichtbaar.* Palestijnen zelf verwachten daarom helemaal niets meer van welke Amerikaanse president dan ook, zeggen ze desgevraagd in dit artikel.
Oekraïne hoopt met Trump te kunnen samenwerken,* maar de nominatie van tv-presentator Pete Hegseth als defensieminister voorspelt weinig goeds voor Oekraïne en de NAVO, schrijft Yale-historicus Timothy Snyder op zijn Substack.
Snyder beschrijft in een aantal posts hoe weinig Hegseth überhaupt nadenkt over het buitenland* – een nogal diskwalificerende eigenschap voor een Amerikaanse defensieminister. Zijn incompetentie is volgens Snyder precies de bedoeling:* Trump verkiest loyalisten boven experts, en is meer gericht op de ‘vijanden van binnenuit’ (waaronder migranten en transmensen) dan op Amerika’s tegenstanders op het wereldtoneel.
Voor de strijd tegen klimaatverandering is Trumps tweede termijn op zijn zachtst gezegd schadelijk, omdat hij zo gekant is tegen internationale samenwerking. Als je Trumps zege puur vanuit het oogpunt van ‘de aarde’ analyseert, is die on-be-grij-pe-lijk, schrijft The Guardian-columnist George Monbiot.
Hoe Trump zich positioneert op de dossiers die voor de EU van belang zijn, wordt op een rij gezet in dit artikel van Politico. Het is niet alleen maar slecht nieuws. Zo zouden Trumps lauwe gevoelens over de NAVO zich op termijn kunnen vertalen in meer Europese samenwerking op het gebied van defensie.
Glijden de Verenigde Staten nu af richting autocratie?
Daar zet Trump vol op in, ja. Aan zijn benoemingen op cruciale posten – zoals gezondheidszorg, justitie, defensie – is te zien dat de ontmanteling van de zogenaamde ‘deep state’ hem menens is. Hij volgt, net als tijdens zijn campagne, het handboekje voor autocraten, stelt historicus en journalist Anne Applebaum in dit gesprek met Ezra Klein.
De relatie tussen Trump en Elon Musk doet Applebaum denken aan die tussen Poetin en de Russische oligarchen. De eerste paar weken na de verkiezingen heeft Musk Trumps resort Mar-a-Lago naar verluidt niet verlaten;* hij is zo ongeveer geadopteerd door de familie Trump. Dit zou niemand moeten verbazen, schrijft George Monbiot in zijn column.
Dit is wat er gebeurt als je ongelijkheid niet aanpakt, aldus Monbiot: dan kom je op het punt dat de rijkste man op aarde de machtigste democratie op aarde mede kan vormen in zijn eigen financiële voordeel. Voor zakenmannen als Musk is democratie een probleem dat moet worden opgelost, stelt hij.
Wat moet links nu doen?
Links moet het niet alleen aan rechts overlaten om logge overheidsinstituties te bekritiseren, zegt Ezra Klein in gesprek met twee beleidsexperts. Klein hekelt met name het onvermogen van de Amerikaanse overheid om snel nieuwe huizen te bouwen, en ziet dat als symptoom van een breder falen.
Pas als de overheid weer levert, kan ze het vertrouwen van burgers terugwinnen. De neiging van ambtenaren en ministers om ieder mogelijk risico af te dekken heeft nogal nadelige gevolgen gehad, zeggen de gasten in deze podcast.
In 2016 waren veel progressieve mensen verrast, boos en verontwaardigd over de winst van Trump. Dit keer niet, schrijft journalist Simon Kuper in The Financial Times. Nu voelen dezelfde mensen zich vooral nutteloos. En de journalistiek zelf dreigt een ‘betaalde hobby te worden die geen duidelijk sociaal doel dient’, schrijft hij.
De Amerikaanse schrijver Rebecca Solnit waarschuwt juist voor zulke gevoelens van apathie en wanhoop, die brandstof zijn voor autocraten. Juist als politieke leiders de democratie in de steek laten, moeten burgers haar stutten met vertoon van onderling vertrouwen, zorg, gemeenschapszin en vastberadenheid.
De democratische afbrokkeling kan alleen worden gekeerd als mensen manieren blijven vinden om er voor elkaar te zijn, stelt ook politicoloog Robert Putnam in dit openhartige interview uit juni. De crux is volgens hem om niet alleen verbindingen aan te gaan met mensen die op je lijken; democratie gedijt als mensen elkaar in steeds wisselende samenstellingen treffen en daaraan het vertrouwen ontlenen dat de ander deugt.
Maar hoe zulk vertrouwen weer kan worden opgebouwd als het van bovenaf wordt gesloopt? Dat weet ook Putnam niet.
Met dank aan Riffy Bol, Jesse Frederik, Maaike Goslinga, Maurits Martijn, Rinke Verkerk en Rob Wijnberg voor hun bijdragen.