Goede relaties zijn bepalend voor moeder én kind. Daarom ontfermt deze wijkcoach zich over nieuwe moeders
Van toeslagen aanvragen tot luiers kopen: de wijkcoaches van Moeders van Rotterdam begeleiden aanstaande moeders die veel stress ervaren. Door die weg te nemen, vergroten ze de kans op een gezonde zwangerschap en een gezonde baby. Wat daarvoor nodig is: een goede band tussen moeder en coach.
‘Voor de meeste mensen is een eerste baby moeilijk’, vertelt Nour (36) uit Rotterdam. ‘Voor mij werd het juist moeilijk bij de tweede.’
In 2015 was Nour uit Syrië naar Nederland gevlucht; haar man volgde niet veel later. In 2016 kregen ze hun eerste kind. Een grote verandering in een toch al turbulente tijd, maar voor Nour was het zorgen voor één baby overzichtelijk. Te doen.
Maar in 2018 waren er geldproblemen. De Belastingdienst had haar toeslagen stopgezet, Nour moest bezwaar aantekenen maar wist niet hoe, kon de huur niet betalen. En ze maakte zich zorgen over haar tweede bevalling: ‘Ik dacht: als mijn man en ik straks naar het ziekenhuis gaan, wie zorgt er dan voor onze zoon? Ik kende helemaal geen mensen hier.’
Na hun vlucht hadden Nour en haar man ‘vanaf nul’ moeten beginnen: een taal leren, werk vinden, een sociaal netwerk opbouwen. Dat laatste was nog niet gelukt. Ze hadden hulp nodig, maar er was niemand aan wie ze hulp konden vragen. Ze had, zegt Nour, ‘heel veel stress’.
Goede relaties als buffer tegen stress
Onze relaties zijn bepalend voor onze mentale en fysieke gezondheid. Wie een goed sociaal netwerk heeft – genoeg vrienden en familie, aardige buren en vriendelijke collega’s – leeft gemiddeld langer en heeft een kleinere kans op chronische aandoeningen dan wie een gebrek aan sociale verbondenheid ervaart.
Een belangrijke verklaring, aldus wetenschappers: wie zich geborgen weet, heeft minder last van stress – en chronische stress is slopend voor onze gezondheid.
De gezondheid van onze kinderen hangt óók af van onze relaties – zelfs wanneer die kinderen nog niet eens geboren zijn. Wie tijdens de zwangerschap kampt met chronische stress, bijvoorbeeld door armoede, heeft een grotere kans op een vroeggeboorte of een baby met een laag geboortegewicht. De kans op babysterfte gaat onder zulke omstandigheden eveneens omhoog. En ook wanneer een kindje eenmaal is geboren, kan stress van ouders een negatieve invloed hebben op diens verdere ontwikkeling.
Een stevig sociaal netwerk kan als buffer dienen tegen stress. Maar wat als je zo’n netwerk niet hebt, bijvoorbeeld omdat iedereen die je kent ruim 3.000 kilometer verderop in een oorlogsgebied woont?
Hulp om zelfredzaam te worden
Dan kun je, in het geval van Nour, terecht bij Melodie Minasian.
Melodie is een van de twintig ‘wijkcoaches’ van Moeders van Rotterdam, een initiatief van de Gemeente Rotterdam en het Erasmus MC. Het programma werd in 2014 in het leven geroepen om aanstaande moeders in zeer lastige situaties intensief bij te staan. Elk jaar krijgen zo’n 280 vrouwen er een coach toegewezen. ‘Wij begeleiden moeders vanaf de zwangerschap tot het kindje twee jaar oud is’, vertelt Melodie (30).
Waar de zorg voor zwangere vrouwen traditioneel medische zorg is – wie zwanger is gaat naar een verloskundige of gynaecoloog, die vooral de lichamelijke ontwikkelingen in de gaten houdt – daar weet Moeders van Rotterdam dat een zwangerschap ook aan sociale invloeden onderhevig is.
Daarom helpen de coaches de moeders ‘met alles’, zegt Melodie. Ze maken afspraken met de gemeente voor hulp met schulden; adviseren moeders over het reageren op woningen; regelen een babyuitzet. ‘Uiteindelijk is het doel dat de moeders zelfredzaam, zonder ons weer verder kunnen’, vertelt ze. Maar op korte termijn is het doel de stress van ouders te verminderen, om zo de gezondheidskansen van de baby te vergroten.
Een studie naar de effectiviteit van Moeders van Rotterdam, gepubliceerd in 2023, liet zien dat een laag geboortegewicht weliswaar nog steeds relatief vaak voorkwam bij de doelgroep, maar dat de zelfredzaamheid van de moeders er inderdaad op vooruit was gegaan, en dat hun stress was afgenomen.* De praktische hulp van de coaches is daarbij een belangrijk ingrediënt. Maar minstens zo belangrijk is de sociale component: de relatie tussen aanstaande moeder en coach.
Van luiers kopen tot toeslagen regelen
Het was Nours verloskundige die haar in 2018 aanmeldde bij Moeders van Rotterdam. Melodie werd haar coach en kwam wekelijks, samen met een collega, bij Nour langs.
Daar deden ze dus ‘alles’. Ze zochten contact met de Belastingdienst en hielpen Nour haar toeslagen terug te krijgen. Ze meldden haar aan voor voedselpakketten van de Voedselbank. Zorgden dat er een babypakket kwam, met luiers en andere spullen die nodig zijn om voor een pasgeboren baby te zorgen.
Ook vertelde Melodie Nour over het Sophia Kinderziekenhuis, waar ze zou kunnen bevallen en daarna nog vijf dagen kon blijven, samen met haar man en haar oudste zoon. Nour: ‘Er is daar een plek waar kinderen kunnen spelen, terwijl iemand op ze let. Toen ik dat wist, was ik weer een stukje rustiger.’
Later hielp Melodie Nour met het vinden van een baan, en haar man met zijn aanmelding voor een masterstudie. Ruim drie jaar bleef ze in Nours leven. ‘Ik wist: Melodie is mijn help-persoon’, vertelt Nour. ‘Ik kon altijd een berichtje sturen.’
Dat wist ze niet meteen. ‘In het begin dacht ik: Wat komen ze doen? Met een boekje uitleggen hoe ik voor mijn baby moet zorgen? Ik heb al een kind!’
‘Maar Melodie kwam niet met een checklist vertellen wat ik moest doen; ze vroeg mij wat ik nodig had. Ik zei: “Ik heb iemand nodig die straks mijn baby wil vasthouden, zodat ik met de oudste kan spelen. Of die nu aandacht geeft aan mijn oudste, want hij is super sociaal.” Dat was misschien een gekke hulpvraag, maar dat was wat ik het liefst wilde.’
En dus was dat wat Melodie deed. Elke week speelde zij of haar collega met Nours oudste zoon, terwijl de ander samen met Nour regelzaken oppakte. Nour: ‘Onze relatie werd groter en groter. Ik had verder niemand. Mijn eigen moeder kon me niet helpen, mijn zus kon me niet helpen, mijn vriendinnen niet. Melodie werd mijn hele familie, mijn alles. Als zij er niet was geweest, dan was ik denk ik omgevallen.’
Eerst een vertrouwensband opbouwen
De moeders die Melodie begeleidt hebben allerlei problemen: ze zijn ‘bankslaper’ (hebben geen eigen huis), hebben psychische problemen, zitten in een gewelddadige relatie, hebben geldzorgen of zijn net als Nour gevlucht uit hun eigen land en kennen hier nog bijna niemand.
Als wijkcoach moet je opvoedvragen kunnen beantwoorden en de weg weten langs alle verschillende gemeenteloketten. Maar wat je vooral moet kunnen, vertelt Melodie, is een vertrouwensband opbouwen met de moeders die je onder je hoede hebt.
Hoe ze dat doet, zo’n band opbouwen, verschilt per moeder. ‘Maar in elk geval brengen we eerst de basis op orde’, zegt Melodie. ‘We werken volgens het principe “voordoen, samen doen, zelf doen”. In de eerste drie maanden, tijdens het “voordoen”, of “alles doen”, nemen we alle stress van de moeder over. Moeders denken dan: eindelijk is er iemand die echt naar mij luistert en dingen voor mij oplost, in plaats van dat ik het allemaal zelf moet doen. Zo leren de moeders dat dingen goed komen, en dat geeft vertrouwen voor de toekomst. Waardoor ze het uiteindelijk ook zélf aankunnen.’
Daarnaast praat ze veel met moeders, vertelt Melodie, over de zwangerschap, over het moois dat eraan komt, over hun eigen kindertijd. Liefst niet statisch tegenover elkaar, maar naast elkaar, bijvoorbeeld tijdens een wandelingetje met het oudste kind, of op een bankje in de speeltuin. ‘Of we gaan samen babyspullen kopen. Dat is iets vrolijks, maar die spullen zijn ook gewoon nodig.’
‘En ik zorg dat ze op me kunnen bouwen. Als ik zeg dat ik er volgende week om half elf ben, dan ben ik er volgende week om half elf. Als ze me tussendoor bellen, neem ik op; als ze appen, app ik terug.’
Wat de Amerikaanse socioloog Alison Pugh ‘verbindingswerk’ noemt – werk waarbij het noodzakelijk is eerst een relatie met iemand aan te gaan, zodat je die persoon verder kunt helpen – kan dus allerlei vormen aannemen, van enveloppen openen tot babykleertjes uitkiezen en de telefoon opnemen.
Een vrolijke en sterke moeder
De zoontjes van Nour zijn inmiddels 8 en 6 jaar, en Nour en Melodie spreken elkaar bijna nooit meer. Dat hoeft ook niet: het gaat goed met het gezin. Nour voelt zich sterk. ‘Mijn kinderen zijn alles voor me. Volgens mij ben ik een vrolijke moeder, ik maak veel grapjes, ze vinden me grappig.’
Nour en haar man hebben een sociaal netwerk – niet heel groot, want de meeste tijd gaat op aan werken en zorgen, maar stevig genoeg om zich niet meer zo geïsoleerd en losgezongen te voelen als in het begin.
En Nour heeft een baan. Ze werkt voor een stichting die zich, onder meer, inzet voor mensen in de asielopvang. Ze wil voor vluchtelingen hetzelfde betekenen als Melodie destijds voor haar betekende. Nour: ‘Mensen in een asielzoekerscentrum hebben ondersteuning nodig. En steun is meer dan eten, drinken en een plek om te slapen. Iedereen heeft het ook nodig om een handje te krijgen. Iemand die zegt: “Ik ben hier, om jou te helpen, zeg maar wat ik voor je kan doen.”’