In dit progressieve gidsland is huisvesting gratis en wiet legaal
Wat als de overheid de armen gratis huizen zou geven? En de wiet volledig zou legaliseren? Meestal blijven dit soort vragen abstracte discussies. Zo niet in Uruguay. Hoe kan het dat dit landje zo’n progressief experiment werd? Ik doe verslag vanuit de hoofdstad Montevideo.
In veel opzichten is het kleine Zuid-Amerikaanse staatje Uruguay, dat ligt ingeklemd tussen regionale grootmachten Argentinië en Brazilië, een bescheiden land. Uruguay telt meer koeien dan inwoners en bijna de helft van de 3,3 miljoen hoofden tellende bevolking woont in de hoofdstad Montevideo. Het grootste deel van het binnenland is een weinig spectaculaire, dunbevolkte grasvlakte waar ’s lands voornaamste exportproduct in alle rust kan grazen.
Toch gebeurt er iets interessants in Uruguay. De afgelopen jaren heeft het land namelijk een aantal gedurfde politieke besluiten genomen. Het decriminaliseerde abortus, legaliseerde het homohuwelijk en is het eerste land ter wereld dat de marihuanamarkt volledig reguleert.
Met deze progressieve hervormingen streeft Uruguay zelfs Nederland, een land dat prat gaat op haar progressieve traditie, voorbij. Voor Latijns-Amerikaanse begrippen is de politieke koers al helemaal vooruitstrevend.
Uruguay heeft dan ook een onorthodoxe president met een hoog knuffelgehalte: ex-guerrillero José “Pepe” Mujica. Mujica is een opmerkelijke verschijning. Hij weigert intrek te nemen in het presidentiële paleis en woont in een bescheiden boerderijtje aan de rand van de hoofdstad Montevideo. Het grootste deel van zijn salaris doneert hij aan goede doelen – hetgeen hem de bijnaam ‘de armste president ter wereld’ opleverde - en zoals het een oud-marxist betaamt, komt hij fanatiek op voor de armen en zwakkeren in de samenleving.
Hoe werd dit bescheiden landje een progressieve pionier? En vormt Uruguay in de manier waarop ze illegale drugshandel, armoede en discriminatie probeert te bestrijden een voorbeeld voor de regio?
Koop je jointje bij de apotheek
In een kleine schuur, achter het huisje waar Julio Rey, voorzitter van de Nationale Vereniging voor Cannabiskwekers, samen met zijn moeder woont, staan drie grote hennepplanten onder gloeiende kweeklampen. Samen met veertien andere wietfanaten heeft Rey een van de eerste cannabisclubs van het land opgericht. Dit is hun hoofdkwartier.
‘We zitten nog in de opstartfase, straks willen we op het veldje hiernaast zo’n veertig planten hebben.’ Al vijf jaar kweekt Rey zelf zijn wiet. Sinds een paar maanden hoeft hij zich niet meer te verstoppen: wiet wordt gelegaliseerd in Uruguay.
Uruguay wordt daarmee het eerste land ter wereld waar de volledige marihuanamarkt – van de import van de zaden, tot het kweken van de planten, tot de verkoop van de drugs – onder toezicht van de overheid komt. De legale wiet moet vanaf begin 2015 in de apotheek te verkrijgen zijn.
We zitten nog in de opstartfase, straks willen we op het veldje hiernaast zo’n veertig planten hebben
Op de tiende verdieping van de presidentiële toren aan het Onafhankelijkheidsplein van Montevideo werkt Julio Calzada, de architect van de marihuanaregulatie. Zijn kantoor kijkt uit over de oude stad en het aangrenzende Río de la Plata. Hij waarschuwt dat Uruguay geen paradijs wordt voor blowers. In plaats van ‘legaliseren’ spreekt hij consequent over ‘reguleren.’
Het belangrijkste motief voor de wet is dan ook het bestrijden van illegale drugshandel en de criminaliteit die daarmee gepaard gaat. Hoewel Uruguay nog altijd een van de veiligste landen van Latijns-Amerika is, nam de criminaliteit de afgelopen jaren toe. Met deze nieuwe regelgeving wil de overheid de illegale drugssmokkel de pas afsnijden.
‘Drugshandel gaat enkel om geld verdienen,’ vertelt Calzada. ‘Om dat te bestrijden moet je op economisch niveau kunnen concurreren. Door legale drugs op een veilige plek [in de apotheek, JT] tegen een lage prijs [zo’n 1 dollar per gram, JT] aan te bieden, zorgen we ervoor dat illegale marihuanahandel niet langer rendabel is.’
Of dat gaat werken, zal de komende jaren moeten blijken. President Mujica weet dat de ogen van de wereld door dit controversiële experiment op Uruguay gericht zijn. Verschillende landen onderzoeken nieuwe, vrijere regels rondom het gebruik en verkoop van (medicinale) marihuana. Maar internationale overeenstemming over wietbeleid is nog ver weg. ‘Dan kun je wachten tot sint-juttemis,’ zei Mujica in een interview met Nieuwsuur.
De progressieve koers is al honderd jaar oud
Het is niet de eerste keer dat Uruguay een voortrekkersrol speelt: het land kent een lange progressieve traditie die terugvoert tot het begin van de vorige eeuw. In vrijwel ieder gesprek over de Uruguayaanse politiek duikt namelijk de naam van José Battle y Ordoñez op.
De legendarisch president regeerde van 1903 tot 1907 en van 1911 tot 1915 - in de geschiedenisboeken opgenomen als de gouden perioden. In die jaren vestigde Uruguay haar naam als progressieve, seculiere en sociaaldemocratische welvaartsstaat.
Onder de leiding van Batlle y Ordoñez kwam de nadruk te liggen op de sociale politiek: hij verbeterde de juridische bescherming van arbeiders, introduceerde de achturige werkdag en perkte de macht van de grote landeigenaren in.
Ook de progressieve ‘morele’ koers werd ingezet onder Batlle y Ordoñez: in 1911 kregen vrouwen het recht op echtscheiding en de strikte scheiding tussen kerk en staat werd stevig constitutioneel verankerd. Waar pogingen om abortuswetten te liberaliseren en het homohuwelijk te legaliseren in veel buurlanden op protest van de katholieke kerk stuiten, is religie in Uruguay door deze seculiere traditie nauwelijks aanwezig in de publieke ruimte.
Vanachter zijn bureau op de Universiteit van de Republiek vertelt politicoloog Adolfo Garcé over de parallellen die hij ziet tussen het legendarische presidentschap van Batlle y Ordoñez en de laatste tien jaar onder de regering van de socialiste alliantie Frente Amplio(Breed Front). ‘Net als honderd jaar geleden plaatst de huidige regering de nadruk op sociaal beleid en de bescherming van arbeiders. Ook de politiek van het Frente Amplio is erop gericht de macht van grootgrondbezitters aan banden te leggen.’
Garcé ziet niet enkel gelijkenissen op het sociale vlak - met de legalisatie van het homohuwelijk en liberale abortuswetgeving loopt Uruguay ook qua burgerrechten net als vroeger, voorop in de regio.
De strijd tegen discriminatie wordt gevoerd vanuit de maatschappij
De progressieve burgerrechten zijn vooral te danken aan een zorgvuldige strategie van de maatschappelijke organisaties, vertelt Diego Sempol, historicus en prominent voorvechter van LGBT-rechten. ‘Dat begint met een omslag rondom 2004, toen alle sociale bewegingen de krachten besloten te bundelden.’
Wij worden niet gediscrimineerd omdat we homo, lesbisch of transseksueel zijn, maar omdat we een zwarte homo, een arme lesbienne of een werkloze transseksueel zijn
Tot dan toe beten sociale organisaties zich vast in een specifiek thema. Feministen streden voor abortus. Lesbiennes, homo’s en transgenders streden voor gelijke rechten voor iedere seksuele geaardheid. En Afro-organisaties streden tegen racisme.
Dat veranderde rond 2005. Sempol: ‘Wij realiseerden ons dat het probleem van discriminatie te maken heeft met sociale omstandigheden. Wij worden niet gediscrimineerd omdat we homo, lesbisch of transseksueel zijn, maar omdat we een zwarte homo, een arme lesbienne of een werkloze transseksueel zijn. En de manier om dit te bestrijden is om de pluraliteit van de problemen in zijn geheel te omvatten.’
Zo kregen de organisaties vorig jaar september tijdens de laatste Mars van de Diversiteit maar liefst dertigduizend mensen op de been voor een diverse politieke agenda. ‘Om je een idee te geven: tijdens de campagne van Mujica waren dat er slechts vijfduizend,’ aldus een trotse Sempol. De deelnemers aan de mars toonden zich voorstander van de legalisatie van marihuana, abortus én het homohuwelijk.
Uiteindelijk zijn er natuurlijk wel politieke vrienden voor nodig om de strijdpunten in wetten te vertalen. De vorderingen van de afgelopen jaren waren niet mogelijk geweest zonder het Frente Amplio, gelooft Sempol. ‘Links spreekt de taal van gelijkheid. Ongelijkheid is niet slechts een kwestie van klasse, maar ook van sekse, ras, of wat dan ook.‘
Gratis huis - wel zelf in elkaar zetten a.u.b.
Al deze liberale wetten werden de afgelopen vijf jaar onder het presidentschap van Mujica gerealiseerd. Dat is opvallend. Vooral omdat Mujica zichzelf nu niet bepaald presenteert als voorvechter voor burgerlijke vrijheden. Toen bekend werd dat Uruguay het homohuwelijk goed zou keuren, deed hij de zaak in een interview met Russia Today af als een secundair thema dat de aandacht afleidt van de socialistische strijd.
In de politieke agenda van Mujica komen burgerlijke vrijheden op de tweede plaats. Niet omdat hij vindt dat homo’s niet zouden mogen trouwen, maar omdat hij gelooft dat hij als president een urgentere taak heeft: ongelijkheid en armoede bestrijden. Mujica is een linkse politicus in de klassieke zin van het woord. Iemand die de marxistische idealen uit zijn guerillajaren niet verloochend heeft en beseft dat de strijd tegen armoede nu eenmaal via de politieke weg uitgevochten moet worden.
Illustratief hiervoor is het sociale woonproject Plan Juntos (Plan Samen). Terwijl de internationale pers vooral aandacht had voor de liberale wetgeving, is dit het ware oogappeltje van de president. Plan Juntos wil zich bekommeren om de 15.000 families die in extreme armoede leven. Op allerlei vlakken biedt het project ondersteuning: van cursussen tandenpoetsen tot volwassenonderwijs; van voetbaltoernooien tot juridische assistentie. En de bewoners van de sloppenwijken krijgen gratis een nieuw huis, dat ze zelf moeten bouwen.
Een klein paleis op een voormalige vuilnishoop
Vijf jaar terug lag dit gebied aan de rand van Montevideo nog vol met vuilnis. Nu is de troep opgeruimd, de grond gereinigd en is er met behulp van Plan Juntos een compleet nieuwe wijk verrezen. Rijen keurige rood-witte huisjes. Een van de bewoners is militair Washington (47). Hij is een van de weinige bewoners met een betaalde baan.
Iedere bewoner die in aanmerking wil komen voor nieuwe woonruimte, moet minstens twintig uur per week bijdragen aan het project
Iedere bewoner die in aanmerking wil komen voor nieuwe woonruimte, moet minstens twintig uur per week bijdragen aan het project. Als Washington ’s ochtends vroeg na zijn nachtdienst thuiskwam, sliep hij dus een paar uur, at zijn middagmaal en ging dan aan de slag in de bouw. Materialen en technische assistentie worden verzorgd door de regering.
De namen van Washingtons zes kinderen staan op zijn armen getatoëerd. Vijf ervan wonen met hem en zijn vrouw in dit bescheiden onderkomen. Trots geeft hij een rondleiding.
Een dun laken scheidt de woonkamer van de keuken. De hele benedenverdieping is niet veel groter dan een ruime studentenkamer - hooguit 25 vierkante meter. Boven bevinden zich nog drie slaapkamertjes. ‘Voor mij is dit een klein paleis!’ Hij pakt zijn telefoon erbij om de foto’s van zijn oude huis te laten zien. Regenwater dat langs de binnenmuren naar beneden komt, schimmel op het plafond. ‘Gracias a dios hebben we nu deze plek.’
In een andere wijk een paar kilometer verderop, waar Plan Juntos net van start is gegaan, sjouwt Blanca (34) ijverig met stapels planken. Net als zoveel vrouwen in de wijk is Blanca een alleenstaande moeder, in oktober hoopt ze met haar vier kinderen naar haar nieuwe onderkomen te verhuizen.
De bouw van de eerste zeventien huisjes ging 2012 van start en hoewel de nieuwe woningen nog niet voltooid zijn, is de buurt er al op vooruit gegaan, vindt Blanca. ‘Eerder zeiden we elkaar niet eens gedag. We woonden bij elkaar in de straat, maar hadden geen contact met elkaar. Nu werken we samen.’
Maar weinigen zijn zo vrijgevig als de president
Toch werkt het idee van Plan Juntos niet helemaal. De president had namelijk voor ogen dat rijkere Uruguayanen het project zouden financieren: met geld, of met vrijwilligerswerk. Zelf geeft hij het goede voorbeeld door elke maand 70 procent van zijn salaris aan Plan Juntos af te staan.
Maar verdere donaties druppelen moeizaam binnen en de aanwas van vrijwilligers valt tegen. Om daadwerkelijk huizen uit de grond te stampen, dient de overheid de financiële kar te trekken. Inmiddels komt 80 procent van de begroting voor rekening van de staat.
Bovendien gaan de vorderingen traag. Sinds de start van het project in 2010 zijn er zo’n 1.800 nieuwe huizen gepland, maar tot nu toe zijn slechts een paar honderd nieuwe woningen voltooid. In de buurt van Blanca moeten uiteindelijk 156 huizen komen, de eerste zeventien staan al twee jaar in de steigers. Als de bouw op dit tempo doorgaat worden de laatste onderkomens in deze wijk in 2030 opgeleverd.
‘Plan Juntos was duidelijk een manier voor Mujica om zich om de armsten in de samenleving te bekommeren, maar is geen enorm succes,’ vertelt Garcé. Ander sociaal beleid heeft volgens hem veel meer effect gehad: zo kunnen mensen met een beperkt inkomen tegen een gunstig tarief geld lenen bij de staatsbank voor de aanschaf van een nieuwe woning, hebben arbeiders op het platteland nu meer rechten en macht tegenover landeigenaren en hebben vakbonden een sterkere positie gekregen.
Die traditioneel linkse aanpak werpt haar vruchten af: sinds 2006 is het percentage van de bevolking dat onder de armoedegrens leeft, gedaald van 34,4 procent naar 12,4 procent (in 2012), en kent Uruguay de laagste armoedecijfers van Latijns-Amerika.
Voorzichtig volgt de regio het voorbeeld van Uruguay
In Uruguay zijn ‘sociaal’ en ‘liberaal’ zodoende geen politieke concurrenten, maar gaan ze hand in hand in de strijd tegen drugsgeweld, sociale uitsluiting en armoede. Onder Mujica heeft Uruguay een linkse koers ingezet die niet ten koste gaat van burgerlijke vrijheden of democratie - zoals in Cuba - of gepaard gaat met stevige anti-westerse retoriek - zoals het chavisme in Venezuela.
Begin dit jaar roemde José Vivanco, het hoofd van Human Rights Watch in Zuid-Amerika, Uruguay als een ‘voorbeeld voor de regio op het vlak van mensenrechten.’ De progressieve koers lijkt voorzichtig navolging te krijgen in de regio.
In Mexico-Stad onderzoeken wetgevers - mede geïnspireerd door het Uruguayaanse experiment - nieuwe, liberale regels rondom marihuana waarmee thuiskweek en cannabisclubs gelegaliseerd kunnen worden. En ondanks de weerstand van de katholieke kerk boeken de voorvechters van LGBT-rechten in meer Zuid-Amerikaanse landen vooruitgang.
In navolging van Uruguay en Argentinië - waar homo’s al sinds 2010 in het huwelijksbootje mogen stappen - is het homohuwelijk inmiddels ook in Brazilië (2013), en een aantal Mexicaanse deelstaten gelegaliseerd en staat het thema in Chili en Peru op de politieke agenda.
Volgens Mujica ligt de vrijheid om te experimenteren en de kracht om te inspireren mede in de bescheidenheid van zijn land. Zoals hij het verwoordde in een dankbrief aan Time Magazine dat de president opnam in de lijst van 100 meest invloedrijke personen: ‘Ik besef dat ik als president van een klein land weinig invloed heb op de grote veranderingen in de mondiale politiek. Maar omdat ik weet dat niemand zich zorgen zal maken om de hegemoniale ambities van Uruguay, […], heb ik de mogelijkheid om [onze ideeën] vrijuit te verkondigen.’
Ik ondernam de reis voor dit artikel met steun van het Postcode Loterij Fonds voor journalisten.