De bobotaal van professor Holslag

Rutger Bregman
Correspondent Vooruitgang
Jonathan Holslag aan tafel bij Matthijs van Nieuwkerk in ‘De Wereld Draait Door’ op maandag 22 september 2014.

De Vlaamse ‘professor’ Jonathan Holslag schrijft acht essays voor de Volkskrant over de ‘ware aard van de uitdagingen’ die Europa te wachten staan. Volgens Matthijs van Nieuwkerk is Holslag een ‘onheilsprofeet met papieren’. Maar één vraag blijft nog onbeantwoord: wat zegt hij nu eigenlijk?

Een van mijn favoriete Twitteraars is Onder het pseudoniem ‘De Wethouder’ verzamelt journalist Erwin van der Linden de meest nietszeggende citaten van bestuurlijk Nederland. Bobotaal is, zo lezen we op de website, door en door betekenisloos. Het hangt aan elkaar van rare constructies en vage zinsneden. Mocht je ooit carrière willen maken bij bijvoorbeeld een woningbouwvereniging of een consultancybureau, dan is het cruciaal dat je de bobotaal vloeiend leert spreken.

Denk aan zinnen als: ‘De aanleiding tot focus op vervolgaanpak is de uitgesproken wens tot verdere concretisering.’

Vrij vertaald: we moeten iets doen.

Bobotaal klinkt ingewikkeld, maar is simplistisch. Het suggereert ‘visie’ en ‘leiderschap’, maar probeert eigenlijk het gebrek daaraan te verhullen. Het gaat altijd over ‘oplossingen’, nooit over wat die oplossingen zijn. Het gaat over ‘leiderschap’, nooit over wie dat leiderschap op zich neemt. Het gaat over het belang van ‘visie’, nooit over de visie zelf.

De liefhebbers van bobotaal konden afgelopen zaterdag weer hun hart ophalen. In de Volkskrant kreeg de jonge Vlaming Jonathan Holslag het podium. Voor wie hem nog niet kent: het gaat hier om een ‘snel rijzende ster’ (dixit Matthijs van Nieuwkerk) en ook een ‘onheilsprofeet met papieren’. Hij is namelijk ‘professor’ in de politicologie.

Toegegeven, aan een Vlaamse universiteit wordt iedere docent een professor genoemd. Maar de kop boven het stuk in de Volkskrant klinkt in ieder geval veelbelovend. ‘U BENT NIET BANG GENOEG’, staat er in koeienletters. En verderop: ‘De doelloosheid druipt van onze samenleving af.’ De nietsvermoedende lezer verwacht nu met een visionair verhaal over Europa in de eenentwintigste eeuw te worden overspoeld.

Maar dan begint de bobo te spreken.

‘De kans bestaat dat we binnenkort wegzakken in revolutionaire toestanden,’ weet professor Holslag. Wat we nu meemaken, dat is de ‘langzame ontrafeling van de wereld zoals we die kennen.’ Maar wij Europeanen zijn ons ‘niet echt bewust van de ware aard van de uitdagingen.’ Sterker nog, ‘de Europese samenleving blijft te veel in zichzelf gekeerd.’ We lijden aan ‘de onvermijdelijke zwaartekracht van het provincialisme’ en aan ‘een vals gevoel van koopkracht.’

Vrij vertaald:

Er is iets aan de hand. In Europa. En daarbuiten. Maar we zien het niet.

Ondertussen komt er steeds meer druk op de ketel. ‘Wij zijn het, onze generatie moet het doen!’ denkt Holslag. ‘We moeten plankgas geven. Stilstaan is geen optie.’ Het begint met anders denken. ‘Dat is ook de rol van het politiek debat,’ aldus de professor, ‘mensen wakker schudden en aanzetten om te dromen.’ Als de ideeën zijn geformuleerd is het aan de overheid om ‘haar lompe gewicht eronder te zetten.’

Vrij vertaald:

Er is debat. Over ideeën. Die kunnen worden doorgevoerd. Door de overheid.

Holslag betoogt dat er nu van alles fout gaat. Dat doet hij bijvoorbeeld met dit pareltje: ‘We reflecteren nauwelijks over hoe we de vermogens van de Europese gezinnen beter kunnen aanwenden voor investeringen die werknemers aan de slag laten gaan met ambitie en bedrijven in Europa meer kansen biedt.’

BAM! zou Tofik Dibi zeggen.

Maar het kan anders, denkt Holslag. ‘Mensen moeten zich meer betrokken kunnen voelen bij het eindresultaat. Ik geloof echt dat je op die wijze niet alleen een sterke economie bouwt, maar ook een sterkere samenleving.’ Europa moet ook kiezen voor een ‘stevig nabuurschapsbeleid.’ De jonge professor gelooft ‘rotsvast dat Europa nog steeds de toon kan zetten in deze eeuw, maar dan moet er urgentie zijn en vooral het politieke leiderschap om de terechte angst en rusteloosheid te kanaliseren.’

Dus nog even alles op een rijtje:

Er is iets aan de hand.

In Europa. En daarbuiten.

Daar is debat over, met ideeën.

De overheid speelt een rol. Bedrijven ook.

Mensen kunnen dingen doen. Dat levert betrokkenheid op.

Hier moeten we over nadenken.

Met urgentie.

En leiderschap.

Tegenwoordig is er vooral behoefte aan de schijn van visie en de suggestie van daadkracht

Nu denkt u misschien: Ach, die Bregman is selectief aan het citeren. Maar dan raad ik aan zelf te lezen, of De Wereld Draait Door nog even terug te kijken. De Vlaamse professor mag zich met recht de Rita Verdonk van de politicologie noemen. Hij is vast ook niet links of rechts, maar rechtdoorzee.

Een laatste vraag nog: wat zegt al die bobotaal in politiek, media en wetenschap over onze tijd? De bedenker Erwin van der Linden dat het vooral met geld te maken heeft. ‘Ik heb mensen integrale benaderingen zien kiezen voor cluster overstijgende vraagstukken, en die namen toch drie keer modaal mee naar huis.’ Vraag het anders aan de gemiddelde trendwatcher: bobotaal doet het geweldig in het lezingencircuit.

Toch denk ik dat er nog iets diepers aan ten grondslag ligt. Tegenwoordig is er vooral behoefte aan de schijn van visie en de suggestie van daadkracht. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je ook echt met nieuwe ideeën komt. Stel je voor: straks moeten we ze nog gaan uitvoeren ook. Dat kost koopkracht. Dan moeten we ons leven anders inrichten – ben je gek. Nee, we voelen ons liever visionair dan dat we daadwerkelijk een visie hebben. Out-of-the-box denken, dwarsdenken, omdenken, friskijken - iedereen is voor, en dat alleen al suggereert dat we met gebakken lucht te maken hebben.

‘Het roepen dat er nieuwe ideeën nodig zijn,’ schreef de econoom John Kenneth Galbraith eens, ‘is de vervanging geworden van die nieuwe ideeën zelf.’

Welke bobo is er niet groot mee geworden?