Podcast: Hoe een slachtoffer van seksueel misbruik baas werd over zijn eigen levensverhaal
De Rotterdamse priester Remy Jacobs (1969) is in zijn jeugd vijf jaar misbruikt in de katholieke kerk. Samen met Marjolijn van Heemstra maakte hij er de theatervoorstelling Als ik de liefde niet heb over. Volgens hem een louterende ervaring: het tonen van je wonden kan helend werken. Een interview.
Het meldpunt voor seksueel misbruik is door de katholieke kerk per 1 juli gesloten. (Althans, dat was de bedoeling. Inmiddels heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland bepaalt dat het meldpunt tot tenminste 1 mei 2015 open dient te blijven - zie ook het forum). De commissie-Deetman heeft aangetoond dat de hoogwaardigheidsbekleders wegkeken en de commissie-Lindenbergh heeft een compensatieregeling in het leven geroepen. Toch is dat niet genoeg. Onderdeel uitmaken van een juridisch proces is iets anders dan de steun krijgen die je werkelijk nodig hebt om te helen. De wonden moet je blijven zien.
Tussen zijn tiende en vijftiende levensjaar werd Remy Jacobs seksueel misbruikt door een pater uit zijn dorp en door de dirigent van zijn koor. Daarom benaderde hij theatermaakster Marjolijn van Heemstra met de vraag of ze er met hem een voorstelling over wilde maken. Een zeer opmerkelijke stap. In de schijnwerpers gaan staan met traumatische ervaringen waar vrijwel iedereen het liefst over zwijgt. Het blijkt een transformerende ervaring te zijn.
Om te komen bij de liefde moet je langs de liefdeloosheid
De voorstelling heet: Als ik de liefde niet heb. Marjolijn van Heemstra heeft volgens Remy een verhaal gecreëerd van bijbelse proporties. Ze laat de mensen eerst uitgebreid verdwalen, om uiteindelijk bij de kern uit te komen. Om te komen bij de liefde moet je langs de liefdeloosheid.
Als Remy in de voorstelling vertelt wat er echt is gebeurd draagt hij een grote pluchen leeuwenkop. Ik heb hem dus ook niet gevraagd om nog een keer in te gaan op de (seksuele) details, dat kan alleen binnen de context van de voorstelling zelf. Het gaat mij om het verwerkingsproces en de invloed van het creatieve proces daarop.
Na afloop van de première voelde Jacobs zich leeg (hij gebruikt zelfs de theologische term kenosis). Daarmee heeft hij iets van de lading van het trauma afgelegd en is hij zijn eigen levensverhaal de baas geworden. En dat is ook het signaal aan andere slachtoffers: probeer er iets mee te doen, blijf niet hangen in het slachtofferschap.
Misschien is dat ook de reden dat hij, na vijf jaar seksueel misbruik, op vijftienjarige leeftijd besloot om priester te worden. Van Heemstra vraagt zich in de voorstelling verbijsterd af of hier niet sprake is van het Stockholmsyndroom, zelf spreekt Remy Jacobs van een mystieke ervaring. Aangeraakt worden door een groot gevoel van liefde.
Ik sprak met Jacobs in de foyer van het Ro-theater over de voorstelling die in zijn ogen de kracht van de profeet, het pleidooi van de advocaat en de liefde van de priester in zich bergt.