Wie een ambtenaar wil overtuigen, kan beter praten dan protesteren

Karel Smouter
Journalist, gespecialiseerd in boerenprotesten

Voor alles is een eerste keer. Zo ook voor de dag dat een groep mensen met spandoeken en trommels tegen jou te hoop loopt.

Afgelopen zondag was het zover: de eerste demonstratie tegen een initiatief van mij – en enkele – was een feit. Een stuk of dertig actievoerders voor debatcentrum De Nieuwe Liefde tegen - let op - het feit dat we die middag in gesprek zouden gaan met de

leek nog wel zo onschuldig: we wilden de discussie nu eens mét de uitvoerders voeren, en niet óver hen. Asielbeleid is namelijk veelbesproken, maar dan vooral door mensen die het eigenlijk aan het begin van de discussie al min of meer met elkaar eens zijn.

zouden deze middag elk een verbeterpunt aanreiken en twee ambtenaren van de terugkeerorganisatie zouden daar weer op reageren. We zouden elkaar kritische vragen stellen, er zouden suggesties uit de zaal komen en daarna zouden we samen wat eten.

Een vreedzamer besteding van de zondagmiddag leek ons nauwelijks denkbaar. Maar dat was buiten deze demonstranten gerekend: ons werd verweten dat we het gesprek wilden aangaan met ‘gewetenloze ambtenaren’ die aan ‘onmenselijke deportaties’ zouden doen.

Toekomst & Vertrouwen

Vorig jaar liep ik een maand mee met deze Dienst Terugkeer & Vertrek. Ik schreef er een serie over voor die ik afsloot met vijf verbeterpunten. Mijn belangrijkste conclusie destijds: vervang Terugkeer & Vertrek nu eens door Toekomst & Vertrouwen en kijk eens wat er dan gebeurt.

Geef mensen een keuze. Of die nu hier in de illegaliteit ligt, in hun thuisland of elders

Want: wie mensen in een kwetsbare positie begeleidt en alleen maar hamert op terugkeer en vertrek – precies hetgeen ze het meest vrezen – jaagt mensen alleen maar tegen zich in

De DT&V bestaat uit honderden die de paspoortlozen nu eens met en dan eens met terug naar hun land van herkomst proberen te begeleiden.

Mijn gedachte, destijds, was eigenlijk een eenvoudige: geef mensen de vrijheid om over hun eigen toekomst te beschikken. Of die nu hier in de illegaliteit ligt, in hun thuisland of elders. En sta hen – als coach in plaats van als regievoerder – bij in het maken van die keuze.

Het inzicht dat je beter af bent in een huis in Mogadishu dan op straat in Amsterdam, kun je namelijk niet afdwingen, zo leerde ik tijdens de die ik bij mocht wonen.

En wie zich opgejaagd voelt, zal zich alleen maar beter proberen te verstoppen. Daar kan elke tweejarige over meepraten.

Wat heeft asielbeleid met misdaad te maken?

Afgelopen zondag voegde ik nog iets toe aan mijn eerdere stuk. Wat doet asiel- en terugkeerbeleid eigenlijk bij het

Het afhandelen van asielzaken in hetzelfde gebouw als waar de strijd tegen drugs, georganiseerde misdaad en mensenhandel plaatsvindt, lijkt mij precies de verkeerde plek.

Want waar gaat het om bij een asielverzoek? Niet of iemand ‘recht op bescherming’ heeft, maar of iemand erin slaagt dat aan te tonen. Of iemand ‘voldoende geloofwaardig is,’ kortom. Asiel zoeken wordt zo een ingewikkeld juridisch spel. Asielzoekers zijn niet zomaar ‘vluchteling’ totdat het tegendeel bewezen is, maar moeten middels ‘positieve bewijslast’ aantonen dat ze zijn wie ze zeggen te zijn en vluchten waarvoor ze zeggen te vluchten.

Uit het feit dat een kleine 30 van de 159 ‘uitgeprocedeerden’ die twee jaar terug de Vluchtkerk betrokken inmiddels alsnog een verblijfsvergunning hebben gekregen en nog eens alsnog in een procedure zitten, blijkt wel dat ‘uitgeprocedeerd’ lang niet altijd hetzelfde als ‘uitgeprocedeerd’ is.

Een verhoor werkt niet

Een ander ministerie zou een symbolische eerste stap kunnen zijn. Een stap om op te houden van rechters en ambtenaren te vragen het werk van een leugendetector te doen. Elke tweedejaarsstudent psychologie kan je namelijk vertellen dat een verhoorkamertje met een tolk en een ambtenaar niet de aangewezen plek is om, direct na een vaak al even traumatische vluchtroute, je vluchttrauma op te dissen. In veel gevallen komen de echte verhalen pas na jaren, of na gerichte therapie, naar boven. En dan is het voor een verblijfsvergunning veelal te laat.

Het zal allemaal wel, ik laat me niet bedonderen

De grootste verzuchting die ik in de wandelgangen van DT&V hoorde was dan ook: hoe weten we nu of iemand de waarheid spreekt? En de grootste worsteling: dat je er na verloop van tijd onherroepelijk sceptisch over wordt. Dat je gaat denken: het zal allemaal wel, ik laat me niet bedonderen.

Ik zou de DT&V dan ook een ander ministerie gunnen, en overigens de ook. Een ministerie waarin niet het bewijzen van je vluchtverhaal, maar van je toegevoegde waarde voor de Nederlandse samenleving centraal staat.

Een nieuwe uitdaging voor minister Plasterk

Op welk ministerie zou asiel- en terugkeerbeleid wel op zijn plek zijn?

Eerst dacht ik aan Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Want we weten allemaal dat werk en een dagbesteding voor ieder mens de beste weg zijn om weer baas over de eigen toekomst te worden.

Toen dacht ik aan Volksgezondheid. Want laten we niet vergeten: veel mensen gingen op de vlucht voor een trauma, maakten een traumatische vluchtreis mee, en beleefden een in vele opzichten traumatische procedure hier in Nederland, die zich in veel gevallen traumatisch lang voortsleept. Maar ook dan duw je mensen in een slachtofferrol.

Misschien is het een idee om eens buiten Nederland te kijken: in veel landen valt asielbeleid onder Binnenlandse Zaken. Een ministerie waar we deze kabinetsperiode een minister Ronald Plasterk aantreffen, die na de zoveelste geflopte bestuurlijke hervorming en de inmiddels voltooide decentralisaties volgens mij een nagenoeg lege agenda heeft.

Goed, dit zei ik dus allemaal terwijl we in de zaal de boze demonstranten ‘DT&V, weg ermee’ hoorden roepen. Dat schreeuwen heeft natuurlijk geen enkele zin. Maar heeft ons beschaafde gepalaver deze middag het debat dan wel vooruitgeholpen?

Ik ben geneigd te denken van wel. Toen we de aanwezige ambtenaren aan het eind van de middag vroegen welk idee ze mee zouden nemen naar hun ministerie zeiden ze te gaan overwegen om ‘de psychologische en de sociale factor’ voortaan mee te wegen.

Nu kan ik me nauwelijks een terugkeerbeleid voorstellen waarin deze factoren ontbreken. Maar als dit ambtenarentaal is voor ‘goh, misschien heb je wel een punt,’ dan ben ik toch tevreden.

En leerde ik in elk geval dat wie ambtenaren tot reflectie wil bewegen beter kan praten dan protesteren.

Deze column is een aangepaste versie van de column die ik afgelopen zondag uitsprak tijdens het in debatcentrum De Nieuwe Liefde te Amsterdam.