Waarom noodhulp zo traag is (en nog 7 stukken om de ramp in Nepal te begrijpen)
Dit weekend werd Nepal getroffen door een zware aardbeving. Er vielen duizenden doden. Vorig jaar ging ik kijken hoe het land zich voorbereidde op deze ramp. Mijn stukken van toen zijn nu akelig actueel. Deze acht stukken kun je teruglezen om het huidige nieuws beter te begrijpen.
Dit weekend beefde de aarde onder Nepal met een kracht van 7,8 op de schaal van Richter. Volgens de laatste berichten zijn er meer dan 4.000 doden, 8.000 gewonden en 8 miljoen mensen getroffen. De premier van Nepal waarschuwde dat het dodental nog weleens op kan lopen tot 10.000.
Dat deze ramp in Nepal plaatsvindt, is geen verrassing. Hoofdstad Kathmandu staat al jaren op nummer één van meest aardbevingsgevoelige steden ter wereld.
In augustus vorig jaar reisde ik naar Nepal om te schrijven over deze tikkende tijdbom. ‘Het kan vandaag zijn, of morgen. Over dertig jaar, of over honderd jaar. Maar ontploffen gaat-ie,’ schreef ik toen. Nu is het zover.
Hoe kun je je voorbereiden op zo’n ramp? Voor het antwoord op die vraag ging ik niet alleen naar Kathmandu, maar ook naar San Francisco. Nog zo’n stad met een enorm risico op aardbevingen. Ik kwam erachter dat de problemen van deze steden enorm overeenkomen: bakstenen - een van de minst bevingsbestendige materialen - bijvoorbeeld. Of de onwil van mensen om zich bezig te houden met een mogelijke natuurramp - dat is immers in Gods handen. Of de enorme wirwar aan organisaties die met elkaar moeten samenwerken om voorbereidingen te treffen.
Ik kwam er bovendien achter dat de meest voor de hand liggende oplossingen om een stad veilig te maken, misschien niet de beste zijn. Zo kun je wel Nepalese architecten opleiden om steviger huizen te bouwen, maar dat heeft weinig zin als 93 procent van de Nepalese huizen zonder architect gebouwd worden.
Daar komt bij dat veel mensen er niet bij stilstaan. Zeker als je - zoals veel Nepalezen - prangender zorgen hebt. Genoeg te eten hebben, of de school van je kinderen betalen. Toch zijn er altijd mensen die zich voorbereiden. Ook in Nepal.
Om een arm land als Nepal bevingbestendig te maken, heb je dus vooral geduld nodig. Dat geduld hebben veel geldschieters niet. Als westerse landen hulpgeld aan Nepal bieden, willen ze liever vandaag dan morgen resultaat.
Maar nu is de ramp een feit en zijn de problemen enorm: de Kathmanduvallei heeft maar één vliegtuig, geen haven en veel toegangswegen zijn geblokkeerd. Hulp bieden is dus een logistieke uitdaging van groot formaat.
Vorig jaar liep ik mee met een ‘rampoefening’ van de Europese Unie, waarbij reddingsteams een grote aardbeving naspeelden. Het werd me duidelijk waarom het tijdens zo’n ramp zo moeilijk is om snel en effectief te helpen.
Maar ook als de hulp eenmaal op gang is gekomen zal het nog maanden, misschien wel jaren duren voordat alle schade hersteld is. Vorig jaar zag ik op de Filipijnen - die in 2013 werden getroffen door een tyfoon - hoe moeilijk het is om voor zoveel mensen nieuwe huizen te bouwen.
En in de toekomst? Zullen we de slachtoffers van de volgende aardbeving dan beter kunnen helpen? Zullen we kunnen voorkomen dat er (zo veel) slachtoffers zijn als Nepal nog eens geraakt wordt? Ik zette wat recente ontwikkelingen op een rij.