Deze Grieken proberen hun land zélf te redden van de ondergang
Terwijl politici internationaal touwtrekken om het lot van Griekenland, komen Griekse burgers collectief in actie om gezondheid en welzijn op lokaal niveau te verbeteren. Gastcorrespondent Herbert Ploegman en ik doen verslag van enkele bijzondere initiatieven, die de Griek in tijden van armoede en verschraling een sprankje hoop bieden.
De Grieken beginnen voor zichzelf.
Tijdens de grote demonstraties van 2011 hebben zich groepen burgers gevormd die het heft in eigen hand nemen in antwoord op de groeiende tekorten. Ze werken lokaal, opereren veelal zonder hiërarchie en zonder commercieel doel. Ze richten zich op de gezondheidszorg, voedselvoorziening, afval- en milieuvraagstukken, onderwijs, media en communicatie, het politiek bestel en op het vormen van een alternatieve economie.
Wat is er van deze bewegingen terechtgekomen? Kunnen ze een serieus alternatief genoemd worden?
Hoe omvangrijk is de social movement?
Allereerst: hoeveel van dit soort ‘solidariteitsinitiatieven’ zijn er eigenlijk? De laatste telling dateert van juni 2014 en werd uitgevoerd door de vrijwilligers van Omikron. Dat is een collectief dat het imago van Griekenland wil verbeteren. Op hun kaart noteerden ze vierhonderdzestig initiatieven. Dat is 30 procent meer dan het jaar ervoor toen ze de lijst voor de eerste keer maakten. Veel, als je bedenkt dat vrijwilligerswerk hier voor de crisis amper voorkwam.
De ‘social movement tour’ van Alternative Tours Athens voert ons langs een aantal van die initiatieven. Met de rondleiding wil onze gids Maria Petinaki (35) – in het dagelijks leven architect – het Athene van nu laten zien. We zien een ruilwinkel, een door burgers aangelegd park en een voormalig pand van de Kamer van Koophandel waarin nu start-ups zijn gevestigd.
De initiatieven die Petanaki ons laat zien, hebben linkse wortels. Dat wil niet zeggen dat elders in het politieke spectrum niets gebeurt. Zo kunnen etnische Grieken op vertoon van hun paspoort eten krijgen van de extreemrechtse partij Gouden Dageraad en zijn er initiatieven van de Grieks-orthodoxe kerk. De linkse beweging is echter het actiefst.
Een sociale apotheek
De Social Pharmacy in de Atheense wijk Patisia is de eerste halte. Trots toont Stavroula Arnaoutaki (56) de geneesmiddelenvoorraad van haar apotheek. Ze is een van de vier mensen die de Social Pharmacy in 2013 oprichtte. Veel van de pillen die artsen voorschrijven, worden nooit gebruikt. Die liggen gewoon nog bij de mensen thuis, vertelt ze. ‘Dat is zonde in een tijd waarin een grote groep geen toegang heeft tot zorg. Wij willen die medicijnen inzamelen en verspreiden onder mensen die ze nodig hebben.’
Ruim drie miljoen Grieken hebben geen zorgverzekering. Dat is bijna één derde van de totale bevolking
Dat de behoefte aan gratis gezondheidszorg groot is, blijkt uit de cijfers. Arnaoutaki trekt een van de ordners met patiëntendossiers uit de kast. 878 staat op het laatste blad. ‘Zoveel patiënten hebben we op dit moment,’ zegt ze. Volgens Solidarity 4 All, een koepelorganisatie waarbij ook de Social Pharmacy is aangesloten, hebben ruim drie miljoen Grieken nu geen zorgverzekering. Dat is bijna één derde van de totale bevolking. Vaak mensen zonder baan, zonder geld en dus zonder medicijnen.
De apotheek voert overigens geen controle uit of mensen die er gebruik van maken daadwerkelijk armlastig zijn. De vrijwilligers gaan ervan uit dat er geen misbruik wordt gemaakt van het aanbod. Bij andere solidariteitsklinieken – er zijn er meer dan veertig – wordt soms wel een bewijs van niet-verzekerd-zijn vereist.
Een ‘civil society’ in de kinderschoenen
Is dit liefdadigheidswerk? Volgens de gids niet. Het gaat om de solidariteit. ‘Give and take,’ noemt Arnaoutaki dat. Zo wil de beweging mensen leren om gezamenlijk de problemen aan te pakken.
Die aanpak lijkt te werken. Veel van de vrijwilligers in de apotheek waren eerder ook klant. Daarmee tonen ze zich politiek bewust: ze keren zich tegen het reguliere systeem. En: ‘Als vrijwilliger ben je betrokken en betrokken mensen accepteren het niet als de bazen corrupt zijn,’ zegt een van hen.
In Griekenland is de grassroot-beweging een nieuwe ontwikkeling. Het land kende geen sterke ‘civil society.’ Voordat de crisis erom vroeg, waren er maar weinig vrijwilligersprojecten. De staat werd door burgers vaak als verantwoordelijke gezien, zegt ook onze gids. ‘Daardoor zijn mensen afwachtend geworden en van elkaar vervreemd.’ Dat is het positieve van de crisis, zegt ze. ‘Daardoor zijn mensen dichter bij elkaar gekomen en nemen ze meer verantwoordelijkheid.’
Het blijft de vraag of de solidariteitsbeweging een afdoende alternatief kan vormen voor de tekorten in het land. Opvallend is namelijk dat veel groepen onderling nauwelijks samenwerken. Er zijn weliswaar netwerken voor het uitwisselen van bijvoorbeeld voedsel, kleding en medicatie, maar verder is er niet of nauwelijks onderling contact.
Een alternatieve bouwfabriek
Dat geldt ook voor de arbeiders van de in Thessaloniki gevestigde fabriek Vio.Me. Tot 2011 produceerden een kleine zeventig medewerkers hier bouwmaterialen. Het was een goedlopende fabriek, tot de bouwsector instortte. De eigenaren besloten daarop de productie stil te leggen en de medewerkers te ontslaan. Een klein deel legde zich daar niet bij neer en bezette de fabriek. Dimitris Koumatsioulis (45) was een van hen.
Voor hem en zijn collega’s is het voortbestaan van het bedrijf van levensbelang. Het salaris dat ze er nu verdienen – 300 euro bij een fulltime werkweek – is weliswaar te laag om van rond te komen, maar bij sluiting van de fabriek zouden ze werkloos raken. ‘En in deze situatie is het vrijwel onmogelijk om nieuw werk te vinden. Hier in Thessaloniki zijn veel fabrieken gesloten,’ zegt hij. Een werkloosheidsuitkering wilden de arbeiders niet. Daarvoor waren ze te trots. Bovendien vonden ze een uitkering geen structurele oplossing. ‘We willen werken voor ons geld,’ zegt Koumatsioulis.
Deze mannen zijn bereid om alle mogelijke middelen in te zetten om de fabriek te verdedigen
Tijdens de bezetting van de fabriek kregen ze veel steun uit links-anarchistische hoek, waardoor ze besloten de fabriek in eigen beheer te heropenen. Nu produceren ze er zeep. Besluitvorming vindt plaats via algemene vergaderingen.
Sinds de eerste dagen van de bezetting, toen de arbeiders nog streden voor behoud van werkgelegenheid, zijn de ambities flink opgeschroefd. ‘Nu willen we een revolutie. Het ultieme doel is dat arbeiders wereldwijd de productiemiddelen in handen krijgen,’ zegt Koumatsioulis, die overigens geen woord Engels spreekt. De communicatie verloopt daarom via Dina (33), die sinds twee maanden ook bij de fabriek werkt. Als lid van de anarchistische beweging heeft ze liever niet dat we haar achternaam vermelden.
De toekomst van de fabriek is evengoed nog altijd ongewis. De eigenaren eisen een ontruiming. Het terrein blijft daarom geen moment onbewaakt. Vanavond houdt Koumatsioulis de wacht. Als de politie op de stoep staat om de boel te ontruimen, moet hij het telefoonschema in werking stellen. In korte tijd kan hij daar een grote groep vrijwilligers mee oproepen om de fabriek te beschermen. Dina: ‘Deze mannen zijn bereid om alle mogelijke middelen in te zetten om de fabriek te verdedigen.’ Na een korte denkpauze zegt ze lachend: ‘We maken hier zeep. Denk Fightclub. Denk explosies.’
Wel samenwerken met de overheid
En via Dina komen we terug bij het wantrouwen in landelijke politiek en overheid. Die zijn er onvoldoende in geslaagd de gewone man te beschermen tegen bijvoorbeeld werkloosheid en armoede. Dat geldt ook voor de huidige regeringspartij Syriza, vinden ze bij Vio.Me.
Enkele jaren geleden sprak Syriza nog duidelijk haar steun uit voor de arbeiders van de fabriek. De huidige premier Alexis Tsípras zou zelfs gewild hebben dat meer arbeiders het voorbeeld van Vio.Me zouden volgen om zelfstandig leegstaande fabrieken te runnen. Maar nu de partij de regering vormt, houdt ze zich stil, aldus Dina.
Een ngo die nadrukkelijk wel een relatie heeft met een politieke partij en die overleg met de overheid niet schuwt, is Solidarity 4 All. Die club houdt zich bezig met acht onderwerpen, van zorg, voedsel en huisvesting, tot onderwijs en kleding.
Mede door de druk vanuit Solidarity 4 All kunnen mensen met een jaarinkomen dat lager is dan zesduizend euro sinds kort gratis in het ziekenhuis terecht
De organisatie regelt de externe communicatie, verdeelt beschikbare voorraden voedsel, kleding en medicatie gelijkmatig over het land en stimuleert lokale initiatieven om samen te werken. Daarnaast lobbyt de organisatie bij de overheid. Dankzij de band met Syriza denkt Solidarity 4 All meer te kunnen bereiken, vertelt Tatiana Egorova (40) die bij de organisatie verantwoordelijk is voor de gezondheidszorg.
Ze drong er bij het ministerie van Volksgezondheid op aan om de publieke zorg toegankelijker te maken voor mensen zonder baan, inkomen of zorgverzekering. Dit is van belang omdat volgens de organisatie ruim drie miljoen Grieken geen zorgverzekering hebben en dus geen toegang tot de publieke zorg.
Mede door de druk vanuit Solidarity 4 All kunnen mensen met een jaarinkomen dat lager is dan zesduizend euro sinds kort gratis in het ziekenhuis terecht. Omdat de regeling alleen geldt voor legaal in Griekenland wonende personen, is Egorova nog niet tevreden. ‘We zullen dus druk blijven uitoefenen zodat de regeling ook voor migranten gaat gelden.’
Behoefte van de buurt
Aan het einde van de rondleiding zitten we in een park in de wijk Exarcheia. Er zijn bankjes, er is een kinderspeeltuin, er is een collectieve moestuin. Tegenover ons zitten vier jongeren sigaretjes te roken in de schaduw. ‘Dit was een braakliggend terrein waar de gemeente een parkeerplaats wilde neerleggen,’ zegt Petinaki. ‘Een groep buurtbewoners heeft toen het asfalt weggehaald en er dit park gemaakt. Zo hebben ze het terrein een bestemming gegeven die past bij de behoefte van de buurt.’
De initiatieven geven burgers iets wat ze nog niet hadden of verloren waren. Ze brengen mensen bij elkaar en stimuleren een kritische houding ten opzichte van de overheid die zich selectief dienstbaar heeft getoond en die bovendien heeft bezuinigd op sociale zekerheid. Belangrijker: de initiatieven geven mensen eigenwaarde in een tijd van armoede en verschraling.
Dit verhaal schreef ik samen met gastcorrespondent Herbert Ploegman.