Het woord ‘feminist’ bestaat niet in het Arabisch (maar ze zijn er wel)

Hind Fraihi
Journalist, gespecialiseerd in de (radicale) islam
Een balletvoorstelling van '1001 Nachten' (1983). Foto: Andre LeCoz/HH

Er is geen woord voor ‘feminisme’ in het Arabisch. Toch is er een lange traditie van Arabische vrouwen die zich via het woord laten gelden. In deel 1 van dit drieluik over het Arabische feminisme richt ik me op een groep Arabische vrouwen waar je zelden over hoort: de jihadista’s.

Veel westerse vrouwen griezelen van het woord ‘feminisme.’ Voor velen is het nog een synoniem voor ongeschoren benen en stinkende oksels. Hoewel het inmiddels uit het dal kruipt - zie de groeiende populariteit van feministen als en - blijft de term beladen.

Hoe anders is dat in de Arabische wereld. Feminisme bestaat daar niet als stigmatiserend begrip. Sterker nog, het Arabisch kent er niet eens een woord voor. Feministen in de westerse zin van het woord bestaan er dan ook niet.

Toch wordt er al tijden een emancipatiestrijd gevoerd. Niet in alle openheid, zoals in het Westen, maar verborgen - middels de taal.

De vrouw die haar leven redde met een oneindig verhaal

Neem het eeuwenoude verhaal 1001 Nachten over koning Sjahriaar die door zijn vrouw bedrogen wordt en woedend wraak neemt op alle vrouwen in zijn rijk. Iedere nacht huwt hij een maagd die hij telkens vóór zonsopgang ombrengt.

Niet haar borsten, heupen of mooie ogen, maar haar hersenspinsels verleidden de wraakzuchtige man

Dan trouwt hij met de dochter van zijn Scheherazade. Om aan de executie te ontkomen, vertelt zij de koning tijdens de huwelijksnacht een spannend verhaal. Een verhaal zonder einde. Het vervolg is voor de volgende nacht. Iedere nacht slaagt Scheherazade erin de spanning op te bouwen zonder het verhaal af te maken en steeds opnieuw verlangt de koning naar het vervolg. 1001 nachten houdt ze dat vol. Daarna ‘leefden ze nog lang en gelukkig.’

De moraal van het verhaal: het woord redde Scheherazade. Niet haar borsten, heupen of mooie ogen, maar haar hersenspinsels verleidden de wraakzuchtige man.

Dansen met woorden op het wereldpodium

Tegenwoordig kent de Arabische wereld tal van zulke woordkunstenaressen. Vrouwen die sterk staan dankzij hun verbale capaciteiten. Vrouwen die met taal de Arabische wereld willen veranderen. Allen delen ze het geloof in de kunst van het woord.

Poëzie is in de Arabische wereld de hoogste vorm van kunst en cultuur. Al voor de komst van de islam was de dichtkunst de belangrijkste cultuuruiting. Het pre-islamitische tijdperk kende een rijke traditie van orale poëzie; dichters werden gezien als orakels, woordvoerders en geestelijke leiders van hun gemeenschap.

De rol die poëzie in het geestelijk leven van de Arabieren speelde, was zo groot dat zelfs de Koran als poëzie werd neergeschreven. Het heilige boek staat sindsdien bekend om zijn merkwaardige woordkunst. Een fraai staaltje van rijmend verzenproza zonder vast metrum. De Koran gaf de verdere voorzet aan een lange en rijke traditie in de Arabische wereld en vergrootte de prestigieuze status van het woord. Vertellen, dichten - het is voor Arabieren nog steeds de dans van de tong.

En zij, de Arabische vrouw, wil met vallen en opstaan het woord nemen. Meer en meer zelfs. Schaamteloos vraagt ze de man ten dans en betreedt het wereldpodium. Virtueel dan.

De vrouwelijke strijder: hoe klinkt een jihadista?

Op 11 oktober 2014 stuurde Islamitische Staat een opmerkelijk bericht de wereld in: een huwelijksaankondiging. Abu Usama Al Gharib, een in Wenen geboren strijder uit de hogere rangen van IS, gaf het jawoord aan Ahlam Al Nasr. Het stel huwde in IS-hoofdstad Raqqa.

Niets bijzonders, zou je denken. Er trouwen talloze stellen in het IS-bolwerk. Toch: slechts enkelen hebben de eer op Twitter en Facebook vermeld te worden. Virtueel rolde IS de rode loper uit. Niet zozeer voor Al Gharib, maar voor zijn bruid Al Nasr.

Wat weten we van haar? Dat ze twintig jaar oud is en uit Damascus komt. En dat ze de ‘dichteres van het islamitische kalifaat’

Zie daar de oosterse woordvorming van de vrouw, in plaats van de westerse beeldvorming van de vrouw

De terreurgroep pronkt met deze extremistische Scheherazade als ware ze de officiële hofdichter van het zelfuitgeroepen rijk. Vorig jaar ze op internet haar eerste dichtbundel The blaze of truth, waarin ze de strijders looft en lofliederen van victorie brengt.

Dat gaat verder dan dichten alleen. Op het internet en in radicale kringen wordt ze als invloedrijk figuur beschouwd die strijders ook rekruteert. Het opvallende daarbij: ze is niet zichtbaar. Er zijn geen foto’s van haar

Zie daar een (radicaal voorbeeld van) oosterse woordvorming van de vrouw - in plaats van de ons vertrouwde westerse beeldvorming van de vrouw.

Dan de inhoud. Met haar woordspel herinterpreteert ze islamitische teksten die acties van IS kunnen rechtvaardigen binnen de grenzen van de Koran en de Dat gaat ver. Begin februari verbrandde IS de gegijzelde Jordaanse piloot Moath al-Kasasbeh levend. Voor IS een opmerkelijke executie, aangezien verbranding in de Koran wordt afgekeurd.

IS antwoordde op Twitter met een eigen religieus dictaat waarin het stelde dat de islam wel toelaat een ongelovige te doden met vuur. De auteur van dat vonnis? Vrijwel zeker

De motor van de jihadista

Ze is niet de enige. Op het internet zijn veel jonge (radicale) moslima’s actief. Ze posten artikelen over de steun die een vrouw haar man moet bieden. Of ze rekruteren nieuwe sympathisanten, vertalen documenten en geven islamitische lezingen. Binnen het radicaal-religieuze gedachtegoed zijn ze baas over eigen sluier, én achter de sluier.

En de opmars van de digitale jihadstrijdster loopt al even. In 2004 lanceerde de vrouwentak van Al-Qaeda

Tips over hoe een strijder als echtgenoot te vinden, welke middeltjes te gebruiken om de huid onder de nikab zuiver te houden en gedichten over de jihad. Dat was allemaal te lezen in het stereotypische vrouwenblad Al Khansaa.

Geen toevallig gekozen naam. Al Khansaa is een bekende pre-islamitische dichteres die zich bekeerde tot de islam en een van de metgezellen van de profeet Mohammed werd. Haar treurdichten zijn geïnspireerd door het verlies van haar vier zonen die stierven in de islamitische strijd. Al Khansaa wordt dan ook de moeder der martelaren genoemd. Niet gek dat een vrouwenbrigade gelieerd aan IS ook de Al-Khansaa Brigade heet.

Ook het feit dat Al-Qaeda en IS een vrouw laten dichten, is doordacht. In islamitische uitdrukkingen wordt de vrouw beschreven als een parel die moet beschermd worden. In poëzie komt die geborgen- en verborgenheid terug. Woorden die verstoppertje spelen op het ritme van rijm.

Eens ze uitgesproken zijn, verdampen ze in het hart, de ziel of in het niets. Een kunstvorm als hersenschim. En zo zien orthodoxe en radicale moslims de vrouw het liefst: iemand die niet geleefd kan worden. Een schim. Een verdichting van de mens.

Alleen in het virtuele krijgt de Scheherazade van het kalifaat haar plaats. Het toetsenbord is haar dansvloer geworden.

Dit verhaal is het eerste deel van een drieluik over Arabisch feminisme. In het tweede en derde deel komen respectievelijk de iconische taal van de Arabische vrouw en de Arabische vrouw in de media aan bod.