De freudiaanse verspreking van Juncker: Europa is een land
Jean-Claude Juncker liet er in zijn ‘State of the Union’ geen misverstand over bestaan: goed gaat het niet met de Europese Unie. Zijn antwoord: een vlucht naar voren.
‘Laten we de ambitie niet loslaten om van Europa een land - eh - een continent te maken dat de status Triple A op sociaal gebied volledig waarmaakt, en dus moeten we alles doen om Europa naar volledige werkgelegenheid te laten terugkeren.’
Dat zei Jean-Claude Juncker, de voorzitter van de Europese Commissie, vanochtend in zijn ‘Staat van de Unie’ voor het Europees Parlement. De zin is niet te lezen in de gepubliceerde tekst die meteen na de rede online ging, maar ontglipte wel zijn mond in de Straatsburgse arena.
Nu is het een beetje flauw om iemand te pakken op één woord: land. Zelf heb ik er eerder op gewezen dat hij bij aanvaarding van de Karelsprijs 2006 heeft gezegd dat de Europese natiestaten blijvertjes zijn en hij geen federale superstaat nastreeft, iets wat hij bij zijn verkiezingscampagne in 2014 herhaalde.
Toch is er reden om te denken dat het een freudiaanse verspreking is. Want uit de rest van zijn rede blijkt dat hij in zijn hoofd echt droomt van een Europese Unie die zo sterk en eendrachtig is, dat ze veel van een land heeft. Een unie waarin het beleid op cruciale terreinen - migratie en asiel, economie, werkgelegenheid - gemeenschappelijk en uniform is.
Zijn toespraak kwam op een pijnlijk moment. Zelden zuchtte de EU onder zoveel crises. De grote aantallen vluchtelingen die voor onze kusten verdrinken en door Europese bossen trekken op zoek naar een veilig heenkomen. Het nog immer wankelende Griekenland. De dreiging van een Brexit. Zelden was de verdeeldheid tussen oost en west, noord en zuid zo groot. En zelden de euroscepsis, op rechts en links, zo sterk.
‘Onze Unie is niet in een goede staat,’ zei Juncker eufemistisch.
Zijn antwoord? Een vlucht naar voren. ‘Er is niet genoeg Europa in deze Unie en er is niet genoeg Unie in deze Unie.’
Continent in demografische neergang
Meer unie en meer Europa was allereerst zijn antwoord op de vluchtelingencrisis. De Luxemburgse zoon van een vader die in de oorlog gedwongen werd aan het oostfront te vechten, memoreerde de talloze vluchtelingen uit de Europese geschiedenis. De Hugenoten die Frankrijk in de zeventiende eeuw ontvluchtten. De Joden, Sinti en Roma die trachtten te ontkomen aan het nazibewind. De Tjechoslowaken die hun heil zochten in het westen nadat de Sovjet-Unie de Praagse lente in de kiem had gesmoord.
‘Wij Europeanen,’ besloot hij op gedragen toon, ‘zouden moeten weten en nimmer vergeten waarom het onderdak geven en het voldoen aan het fundamentele recht op asiel zo belangrijk is.’
Stevige buitengrenzen, geen binnengrenzen, één echt verenigd beleid, het Europa van Juncker lijkt wel een land
Voor lidstaten die daaraan proberen te ontsnappen of zoals Slowakije zeggen dat ze alleen christenen willen opnemen, toonde hij weinig tolerantie. ‘Er is geen religie, geen geloof, geen filosofie als het gaat om vluchtelingen.’
Meer dan ooit is er, zei Juncker, de noodzaak ‘voor een echt gemeenschappelijk asielbeleid.’ Dat betekent het loslaten van de Dublinverordening die zegt dat asielzoekers hun aanvraag moeten doen in het eerste land waar ze aankomen. De Europese Commissie wil 160.000 vluchtelingen over de Europese Unie verdelen. Verder wil Juncker de buitengrenzen van Europa versterken, maar de binnengrenzen zeker niet in ere herstellen. Gedurende zijn mandaat zal er niet aan Schengen worden getornd, zei hij ferm. Ook wil hij legale routes scheppen naar Europa. Vanuit het besef dat als je de buitengrenzen hermetisch sluit, je mensen geen andere mogelijkheid geeft dan zich over te leveren aan mensensmokkelaars en in gammele bootjes te stappen. En vanuit de wetenschap dat Europa een ‘verouderend continent in demografische neergang’ is.
Stevige buitengrenzen, geen binnengrenzen, één beleid, het Europa van Juncker lijkt wel een land.
En daar bleef het bepaald niet bij. Hij bepleitte:
- Een sterk gemeenschappelijk buitenlandbeleid. Want ‘een gebrek aan eenheid als het gaat om oorlog en instabiliteit in onze directe omgeving’ kan Europa zich niet langer veroorloven.
- Een ‘economische, fiscale, financiële en politieke unie.’ Een van de elementen daarvan: een gemeenschappelijk Europees systeem voor de garantie van banktegoeden. Ook essentieel: één stem voor de hele eurozone bij internationale fora als het IMF, namelijk de voorzitter van de eurogroep (nu Jeroen Dijsselbloem dus).
- Een ‘eerlijke en echte pan-Europese arbeidsmarkt’ waarin er één Europees sociaal beleid is, verdringing op de arbeidsmarkt door oneerlijke concurrentie op salaris verdwijnt en de lidstaten naar elkaar toegroeien in productiviteit, werkgelegenheid en sociale rechtvaardigheid.
Brussels imperialisme of gezond realisme?
Ambitieus kun je Juncker gerust noemen. Niet voor niets herhaalde hij zijn verlangen een ‘zeer politieke commissie’ te leiden. Het viel te lezen als luidruchtig protest tegen het idee dat de Europese Commissie niet veel meer is dan een clubje hoge ambtenaren dat met beleidsvoorstellen mag komen, maar zich uiteindelijk moet voegen naar de decreten van de in de Europese Raad verenigde lidstaten.
Niet verwonderlijk dus dat de voorzitter van de Europese Raad Donald Tusk en de minister-presidenten van de 28 lidstaten allen afwezig waren bij Junckers toespraak. Wel een mooie illustratie van de eeuwige gespletenheid van de Europese Unie. Ze is ergens halverwege blijven steken tussen een samenwerkingsverband van staten (belichaamd in de Europese Raad) en een federale staat (belichaamd in de Europese Commissie die zich een Europese regering waant en het Europese Parlement dat zich een Europese volksvertegenwoordiging waant).
Junckers vlucht naar voren kun je zien als een typisch staaltje Brussels imperialisme óf als gezond realisme.
Zelf neig ik naar het laastste. De vluchtelingenstroom naar Europa is niet in goede banen te leiden als de lidstaten de verantwoordelijkheid op elkaars bordje blijven schuiven en elk hun eigen beleid voeren. Dat geldt evengoed voor het economische beleid. We staan voor een keuze, zei de Franse minister van Economie Emmanuel Macron onlangs: of Europa verder laten splijten, of de sprong voorwaarts maken door te accepteren dat de Unie alleen kan bestaan als solidariteit werkelijk vorm krijgt en geld van rijk naar arm stroomt.
De visie dat een vreemde mogendheid de macht dreigt over te nemen, sprak juist uit een recente column van Syp Wynia. ‘Geef de sleutel van Nederland niet uit handen,’ zette Elsevier erboven. Wynia betoogde dat Junckers plannen voor herverdeling van asielzoekers ‘niet in het belang van Nederland’ zijn.
Het is precies dit soort denken dat de voorzitter van de Europese Commissie in zijn rede bestreed. Hij stelde zich op als hoeder van het Europese belang. Hij herinnerde eraan dat zonder gemeenschapsgevoel, zonder het idee dat niet alleen de Grieken maar ook wij verantwoordelijk zijn voor de opvang van de mensen die op Kos aanspoelen, de EU geen bestaansgrond heeft.
Natuurlijk is er ook reden om cynisch te doen over het verhaal van Juncker, zeker als de oud-premier van Luxemburg pleit voor eerlijkheid in het Europese belastingbeleid. Toch heeft hij een belangrijke boodschap: in deze roerige tijden staan we voor de fundamentele keuze een gemeenschappelijk Europees antwoord te vinden op de vele crises of vooral te blijven hangen in nationaal eigenbelang.