Het beste experiment met het basisinkomen begint straks in Finland
Al meer dan twee eeuwen geleden werd er voor het eerst over geschreven: het basisinkomen. Maar in 2017 gaat eindelijk het grootste en beste onderzoek naar dit oude idee van start.
Het nieuws ging de hele wereld over: het land van de sauna, Nokia en het beste onderwijs ter wereld zou een universeel, onvoorwaardelijk basisinkomen invoeren. Volgend jaar al. Terwijl een handjevol Nederlandse gemeenten nog wacht op toestemming van staatssecretaris Jetta Klijnsma (PvdA, Sociale Zaken) voor een klein experiment, zou Finland in één klap een basisinkomen invoeren van 800 euro per maand.
De werkelijkheid, zo bleek al snel, is iets minder spectaculair. Finland is niet van plan iedereen gratis geld te geven. Maar dat neemt niet weg dat er iets heel interessants gaat gebeuren in het hoge noorden: het beste experiment met het basisinkomen dat de wereld ooit gezien heeft.
Wat is het basisinkomen ook alweer?
Even ter herinnering: het basisinkomen is een onvoorwaardelijke, maandelijkse toelage voor iedereen – arm of rijk, jong of oud, werkloos of overwerkt. Het zou genoeg moeten zijn om van te (over)leven en je mag helemaal zelf weten wat je ermee doet. De enige voorwaarde is, kort samengevat, dat je hart klopt. Het idee is in het verleden geopperd door linkse én rechtse denkers, van dominee Martin Luther King tot de econoom Milton Friedman.
Dit is het grootste experiment met het basisinkomen ooit
De eerste die over het basisinkomen begon, was de Amerikaanse vrijdenker Thomas Paine, aan het einde van de achttiende eeuw. Maar afgezien van een reeks experimenten, bijvoorbeeld in de VS en Canada in de jaren zeventig, heeft geen enkel land, ooit, een basisinkomen ingevoerd. Toch is er wereldwijd steeds meer interesse voor, waarbij Finland vooroploopt. Volgens een recente peiling ziet 69 procent van de Finnen het idee wel zitten, waarbij de meesten denken dat het ongeveer 1.000 euro per maand zou moeten zijn.
Het Finse systeem van sociale zekerheid is, net als in Nederland, nogal complex geworden. Juha Sipilä, de premier van de centrum-rechtse coalitie, ziet het basisinkomen als een manier om de verzorgingsstaat op te schonen. Het onderzoek maakt bovendien onderdeel uit van ‘een nieuwe politieke cultuur van gedurfde experimenten.’
Het Finse plan
En inderdaad: wie het plan voor het Finse experiment bekijkt, moet concluderen dat het gedurfd is. Om te beginnen is er een budget van 20 miljoen euro, waardoor tot wel 100.000 Finnen (!) kunnen meedoen. Zo’n groot experiment is er nog nooit geweest. Het zal twee jaar duren, waarbij maar liefst vier verschillende varianten van het basisinkomen worden getest:
- De eerste variant zal een relatief hoog basisinkomen zijn, waarbij de meeste oude uitkeringen verdwijnen.
- De tweede variant zal een gedeeltelijk basisinkomen zijn, van minstens 550 euro per maand (het huidige niveau van de bijstand in Finland). Hiernaast zal bijvoorbeeld de Finse werkloosheidsverzekering blijven bestaan.
- De derde variant is het basisinkomen waar veel economen voor pleiten: de zogenoemde ‘negatieve inkomstenbelasting.’ In dit geval hoef je op een bepaald punt geen belasting meer te betalen, maar krijg je juist geld van de belastingdienst. Zodra je weer meer geld gaat verdienen, wordt je basisinkomen geleidelijk wegbelast. Op deze manier is er altijd een vloer – van bijvoorbeeld 1.000 euro – waar je niet doorheen kunt zakken.
- De vierde variant betreft het ‘participatie-inkomen’ waarbij je (een deel van) het basisinkomen krijgt in ruil voor bijvoorbeeld vrijwilligerswerk.
De onderzoekers hebben allerlei vragen. Hoeveel zullen de Finnen met een basisinkomen willen werken? Worden ze er gelukkiger en gezonder van, of juist niet? En wat zal er gebeuren met bijvoorbeeld de criminaliteit en het zorggebruik?
Alsof dit nog niet interessant genoeg is, zijn de Finse onderzoekers ook van plan in een paar kleine gemeentes iedereen een basisinkomen te geven. Er zouden immers allerlei interessante neveneffecten kunnen zijn als niet alleen jij, maar ook je familie en je buren een gegarandeerd inkomen hebben. Zal iedereen achteroverleunen, of zal de hele buurt juist opbloeien?
De grote belofte van het basisinkomen
Een van de meest gehoorde argumenten tegen een basisinkomen is dat het luiheid in de hand zou werken. Voor je het weet zit je hele beroepsbevolking in de sauna. Maar de rechtse regering in Finland wil het idee juist om de tegenovergestelde reden testen: de hoop is dat er met het basisinkomen méér mensen – betaald of als vrijwilliger – aan de bak gaan. Het huidige systeem, met allerlei controles en voorwaardes, houdt veel mensen namelijk vast in een uitkering.
Het basisinkomen herbergt een enorme belofte: het uitroeien van de armoede
Het tweede veelgehoorde bezwaar tegen het basisinkomen is dat het onbetaalbaar zou zijn. Maar hier geldt: the devil is in the details. Wie zegt ‘ik ben voor het basisinkomen’ zegt eigenlijk net zoiets als ‘ik ben voor de verzorgingsstaat’. De vraag is: wát voor verzorgingsstaat of wát voor basisinkomen zou je willen? Een relatief laag basisinkomen zou gewoon een bezuiniging kunnen zijn ten op zichte van de huidige sociale zekerheid. Daarnaast hoeft niet iedereen wat te merken van een basisinkomen, als je bijvoorbeeld 1.000 euro per maand erbij krijgt en vervolgens je belastingaanslag met hetzelfde bedrag omhoog ziet gaan.
Hoe het ook zij, het basisinkomen herbergt een enorme belofte: het uitroeien van de armoede. Dit hoeft helemaal niet duur te zijn, in Nederland zou het twee tot drie miljard euro per jaar kosten (nog geen half procent van het bbp). Ik ben dan ook een groot voorstander van meer experimenten. Er is al veel hoopvol bewijsmateriaal dat ‘gratis geld’ een effectieve, relatief goedkope en beschaafde manier is om armoede aan te pakken. Maar eerlijk is eerlijk, we weten nog niet genoeg. Nederland en België zouden dan ook een voorbeeld moeten nemen aan Finland, dat durft te experimenteren met een radicaal andere vorm van sociale zekerheid.