Hoe TTIP, CETA en Brexit een socialer Europa in de weg staan

Tomas Vanheste
Correspondent Europa tussen macht en verbeelding
Agnes Jongerius. Foto: Jiri Buller/Lumen

Deze week vindt achter gesloten deuren de twaalfde ronde van de onderhandelingen tussen de EU en de VS over TTIP plaats. PvdA-Europarlementariër Agnes Jongerius ziet geen heil in dit vrijhandelsverdrag en evenmin in CETA, het verdrag met Canada. ‘Het is een te groot risico voor de Europese waarden.’

Agnes Jongerius vond de eisen die het Europees Parlement aan het vrijhandelsverdrag tussen de EU en de VS stelde te slap. Daarom stemde ze in juli 2015 tegen over van het Europarlement. Ze ging ermee tegen de lijn van haar fractie in.

Aan die al te zwakke voorwaarden voldoet het handelsverdrag met Canada waar het Europees Parlement dit jaar ja of nee tegen moet zeggen, niet eens. Dat blijkt uit dat de Gentse professor Ferdi De Ville onlangs deed op verzoek van de sociaaldemocraten.

Maar is het wel fair om deze twee op een ander moment met een andere handelspartner gesloten verdragen langs dezelfde meetlat te leggen?

Agnes Jongerius. Foto: Jiri Buller/Lumen

‘Bijna alle Amerikaanse bedrijven hebben een vestiging in Canada,’ zegt Jongerius op haar werkkamer in het Europees Parlement in Brussel. ‘Als je het in de VS en Canada niet op dezelfde manier regelt, kun je als bedrijf vrij makkelijk kiezen of je de ene of de andere route neemt.’

De Ville voegt aan dit argument nog toe dat CETA werkt als een precedent voor de TTIP-onderhandelingen: het zal lastig zijn de VS te ontzeggen wat aan Canada is toegezegd.

De Gentse wetenschapper ziet waarop CETA niet voldoet aan wat het parlement wil. Zo eist het parlement een juridisch bindende mensenrechtenclausule. Die zou, voegt het eraan toe, standaard moeten zijn in alle EU-handelsverdragen.

Nu kun je zeggen: in het geval van Canada hoeven we ons over mensenrechten toch niet druk te maken? Toch is dat niet altijd evident. Human Rights Watch dat het land gefaald heeft maatregelen te nemen om af te dwingen dat Canadese bedrijven mensenrechten respecteren als ze elders zakendoen.

Ook wil het parlement dat publieke diensten zoals de watervoorziening, onderwijs en gezondheidszorg niet onder het handelsverdrag vallen. CETA bevat geen ondubbelzinnige bescherming van dergelijke ‘diensten van algemeen belang.’ Dat houdt het gevaar in dat Canadese bedrijven straks op basis van CETA kunnen eisen dat deze diensten geliberaliseerd worden en zij toegang krijgen tot bijvoorbeeld de watermarkt.

Maar het belangrijkste verschil tussen wat er in CETA staat en wat het Europarlement van TTIP eist, is misschien wel dat de TTIP-resolutie stelt dat ISDS eruit moet. Die vierletterige afkorting is bron van grote opwinding. Ze staat voor een systeem dat bedrijven de mogelijkheid geeft landen aan te klagen voor een speciaal tribunaal als ze vinden dat hun investeringsmogelijkheden worden beknot.

Het parlement bepleit dat ‘een nieuw stelsel voor de afdoening van geschillen tussen investeerders en staten dat onderworpen is aan democratische beginselen en toetsing’ de plaats van ISDS inneemt.

ISDS zit nog wel in de CETA-tekst. Nogal logisch dat het daar ook uit moet, vindt Jongerius. En dat vond haar fractie aanvankelijk ook. ‘Toen ik hier net kwam [in de zomer van 2014, TV], gaf onze politieke familie persberichten over CETA uit met als strekking: ISDS moet eruit. Dat zei de sociaaldemocratische Duitse minister van Economische Zaken in die tijd ook. Maar later is het gaan schuiven. Toen deed men opeens alsof het alternatief voor ISDS speciaal voor TTIP ontwikkeld werd, niet voor CETA. Ik vind de oorspronkelijke stellingname van onze fractie eigenlijk heel helder.’

Intussen is de Europese Commissie met een alternatief voor ISDS gekomen, het vinden dat niet veel meer dan wat cosmetische verbeteringen zijn aangebracht en dat het systeem in de kern even gevaarlijk en ondemocratisch blijft door investeerders het unieke privilege toe te kennen beleid te kunnen aanklagen via een speciaal tribunaal. zien ook de VS niet zoveel in het plan, om de omgekeerde reden: daar vinden ze juist dat ICS investeerders te weinig bescherming biedt. Ook lijkt niet genegen om ISDS door ICS te vervangen. Formeel is de tekst ook al rond en is er geen ruimte meer voor inhoudelijke veranderingen. Toch doen sommige politici nog ICS in CETA te krijgen.

Jongerius vindt dat er met ICS wat stapjes vooruit zijn gezet. ‘Het is goed dat je met een vaste lijst arbiters moet werken die niet de ene dag advocaat voor een bedrijf en dan weer arbiter kunnen zijn. Dat er meer transparantie komt over wat voor soort uitspraken er gedaan worden, vind ik ook mooi.’ Maar ze blijft twijfels houden over de noodzaak van een dergelijke vorm van investeringsbescherming. ‘Eigenlijk vind ik dat we het niet nodig hebben. Je kan ook naar de nationale rechtbanken. De hebben die discussie geopend. Ik zou ook de Nederlandse rechters willen horen.’

Want het is een zaak van moeilijk te overschatten belang, vindt Jongerius. ‘Ik geloof dat Ewald Engelen gelijk heeft dat deze handelsverdragen de richting van Nederland in 2050 kunnen bepalen. Ze hebben enorme effecten voor komende generaties. Ik denk dat het ongelooflijk nuttig is als mensen Europa ook kunnen zien als een beschermde jas tegen de steeds verder globaliserende wereld en niet alleen als een breekijzer voor vrijhandel.’

Waarom blijft sociale wetgeving toch uit?

Voor een Europa dat de burger beschermt, wil Jongerius zich in Brussel hard maken. ‘Maar ik merk dat het verleggen van de koers ongelooflijk moeizaam gaat,’ verzucht ze.

‘Soms denk ik: sociaal werker in Molenbeek is ook wel wat,’ is dan ook het eerste wat ze zegt tijdens ons gesprek. Ruim anderhalf jaar zit ze nu in Brussel. Ze kwam er met de ambitie mee te boetseren aan een sociaal gezicht voor Europa.

‘In het eerste halfjaar dacht ik: die heeft het begrepen, met zijn Commissie van de laatste kans en de stelling dat Europa een moet krijgen,’ zegt ze. ‘Maar als je dat roept, moet je ook met voorstellen komen. Je kan niet naar buiten kijken en denken dat het vanzelf goed komt.’

Dat is wel wat geschiedde: grote voorstellen voor nieuwe sociale wetgeving bleven uit.

De reden? Allereerst de die als een wolk boven de Brusselse burelen hangt, verklaart Jongerius. Haar partijgenoot Frans Timmermans is daar de grote roerganger van. De eurocommissaris wil bestaande en nieuwe Europese wetgeving kritisch tegen het licht houden. Is ze zo eenvoudig mogelijk, nuttig en kostenefficiënt? Aldus denkt Timmermans het imago van Brussel als een bureaucratie die zinloze regels uitspuwt te kunnen bestrijden. Prachtig toch?

Het is vaak sociale wetgeving die in het schootsveld van de betereregelgevingsagenda ligt

‘Het is vaak sociale wetgeving die in het schootsveld van de betereregelgevingsagenda ligt,’ zegt Jongerius. Ik heb zelf nog meegedraaid in de onder leiding van de Beierse christendemocraat Edmund Stoiber. Daar ging het ook altijd over sociale wetgeving en waarom er geen uitzonderingen waren voor het midden- en kleinbedrijf.’

Stoibers uiteindelijke advies stuitte op van de vertegenwoordigers van consumenten- en milieuorganisaties en de vakbeweging in zijn groep. Dit was geen voorstel, vonden ze, voor betere regelgeving maar voor minder regelgeving. Ten koste van de bescherming van werknemers en consumenten. Maar hoe omstreden Stoiber ook mag zijn, dat belette de Europese Commissie niet hem aan te stellen als Timmermans’ voor betere regelgeving.

Een tweede spelbreker voor nieuwe sociale wetgeving is de poging de Britten binnenboord te houden. ‘Cameron heeft Europa van begin af aan als een economisch, interne marktproject gezien,’ zegt Jongerius. ‘Er zijn mensen die zeggen: je moet nu blij zijn dat zijn afbraakagenda niet langer voor arbeidsmigranten geldt die er al zijn, en dat hij inmiddels inziet dat het alleen maar kan voor nieuwe arbeidsmigranten. Maar het is wel duidelijk dat het pakket voor arbeidsmobiliteit dat in het werkplan voor 2015 genoemd werd en dat gepresenteerd zou worden op 9 december 2015 is uitgesteld vanwege de Britten. Dat was de belangrijkste voorgenomen wetgeving op sociaal gebied.’

Die was bedoeld om misbruikconstructies op de Europese arbeidsmarkt onmogelijk te maken. Zoals het op detacheringsbasis aanstellen van mensen uit landen met lagere lonen om de kosten te drukken.

Agnes Jongerius. Foto: Jiri Buller/Lumen

Nog vlak voor het pakket het licht zou zien, gedragen: ‘In heel mijn politieke leven heb ik gevochten voor ons unieke Europese sociale en economische model. Ik ben ervan overtuigd dat Europa alleen kan slagen als haar economie zowel sterk als rechtvaardig is [...] Ik neem de zorgen over mogelijk misbruik en de risico’s van sociale dumping zeer serieus. Zoals ik ook in mijn politieke richtlijnen heb gezegd: in onze Unie moet hetzelfde werk op dezelfde plek op dezelfde manier beloond worden.’

Maar de presentatie voor de voorstellen om dat waar te maken, werd voor onbepaalde tijd uitgesteld. Wanneer het weer op de agenda komt, nu de onderhandelingen met de Britten zijn voltooid, is onduidelijk.

De voorgenomen vrijhandelsverdragen met Canada en de Verenigde Staten zijn een derde factor die een negatieve invloed heeft op plannen Europa groener en socialer te maken. De vrees is dat ze leiden tot Want straks moeten de handelspartijen voorgenomen wetgeving aan elkaar voorleggen en krijgen ze de gelegenheid die te beoordelen op de gevolgen voor handel en investeringen. Als nieuw beleid eerst langs die meetlat wordt gelegd, kan dat de mogelijkheid beperken wetgeving in het publieke belang te maken. In de praktijk hebben de onderhandelingen al een dergelijke remmende werking uitgeoefend op regelgeving waar de EU aan werkt: het bestempelen van als vuil en het opstellen van criteria voor .

Achter de handelsverdragen en betere regelgeving schuilt dezelfde ideologische agenda, denkt Jongerius. ‘Er zijn mensen die zeggen: of we het nu via REFIT [het programma voor betere regelgeving, TV] of via regulatory cooperation [de samenwerking tussen de handelspartners bij het opstellen van regelgeving, TV] doen, we streven hetzelfde doel na.’ Namelijk: het bedrijfsleven zo weinig mogelijk opzadelen met lastige sociale en milieuwetgeving.

Waarom moet dit eigenlijk?

Door de mantra ‘betere regelgeving,’ de dreiging van Brexit en de voorgenomen vrijhandelsverdragen is het tij bepaald niet gunstig voor pogingen Europa een socialer gezicht te geven. ‘De omstandigheden om te winnen zijn niet optimaal,’ erkent Jongerius. ‘Maar de vechtlust wel.’

Die zal ze nodig hebben, ook binnen haar eigen politieke familie. Uit een reconstructie die Vrij Nederland maakte, blijkt dat de druk bij de sociaaldemocraten om in de resolutie van juli 2015 ruimte laten voor een alternatief voor ISDS enorm was. Sommige fractieleden wilden elke vorm van investeringsbescherming afwijzen. Onder hen was de Britse oudvakbondsvrouw Jude Kirton-Darling. Zij zegt in Vrij Nederland dat de laatste fractievergadering voor de stemming ‘verwoestend’ was. Collega’s zouden naar elkaar hebben geschreeuwd, haar zou zijn verweten dat ze Bernd Lange, de Duitser die als rapporteur de Europarlementariërs op een lijn moet zien te krijgen, kapot probeerde te maken.

Jongerius zegt dat ze zich niet in het beeld herkent. ‘Het zou kunnen zijn dat ik totaal niet gevoelig ben voor dat soort druk. Dat is een van de voordelen van ouder worden,’ zegt ze lachend.

Betekent dit dat ze niet zal buigen en nee blijft zeggen tegen TTIP en CETA? ‘Ik vertrek van grote scepsis en van mijn stemgedrag afgelopen zomer,’ zegt ze. ‘Ik ben niet overtuigd, en als ik niet overtuigd ben, zeg ik nee.’

Ze voelt zich gesterkt door de uitspraak van het congres van de PvdA op 13 februari. ‘Daar is een motie aangenomen die stelt dat het hele verdrag een te groot risico is voor wat wij belangrijke Europese waarden vinden en voor het . Men moet wel met een heel goed verhaal komen om mij over te streep te trekken. En mag het ons eens duidelijk zijn wat het eigenlijk oplevert, qua werk, in welke sectoren, en wat we gaan doen voor werknemers die in sectoren werken voor wie het verlies oplevert? Waarom moet dit eigenlijk?’

Meer verhalen over de verdragen: