Thuis ben je waar de ondergang je vriend is

Arnon Grunberg
Schrijver

Sinds ik in 2014 in The New York Times had gelezen over het nieuwe Joodse museum in Warschau wilde ik erheen. Vooral omdat was benadrukt dat het museum over zoveel meer ging dan de ondergang van de Poolse Joden.

Afgelopen week was ik in Warschau met mijn vriend Karol en mijn geliefde.

Karol wilde erheen om mij het Warschau van te laten zien, die de roman De pop heeft geschreven, een klassieker in de Poolse literatuur, recent door Karol vertaald. Ik ben bezig het boek te lezen, maar aangezien ik ook mijn eigen roman moet redigeren, gaat het langzaam.

Op zaterdagavond kwamen we aan met de trein uit Berlijn. Er gaat weinig boven treinen, zeker als aan die trein een restauratiewagen vastzit.

Karol had geregeld dat we in een hotel in het centrum van Warschau zouden logeren dat bij de Poolse PEN-club hoort of daar op zijn minst een alliantie mee vormt. Dom Literatury heet het hotel, wat genoeg zegt.

De Poolse melancholie en de Poolse wodka gaan hand in hand

Op maandag gingen wij naar het Joodse museum. De architectuur was indrukwekkend en de permanente tentoonstelling ook, al was het wat veel voor een namiddag.

De ondergang nam weliswaar slechts een betrekkelijk klein gedeelte van de collectie in beslag, maar aangezien de ondergang van de Joden in Polen ook na de oorlog gewoon door is gegaan, verliet je toch met een wat bezwaard gemoed het museum. Dat deed ik dan ook, met het voornemen nog eens terug te komen om alles te zien wat ik niet rustig had kunnen bekijken.

In Polen hoor je net als in Rusland veel wodka te drinken, het is onvermijdelijk. De Poolse melancholie en de Poolse wodka gaan hand in hand. Nu ik de 45 ben gepasseerd en de doodsdrift zich nog geen meester van mij heeft gemaakt, begin ik steeds meer te beseffen dat je met alle geweld vastklampen aan het leven ook iets naargeestigs heeft. Vasthouden is loslaten.

Op een avond zaten we in het café waar de schrijver altijd kwam. Ik had lang geleden iets van Konwicki gelezen maar was het meeste vergeten. De ober had een knotje en zijn collega bediende met de traagheid die hoort bij een land waar melancholie en wodka hand in hand gaan. Het was erg rustig in het café, misschien gingen de mensen in Warschau vroeg eten en waren wij te laat, maar niemand zei dat de keuken weldra ging sluiten. Men leek hier nog blij met iedere gast. Op Poolse wijze weliswaar, maar toch. Karol bestelde haring en dronk er twee wodka bij.

Ik keek rond in het café. De Poolse geschiedenis is geen opgewekte geschiedenis, maar welke geschiedenis is dat wel? Nee, thuis ben je waar de ondergang je vriend is.