Ha Mark!

Ze zien hem al aankomen, die premier van Nederland, die tot juli ook nog eens voorzitter van de Europese Raad is. Niemand zit op zijn referendumprobleempje te wachten, maar hij kán proberen van de nood een deugd te maken. Door eindelijk het gesprek te voeren over het soort Europa dat onze Nee-stemmers, thuisblijvers én veel Ja-stemmers willen. En veel andere teleurgestelde Europeanen ook.

Na het verwachte Njet door twee derde van de opgekomen één derde van de kiezers haastten de minister-president en de fractievoorzitters in de Tweede Kamer zich te verklaren dat de uitspraak van de kiezers serieus genomen moet worden. Sinds het afwijzende referendum over de Europese Grondwet van 2005 heeft dat in Europees verband vooral betekend: pleiten voor minder Europa.

Ondanks de goede voornemens van het kabinet-Balkenende II is na het dreunend Nee van 2005 (twee derde tegen bij een opkomst van twee derde van de kiezers) nooit een serieus debat gevoerd over welk Europa wij dan willen. Sindsdien heeft de Europese discussie zich, als het echt moest, in dit land voortbewogen langs de monorail van minder of meer Europa.

Maar dat is het probleem niet. En nog minder de oplossing. De meeste partijen in de Kamer weten dat Nederland al lang niet meer in staat is de eigen democratische rechtsstaat en welvaart zelfstandig te laten bloeien. De nationalistische illusie is iets voor de verleiders op de flanken, die tot nu toe geen regeringsverantwoordelijkheid hebben gedragen. Het is maar goed dat Nederland is ingebed in een gemeenschap van landen met vergelijkbare democratische tradities.

Minder Europa...

‘Minder Europa’ bepleiten is een beroep doen op het verlangen naar overzichtelijkheid. Het is begrijpelijk dat dat appèl het meest aanslaat bij mensen die onzeker zijn over hun werk. Bij de mensen die verloren door de technische modernisering en outsourcing van het productieproces naar lagelonenlanden én de open grenzen waardoor goedkopere arbeid hier de verhoudingen verstoorde. Mensen die afhankelijk zijn van het krimpende sociaal vangnet.

Waar het grootste probleem zit, is de dominante koers van de Europese Unie. Zonder dat daar in de nationale parlementen of in andere publieke, Europese fora goed over is gedebatteerd en besloten, heeft de EU een meer Angelsaksische dan continentaal-Europese richting ingeslagen.

Waar het grootste probleem zit, is de dominante koers van de Europese Unie

Die neoliberale, op de universele welvaart verhogende zegeningen van de vrije markt gebaseerde, overtuiging zit diep in de EU-regelgeving en dus ook in het associatieverdrag met Oekraïne gebakken.

Nu heeft de wereld de laatste decennia veel honger bestreden en welvaart gecreëerd dankzij vrije ondernemingsgewijze productie. Maar het is ook moeilijk te negeren dat de te ongeremde vrijheid om met geld en mensen te schuiven in dienst van winst en industriële macht immens veel schade heeft aangericht. De banken- en de klimaatcrisis zijn voorbeelden van epische schaal. De Panama Papers illustreren de zelfgerichte moraliteit van degenen die vooral profiteren van deze overliberale wereldorde.

Die Europese nadruk op Angelsaksische, vooral marktgerichte ontwikkelingen zou hier niet zo eenzijdig uitpakken als de Nederlandse nationale politiek daarin niet ook nog eens het ijverigste jongetje van de klas had willen zijn. Europese richtlijnen en voornemens die publieke diensten naar de markt wilden brengen werden hier bij voorrang ingevoerd. Den Haag ging bovendien diplomatiek op de Angelsaksische toer door meer nadruk te leggen op intergouvernementele samenwerking. Daardoor kon Europa als geheel ook minder tegendruk bieden tegen de marktverheerlijking.

Verloren en verraden

De gevolgen van al deze ontwikkelingen hebben heel veel Europeanen een gevoel van verlorenheid en verraad gegeven. Een gevoel dat bij verkiezingen en referenda naar buiten zal blijven komen. Hou je maar vast voor de Britten die in juni gaan spelen met hun schietstoel uit de EU. Ook daar zal de nationalistische verleiding luid klinken en aansprekender te verwoorden zijn dan het onspectaculaire pleidooi voor van binnenuit knokken voor een beter, eerlijker Europa.

Waar de onverschillige, de boze en de cynische kiezer om vraagt, is dus een Europa dat aansluit bij de sociale en culturele tradities van (continentaal) Europa, die fundamenteel anders zijn dan die van de Verenigde Staten, waarop Groot-Brittannië zich sinds Thatcher is gaan oriënteren. Het is stil geworden rond het Een geactualiseerde versie daarvan is waar de Europese Unie voor zou moeten staan. Geschraagd door de cultuur die ons van Napels tot de Noordkaap verbindt.

Het Ja-kamp heeft spectaculair gefaald bij het Nederlandse referendum van deze week. Het bestond niet. De regeringspartijen hebben het schandalig laten afweten. Enkelingen hebben hun best gedaan, een paar columnisten (waaronder ikzelf, laat) en het D66 van Alexander Pechtold en een waterig GroenLinks hebben getracht woorden te geven aan de moeizame werkelijkheid van een associatie van 28 onvoldoende gelijkgestemde, maar samenwerkende landen.

Nu de gewrongen keuze van dit eerste raadgevende referendum voorbij is, en we niet meer hoeven te strijden of het gaat om de vraag of de corruptie in Oekraïne erger is dan een Nee-stem voor een Unie die al wordt verscheurd door de vluchtelingencrisis, doet zich de kans voor gebruik te maken van de tijdelijk iets vergrote aandacht voor het Nederlandse malheur.

Welk Europa...

Nu is het moment dit Nee in Brussel en heel Europa uit te leggen als een noodkreet van een diep verontrust volk. Ik ben ervan overtuigd dat al die boze, Nee-, Front National- en Brexit-stemmende Europeanen best willen leven in een Europese Unie die regels stelt voor schone camembert en toegestane dieseldampen. Als diezelfde Europese Unie ook maar opkomt voor eerlijke arbeidsomstandigheden en optreedt tegen sociale dumping. Als die Unie de inherente Europese waarden belichaamt en zich niet lijkt te beperken tot het puur-economische.

Nu is het moment dit Nee in Brussel en heel Europa uit te leggen als een noodkreet van een diep verontrust volk

Het is een enorme spagaat voor Mark Rutte: om tegen zijn Europese collega’s te zeggen dat Nederland tegen dat associatieverdrag heeft gestemd, maar dat het eigenlijk over iets anders en groters gaat. Om vervolgens een voorbehoud te vragen voor een paar artikelen over mensenrechten en democratische toenadering, waar we eigenlijk geen moeite mee hebben. Niet uit te leggen in Brussel. Weinig overtuigend in eigen land. Zeker voor Mark Rutte als leider van de partij die nog zonder veel reflectie het meest op de neoliberale koers zit.

Wat de premier te doen staat de komende weken, luistert nauw. Een mooi verhaal over minder maar een socialer Europa voor de Nederlandse bühne terwijl de rest van de lidstaten met andere dingen bezig is, het zal niet werken. Bovendien, de meerderheid van de kiezers trapt er niet meer in. Zij weten dat als het erop aankomt en een land als Griekenland nog een keer moet worden gered er toch weer diep in de Europese buidel wordt getast. En terugbetalen, ho maar.

Het werkt alleen als de Nederlandse regering en dus de Nederlandse politieke elite serieus vaststelt dat het debat over de impliciete koers van de Europese Unie nooit is gevoerd en dringend op iedere agenda moet komen. De tijdelijke voorzitter Nederland kan daar nog maar een paar maanden extra accent aan geven, maar moet er wel mee beginnen, en de anderen ervan trachten te overtuigen dat ons Njet niet veel verschilt van hun eigen nationale veenbrand.

Zonder Britten?

Misschien is het voor continentaal Europa makkelijker de niet-economische waarden die wij delen benoemd te krijgen na een Brexit. Maar het zou beter zijn mét de Britten. Hun talenten vullen die van Duitsland, Frankrijk en de andere lidstaten aan; mét Groot-Brittannië heeft de Europese Unie meer massa en diplomatiek gewicht. De rest van de wereld ziet het afnemend belang van Europa toch al glimlachend aan. Ook Barack Obama heeft Europa niet echt de hand toegestoken.

De kans bestaat natuurlijk dat het kabinet-Rutte besluit deze analyse niet uit te dragen, en gaat zoeken naar muizengaatjes in het associatieverdrag met Oekraïne. Juridische vondsten, politieke rookgordijntjes.

Rookgordijntjes of de hoofdzaak?

Het overgrote deel van het verdrag, dat gaat over vrijhandel op westerse leest, blijft tot nader order van kracht. Daar gaat Nederland niet over. Het kleinste deel, over democratie en rechtsstaat, waar je moeilijk tegen kunt zijn, dáár kunnen we na keihard onderhandelen misschien een voorbehoud op versieren. Dan beledigen we het hoopgevendste deel van de bevolking van Oekraïne en foppen we onszelf.

Wantrouwen en boosheid zijn er niet mee weg te nemen. Vluchten in een referendumdebat over drempels en aantallen is ook een sideshow. De Nederlandse parlementaire democratie kan beter twee vliegen in één klap slaan: dit referendum aangrijpen om te laten zien waar politiek voor is, de zorgen van burgers verlichten én in Europa oproepen tot een hoognodige bezinning op de grondslag van de Unie.

In mijn Politiek Dagboek probeer ik achtergrond te geven bij het nieuws over politiek en democratie. Het zijn persoonlijke notities bij het heetst van de strijd. Volgende week kan de invalshoek weer anders

Lees ook:

Het Oekraïnereferendum gaat over verschillende waarheden De aanzienlijke verschillen van mening over het Oekraïnereferendum van volgende week woensdag zijn mede het gevolg van een ongelukkige samenloop van omstandigheden, en het slordig omspringen met het kiesrecht. In dit Politiek Dagboek ga ik in op de reacties op mijn vorige bijdrage. Lees het Politiek Dagboek hier terug Oekraïne en Brussel laten zien: het nationale speelkwartier is voorbij De aanslagen in Brussel bewezen opnieuw dat hoogontwikkelde samenlevingen zich moeilijk tegen terrorisme kunnen wapenen. In ieder geval is de Europese Unie de rug toedraaien het stomste dat een klein land als Nederland nu kan doen. Maar wat dan wel? Lees het Politiek Dagboek hier terug Het onderwijs wordt weer verbouwd. En dat is een slecht idee Het is voorlopig te saai voor het journaal, maar Tweede Kamer en kabinet staan op het punt het hele onderwijs weer eens overhoop te halen. De leerling van de toekomst is ‘vaardig, waardig en aardig.’ Een Politiek Dagboek over de totale verbouwing van het type waarvan politiek Den Haag acht jaar geleden beloofde het nooit meer te zullen doen. Lees het Politiek Dagboek hier terug