Bangmakerij, spookverhalen, drogredenen. Met fikse termen rekende minister Bussemaker (onderwijs) twee jaar geleden af met kritiek op het toen aangekondigde leenstelsel. De toegankelijkheid van het hoger onderwijs zou niet in gevaar komen. ‘Overal zijn de studentenaantallen na invoering hoog gebleven.’

De minister wilde best debatteren, maar dan op basis van de feiten.

Nu zijn de beschikbaar. Ze komen de minister niet goed uit.

Sinds de invoering van het leenstelsel in 2015 gaan minder kinderen van ouders met een beperkte opleiding studeren aan het hoger onderwijs – in sommige steden en bij sommige opleidingen 15 procent minder in één jaar.

Het werd voorspeld en ontkend. De eerste meting laat zien dat het waar is.

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap schijnt weken in de weer te zijn geweest om de vlek zo onopvallend mogelijk te maken. Wrijven helpt meestal niet. Het is een vorm van uitstel. De daling zou het gevolg zijn van de ‘boeggolf’: een jaarlaag die om het leenstelsel te ontlopen geen tussenjaar heeft genomen.

Hbo krijgt klappen

Juist het hbo-onderwijs, dat voor veel eerstegeneratiestudenten de poort is naar meer hoger onderwijs, krijgt klappen. Universiteiten lijken het verlies voorlopig op te vangen door meer buitenlandse studenten te trekken. Het onderzoek en de definitieve reactie van het ministerie moeten nog verschijnen, maar de strekking zal wel zijn: het is nog te vroeg voor conclusies.

Nadat eerder de inspectie van het onderwijs al had geconstateerd dat kinderen van laagopgeleide ouders minder ver komen in het onderwijs, is deze studie een nieuwe aanwijzing dat het opleidingsniveau van ouders een belangrijke factor is voor het onderwijsresultaat van kinderen. Niet het talent en de werklust, maar waar je vandaan komt.

Het onderzoek en de definitieve reactie van het ministerie moeten nog verschijnen, maar de strekking zal wel zijn: het is nog te vroeg voor conclusies

Het kan nog wel even duren voor het inzicht doorbreekt dat de wet op het studievoorschot, zoals het leenstelsel in het politieke verkoopjargon heet, een voorbeeld is van het soort wenswetgeving waar de Raad van State in haar onlangs verschenen voor waarschuwt.

In zijn inleiding legt vicepresident Piet Hein Donner de vinger op een ontwikkeling die niet alleen bij Onderwijs aan de orde van de dag is. Wetgeving die het politieke compromis over een gewenste ontwikkeling in (haastige) wetgeving vastlegt, zonder veel oog voor de samenhang met bestaande wetgeving.

De betrouwbaarheid van de rechtsstaat wordt erdoor aangetast, zegt de voorman van de Raad van State. Wetgeving wordt minder een geheel van normen en regels, maar meer een soort notulen van gehoopte beleidsresultaten. Wetgeving als politiek weerbericht.

Meebewegende wetten

Donner zegt het helder en herderlijk: ‘Een ander bezwaar tegen het nauw laten meebewegen van regelgeving met maatschappelijke veranderingen, is dat de regels dan hun functie van houvast verliezen. Regels bieden minder maatschappelijke zekerheid als zij na korte tijd weer veranderen. Bovendien dreigt dan al gauw de regelgeving te gaan prevaleren die in het belang is van de sterkste of meest luidruchtige maatschappelijke groeperingen.’

Ook het Centraal Planbureau erkent dat het de minister te rooskleurig de minieme gevolgen heeft voorgerekend

Zo ging het met het leenstelsel. De coalitie van PvdA en VVD wilde de algemene basisbeurs afschaffen, GroenLinks en D66 deden mee als er meer werd geregeld voor studenten die niet bij hun ouders kunnen aankloppen. De ov-kaart bleef behouden en werd uitgebreid tot mbo-studenten.

Het dominante argument bleef: investeer in je eigen toekomst. Succes is een kwestie van willen. Als lokker werd in het wetsontwerp ‘kwaliteitsverbetering’ van het hoger onderwijs beloofd. Een ruim en moeilijk meetbaar begrip. Vaak betekent het: geld naar de instellingen, gedeeltelijk wegvallend tegen lopende bezuinigingen.

De en andere oppositiepartijen waarschuwden destijds luid en duidelijk voor de te verwachten schuldhuiver van onbemiddelde potentiële studenten. Die vrees lijkt nu bewaarheid te worden. Ook het Centraal Planbureau erkent dat het de minister te rooskleurig de minieme gevolgen heeft voorgerekend – de Britse ervaringen bleken hier geen voorspellende waarde te hebben.

Hoe vager hoe vrijer

Wenswetgeving is maar een deel van wat er mis is. De Raad van State signaleert meer in het algemeen een afkeer van concrete wetgeving. Men wil in ambtelijk en politiek Den Haag graag snel schakelen en giet grootschalige plannen in experimenteerartikelen die daar niet voor zijn bedoeld, of schrijft zodanig ruim geformuleerde wetten dat men er in de toekomst alle kanten mee op kan, zonder weer tijd te hoeven verdoen met wetswijzigingen.

In de nieuwe Omgevingswet wordt een bijna onbeperkte bevoegdheid aan het bestuur gegeven om nadere regels te stellen – wetgeving die de wetgever (dat zijn regering plus parlement) buiten werking stelt. Ook daartegen verzet de Raad van State zich namens de burgers die hoopten in een parlementaire democratie te leven.

In het geval van het leenstelsel had de Raad bij indiening van het wetsontwerp Zij haalt het sleutelargument van de minister onderuit dat het hoog tijd is dat studenten zelf investeren in hun toekomst. Zij zouden immers zelf profiteren van hun betere verdiencapaciteit nadat zij een academische studie hebben afgerond.

Maatschappelijk nut

De minister negeert het maatschappelijk nut van een goed opgeleide beroepsbevolking, schrijft de Raad van State. Waar de Onderwijsraad, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en andere adviserende instanties jaar in jaar uit hameren op het belang van een kenniseconomie, en vaststellen dat Nederland achterblijft met investeren in wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, verengt de coalitie van VVD, PvdA, D66 en GroenLinks die de wet van Bussemaker steunde studeren tot een individuele businesscase.

Die hele schuld bedraagt misschien maar 15.000 euro, wat is dat vergeleken bij de gemiddelde startershypotheek?

Om een meerderheid achter zich te krijgen is in de wet vastgelegd dat terugbetalen van de studielening over 35 jaar mag worden uitgesmeerd en alleen hoeft als men genoeg verdient om zich dat te kunnen veroorloven. Bij de huidige rente vallen de bedragen mee. Die hele schuld bedraagt misschien maar 15.000 euro, wat is dat vergeleken bij de gemiddelde startershypotheek, aldus de minister.

De Nederlandsche Bank-president waarschuwde onlangs dat mensen zich niet rijk moeten rekenen; de rente kan ooit weer omhooggaan. Dat geldt ook voor mensen die maximaal studielenen om goedkoop aan een eerste huis te beginnen.

Nieuwe maakbaarheid?

Het meest opmerkelijk blijft dat de PvdA-minister van Onderwijs en de drie smaken liberalen aan haar zijde op grond van veronderstellingen het risico hebben genomen de toegankelijkheid van het hoger onderwijs op de proef te stellen. En waarom? Omdat zij nog steeds gevangenzitten in het hardnekkig Haagse frame van de weerbare burger die, mits goed geprikkeld, zijn eigen economisch belang nastreeft.

Nu het toch verkiezingstijd begint te worden zouden sommige partijen kunnen verkennen of er een meerderheid is te vinden voor de gedachte dat Nederland en Europa weer toe zijn aan nieuwe vormen van solidariteit, een hernieuwd geloof in de maakbaarheid van een samenleving op menselijke schaal. In plaats van de gebruikelijk geworden repressie-prikkel-sturing van de wantrouwende overheid als mislukte marktpartij.

In mijn Politiek Dagboek probeer ik achtergrond te geven bij het nieuws over politiek en democratie. Het zijn persoonlijke notities bij het heetst van de strijd. Volgende week kan de invalshoek weer anders zijn. Het kan zijn dat ik de komende tijd niet in staat ben direct te reageren.

Het onderwijs wordt weer verbouwd. En dat is een slecht idee Het is voorlopig te saai voor het journaal, maar Tweede Kamer en kabinet staan op het punt het hele onderwijs weer eens overhoop te halen. De leerling van de toekomst is ‘vaardig, waardig en aardig.’ Een Politiek Dagboek over de totale verbouwing van het type waarvan politiek Den Haag acht jaar geleden beloofde het nooit meer te zullen doen. Lees het verhaal van Marc hier terug