De Shelldialogen (3): ‘Als ik het eenvoudig kon maken, had ik de oplossing’

Jelmer Mommers
Correspondent Democratie & Klimaat
Activisten klimmen op een Shellbord terwijl ze de weg naar de Croytonraffinaderij versperren in Stanford Le Hope, net buiten Londen. 16 oktober, 2010. Foto: Paul Hackett / Reuters

In een serie gesprekken met Shellmedewerkers onderzoek ik hoe het is om bij de olie- en gasgigant te werken en wat het bedrijf kan doen tegen klimaatverandering. Vandaag een ingenieur die critici graag op de voordelen van olie en gas wijst. ‘Dankzij mij kun je koken.’

Ze begon haar carrière in de olie- en gasindustrie bij een van de grote contractors - een bedrijf dat diensten en infrastructuur aan Shell levert. Ze werkt nu vijf jaar direct voor Shell, als een van de weinige vrouwelijke ingenieurs op haar afdeling. We ontmoeten elkaar in een grand café in Groningen. Ze doet eerlijke uitspraken - geduldig en kalm - over hoe het is om bij Shell te werken. Over hoe om te gaan met de kritiek waar je aan blootgesteld wordt.

‘Kan ik vertellen wat voor werk ik doe of moet ik me schamen?’

‘Ik woon in Groningen, in aardbevingsgebied. Als ik bij de kapper zit, of als er iemand op bezoek komt thuis om iets te repareren, en ze vragen waar ik werk, dan is het wel lastig te zeggen dat ik voor Shell werk. Als je nieuwe mensen leert kennen, dan probeer je er eerst achter te komen: is dit een enorme Greenpeaceaanhanger, of kan ik gewoon vertellen wat voor werk ik doe?’

‘Moet ik me schamen om te werken voor Shell? Ik denk het niet. Het is wel jammer dat ik mezelf die vraag moet stellen. Ik denk daarover na, omdat ik het gevoel soms krijg.’

‘Ik zie mezelf niet als wereldverbeteraar, maar ook niet als milieuvervuiler. Ik geniet van de natuur in mijn omgeving. Ik scheid m’n papier en m’n glas. Ik laat de verwarming niet aanstaan als ik van huis ga, maar ik douche wel warm. En ik ga op vakantie met het vliegtuig. Ik weet niet zo goed waar ik dan sta en hoe ik mezelf verhoud tot andere mensen. Ik vind dat we heel goed moeten nadenken over de toekomst.’

‘We moeten heel bewust omgaan met de olie en gas die we nog hebben. Ik zie persoonlijk heel veel in energieneutrale huizen. Met zonnepanelen, die net iets verder zijn dan de huidige generatie. Ik denk dat we snel kunnen overschakelen naar energieneutrale steden.’

‘Maar grotere industrieën kunnen op dit moment nog niet zonder olie. Je hebt landen als Brazilië, India, Rusland en China, die groeien heel hard door met bestaande technologieën en fossiele brandstoffen. Of zij snel groen worden, dat is nog maar de vraag. We moeten ergens beginnen, dat geloof ik wel, we moeten het voorbeeld stellen.’

Greenpeaceactivisten dragen een kunstijsbeer in Praag, Tsjechië. Dit ter voorbereiding van een nieuwe campagne tegen het experimenteel olie boren door Shell. 29 april, 2013. Foto: Michal Cizek / Getty Images

‘Dat we geld willen verdienen betekent niet dat Shell zich niet betrokken voelt’

‘Ik denk dat Shell een bijdrage moet leveren en ik vind dat Shell zo snel mogelijk naar groen moet. We moeten alles aangrijpen als energiebedrijf om te kiezen voor milieu. En nadenken over energiezuinige oplossingen.’

Dat wegschuiven als ‘jullie zijn er alleen maar om geld te verdienen,’ dat vind ik te makkelijk

‘Shell is daar ook al mee bezig. We werken bijvoorbeeld aan het klimaatneutraal maken van boorplatforms op zee, door windmolens te plaatsen, zonnepanelen te plaatsen, door te zorgen dat ze op afstand bestuurd kunnen worden zodat er geen mensen meer naartoe hoeven. Dat scheelt helikoptervluchten en het is beter voor het klimaat. En dat is ook goed voor de kosten. Dat wegschuiven als ‘jullie zijn er alleen maar om geld te verdienen,’ dat vind ik te makkelijk.’

‘Ieder ander bedrijf wil ook geld verdienen. Anders is er geen bestaansrecht. Dat betekent niet dat Shell zich niet betrokken voelt. We willen zo zuinig mogelijk omgaan met het milieu en het klimaat. Het is nu eenmaal zo: de toekomst ziet er groener uit. Shell gaat meedoen aan de energietransitie, het portfolio krijgt een lager CO2-profiel. Daar kijken we echt wel naar. Als Shell wil blijven bestaan, dan zal het bedrijf mee moeten met verduurzaming.’

‘Je kunt niet van vandaag op morgen stoppen’

‘Sommige mensen vinden dat we de gaskraan direct dicht moeten draaien. Oké. Wat dan? Dan heb je de BP’s en de ExxonMobils nog. Die stoppen ook allemaal? Wat gaan alle mensen doen als ze niet meer kunnen tanken aan de pomp? Wat gebeurt er dan met al die huishoudens die op gas zijn aangesloten? Ja, ik kan wel honderd dingen opnoemen. Je kunt niet van vandaag op morgen stoppen.’

‘Als we hier minder gaan oppompen, maar we hebben de vraag nog, dan gaan we aardgas inkopen van bijvoorbeeld Rusland. Dat is een land waarmee we politiek in conflict zijn. We lopen banen mis in Nederland omdat we die industrie vaarwel zeggen.’

‘Door een bedrijf als Shell komt er geld in de schatkist van een land. Tegelijkertijd heb je een overheid die wet- en regelgeving moet maken om het milieu te beschermen, maar dan wel op zo’n manier dat het bedrijf nog geld verdient voor de schatkist. En tegelijkertijd moet je als politicus in een democratisch land zorgen dat de kiezer nog een keer op je stemt. Die doelen zijn soms tegenstrijdig: burgers willen goedkope, maar ook schone energie. De politiek moet ervoor zorgen dat die tegenstrijdige doelen een gezamenlijk doel worden. Dat blijkt lastig.’

Martin Adams en Mira Leslie uit Vashon Island, Washington, bereiden zich voor op een protest tegen Shell. Foto: Matt Millis McKnight / Reuters

‘Shell als paria zien, dat vind ik heel raar’

‘Ik zou heel graag willen dat er een oplossing komt waarbij we het milieu, natuur en klimaat behouden. Op zo’n manier dat we de energie blijven hebben die we allemaal keihard nodig hebben voor onze manier van leven. Maar dat is wel heel complex, want we hebben jarenlang geld gepompt in de huidige industrie. En daarin hebben we het vaak slecht gedaan voor het milieu. Dat kun je van alle industrieën zeggen die we in de afgelopen 150 jaar hebben opgebouwd, niet alleen van Shell.’

Zoals Wilders dat doet met Marokkanen, zo kun je ook roepen ‘we willen minder energiemaatschappijen.’ Maar ja, ik vraag me dan echt af: en dan?

‘Het probleem is natuurlijk niet alleen olie en gas. Het is zo makkelijk om een schuldige te zoeken. Zoals Wilders dat doet met Marokkanen, waar hij dan minder van wil. Zo kun je ook roepen ‘we willen minder energiemaatschappijen.’ Maar ja, ik vraag me dan echt af: en dan? Wat denk je dat de gevolgen zijn?’

‘Ik kan me bijna niet voorstellen dat critici van Shell thuis alleen maar houtblokken verstoken, en geen medicijnen in huis hebben, en geen synthetische kleding, geen synthetische producten op basis van olie… Ik vind het raar als mensen daar niet naar kijken en ik vind die hypocrisie heel lastig om mee om te gaan. Ik denk dan: ga gezamenlijk op zoek naar een oplossing. Shell als paria zien, dat vind ik heel raar. Wij zijn een bedrijf in dit land, we leveren al jarenlang een bijdrage aan de schatkist. Heel Nederland plukt daar de vruchten van.’

‘We hebben jarenlang geïnvesteerd in industrie, industrialisatie, globalisatie. We willen heel graag dat arme kindertjes in Afrika en andere ontwikkelingslanden zich kunnen ontwikkelen. Kan dat allemaal klimaatneutraal? Ja, technisch kan het, maar de tot nu gebruikte oplossing is kennelijk om het minder klimaatneutraal te doen.’

‘Als mensen ons de tabaksfabrikant van de aarde noemen, tja… En de auto-industrie dan? En de scheepvaart, de metaalindustrie… Weet je, er is een vraag naar onze producten. En die vraag moet op een andere manier ingevuld gaan worden, voordat je tegen een bedrijf kunt zeggen, ‘we hebben je niet meer nodig.’ Of gaan we mensen verplichten minder auto te rijden, minder te vliegen?’

‘Ik heb moeite met mensen die zomaar iets roepen’

‘Kijk, het is in de discussie over klimaat en energie heel goed dat er activisten zijn die de discussie gaande houden. Maar als ze zomaar iets roepen, dan heb ik er moeite mee.’

‘Kijk naar de discussie over fracking. Dat doen we in Nederland al jaren. Ik vind het wel bijzonder als je leest dat mensen daar tegen zijn. Weten ze hoe zo’n project werkt? De aarde bestaat uit verschillende lagen gesteente. Daar zaten miljarden jaren geleden beestjes in, leven, en dat is samengeperst en daar is energie ontstaan. Vergelijk de bodem met een spons, maar dan van steen. De olie en het gas zitten in die gaatjes.’

‘Fracken doe je als de gaatjes in die spons te klein zijn, of niet met elkaar in verbinding staan. Dan pomp je er chemicaliën in. Dat klinkt eng, maar een overgroot deel van de ingepompte vloeistof is zout opgelost in water. Daarmee creëer je microbarstjes en vervolgens laat je keramische balletjes achter; die houden die verbindingen open als je de ingepompte vloeistof er weer uit haalt. Dat heet fracken. En dan kun je het gas of de olie omhoog laten komen.’

‘Je kan daar heel hard over roepen, maar wat is eigenlijk je kennisniveau over dat soort werkzaamheden? Het overgrote deel van die chemicaliën is vergelijkbaar met producten die al in de aarde zitten. En het grootste deel van die vloeistoffen haal je er weer uit en voer je af, voordat je olie en gas kunt produceren. Niet alle ingepompte vloeistoffen komen terug omhoog.’

‘Iedereen kan filmpjes op YouTube vinden waar mensen in Amerika het water aansteken dat uit de kraan komt. Er wordt dan beweerd dat dat gas in het water is gekomen door fracking. Daardoor heeft fracken een hele slechte naam. En dat kan inderdaad gebeuren. Maar het kan ook gewoon zo zijn dat er gas in de buurt van je waterput zit. Dan heeft het verder niks te maken met fracking. Dat het uit je kraan komt is alleen een teken dat er een hydrocarbon - een koolwaterstof, dus organische brandstof - daar in de grond zit. Soms komt die spontaan omhoog. In Afrika heb je moerassen waar het gas vanzelf opborrelt.’

Activisten van Greenpeace bereiden zich voor op een protest voor EPA’s hoofdkantoor in Washington. Shell heeft gevraagd of EPA de regels voor luchtvervuiling in het noordpoolgebied wil versoepelen, de activisten zijn hier tegen. 23 juli, 2012. Foto: Tom Williams / CQ Roll Call

‘In Nederland fracken we niet in de buurt van water’

‘Wij fracken in Nederland niet op plekken waar we water halen. Bij ons is dat gescheiden. De Nederlandse overheid moet toestemming geven als we een frack willen doen. Dat is sinds de jaren vijftig al meer dan keer gedaan op land, en bijna honderdtwintig keer op zee. Wij kennen de Nederlandse bodem inmiddels vrij goed en wij berekenen vooraf precies de omvang van zo’n frack. En wij willen nooit contact met water, want als er water in onze put komt, maken we onze eigen put dood. Dat is een ‘kill’ van de put, zoals we dat noemen. Als er een laag water in de put staat, komen olie en gas er niet meer uit. Dus als er waterlagen in de buurt zijn, dan fracken we niet. Het is gewoon een heel gereguleerd proces.’

Ik merk als medewerker van Shell sowieso dat ik constant in de verdediging moet

‘Toch heeft fracken ook hier een hele slechte naam. Ik merk als medewerker van Shell sowieso dat ik constant in de verdediging moet. Er wordt wat gezegd zonder dat er kennis van zaken is. Iedereen kan back-up vinden van zijn kant van het verhaal, dan ga je gewoon op internet en dan zoek je informatie die jouw verhaal ondersteunt. Maar het is dus niet altijd zwart-wit.’

‘Het is ook niet zo dat een activist voor Greenpeace alleen maar derdehands kleding draagt en z’n haren eens in de maand wast. Hokjes zijn makkelijk, ze geven mensen heel veel rust. Maar dat ik voor Shell werk, betekent niet direct dat ik een bepaald persoon ben. Ik stem bijvoorbeeld geen VVD, wat sommige mensen van Shellmedewerkers lijken te verwachten. Sommige mensen zien ons als zakkenvullers. Zij kunnen zich kennelijk niet voorstellen dat ik mijn werk mooi en interessant vind, maar dat is wel zo.’

‘Ik kan ook zeggen: door mij komt er warmte in de huishoudens’

‘Ik weet over mezelf, en ik denk over mijn collega’s te weten: we zijn niet bewust in het leven geroepen om te vervuilen. Ik kan ook zeggen: door mij komt er warmte in de huishoudens. Door mij komt er warm water uit de kraan. Door mij kun je koken. Door mij kun je tanken. Ik denk dat heel veel mensen daar ook wel blij van worden.’

‘Werken bij Shell wordt heel erg gezien als: jij bent er om het milieu te vervuilen. Maar als je thuiskomt, wat is het eerste dat je doet? De lampen aan. Wat doe je vervolgens? De verwarming aan. Sterker nog, je kunt nu zelfs op afstand je verwarming aanzetten! Superfijn, dan kom je thuis in een warm huis. Maar dat is toch helemaal niet goed! Dan ben je toch aan het stoken voor ... - ik zal niet zeggen voor wie. Ben ik dan ik slecht? Degene die zo’n energiemeter in het leven roept, die vind ik misschien nog wel slechter.’

‘Ik wou dat ik het kon oplossen. Als ik het eenvoudig kon maken, had ik de oplossing. Maar het feit dat die discussie al jaren loopt, is een teken dat er nog geen oplossing is die goed genoeg is. Het is wel heel goed dat de discussie er is, en dat mensen van de zijlijn roepen, dat houdt die discussie in leven. Laten we zo constructief mogelijk praten en denken in oplossingen, in plaats van de vinger wijzen en dingen roepen.’