De jaarlijkse vergadering van Shell is een ritueel waar iedereen wat mag zeggen, maar niemand iets mag veranderen
In Den Haag werd dinsdag een jaarlijks ritueel uitgevoerd: de algemene vergadering van de aandeelhouders van Shell. Een resolutie om het bedrijf op een groen spoor te zetten werd door 97 procent van de aandeelhouders weggestemd - en toch was na afloop bijna iedereen tevreden.
De bestuurders kwamen één voor één op. Ben van Beurden, de baas en de hoofdrolspeler van de dag, had om drie minuten voor tien zijn plaats ingenomen op het podium van het Circustheater in Scheveningen. Hij droeg een donker pak met een blauwe stropdas, had zijn grijze haar zoals altijd naar links gekamd en als hij glimlachte, verscheen er een lijn van zijn ene wang naar de andere - alsof iemand een smiley op zijn kin had getekend.
Een paar honderd aandeelhouders hadden plaatsgenomen in de fluweelachtige stoelen in de zaal. Ze vertegenwoordigden een fractie van alle aandeelhouders van het bedrijf. Hier zaten eigenlijk alleen de professionele beleggers - en de dagjesmensen. Op een van de achterste rijen zetten vier dames op leeftijd hun headsets op om naar de Nederlandse vertaling van de Engelse bijdragen te kunnen luisteren. Buiten poseerden zo-even nog activisten met miniatuurwindmolens en elektrische auto’s, thema’s die straks binnen aan bod zouden komen.
De dominante haarkleur in de zaal waar normaal Beauty and the Beast werd gespeeld: grijs. In de buitenste ring: journalisten met hun laptops en notitieblokken. Bij alle in- en uitgangen: beveiligers en glimlachende gastvrouwen.
Zeven gele spots wierpen een zacht licht op Van Beurden en zijn medebestuurders. Tien mannen, twee vrouwen, opgesteld in twee rijen, de achterste een stuk hoger dan de voorste, zodat iedereen goed te zien was. Een Shell-logo en de woorden Annual General Meeting uitgelicht op het decor achter hen. Om tien uur precies dimde het licht en begon een film te spelen op het scherm boven het podium.
Welkom bij de jaarvergadering
‘Dit is niet de zoveelste film over Shell,’ zei een zachte vrouwelijke voice-over. ‘Dit gaat over iedereen die kijkt, over jou en mij en over onze familie, waar die ook mag zijn. Het gaat over de wereld die we allemaal delen, 7 miljard van ons, binnenkort 8 miljard en dan 9 miljard.’
Beelden van stralende mensen, Shellhelmpjes, boorplatforms, begeleid door de strijkers van een hartverwarmend orkest - alles voor maximaal sentiment. ‘Ieder van ons heeft energie nodig om te floreren,’ vervolgde de prettige stem, ‘maar de manier waarop we onze energie produceren draagt bij aan klimaatverandering. [...] Onze wereld heeft meer schone energie nodig. [...] Wij zijn klaar voor de uitdaging.’
Onze wereld heeft meer schone energie nodig. Wij zijn klaar voor de uitdaging
Het had een reclame voor de Triodos Bank of OxfamNovib kunnen zijn: het ging hier niet om olie en gas, maar om ontwikkeling, vooruitgang, saamhorigheid, om gevoel: dat wij een wereld deelden en daar het beste van moesten maken. Sommige kijkers kregen kippenvel van het filmpje, zo goed was het gemaakt.
In zijn openingsspeech zei de joviaal ogende Amerikaanse dagvoorzitter en Shellbestuurder Charles Holliday dat een miljard mensen gisteravond het licht niet had uitgedaan. Niet omdat ze het waren vergeten, maar omdat ze geen licht hadden. De energie die Shell leverde, was van grote waarde voor talloze mensen, dat was de boodschap. Van Beurden zou die de rest van de dag in allerlei bewoordingen herhalen: Shell was een ‘kracht voor het goede in de wereld.’
Maar al kort na de opening van de vergadering lijnden de criticasters zich op achter de microfoons in de zijpaden van het theater. Zij kwamen uit de bestuurskamers van beleggingsfondsen en uit gemeenschappen waar Shell actief was: uit Groningen, uit Amerika, uit Canada. Zij namen verhalen mee over inzakkende huizen, olielekkages, en ontwikkelingen die de toekomst van het bedrijf zouden bedreigen. Ze vroegen om verantwoording en die kregen ze - tot op zekere hoogte.
Het leed (en de oproer) van Groningen
De eerste die het woord kreeg, was Annemarie Heite, inwoonster van het dorpje Bedum in Groningen. Ze vertelde de bestuurders over het leed dat haar provincie te verduren had door de gaswinning waar Shell al decennia aan meewerkte. Winning die bijdroeg aan bevingen en verzakkingen en daardoor de veiligheid van de inwoners in het gedrang bracht. ‘Ik wil u als ervaringsdeskundige vertellen wat de consequenties zijn van uw keuze om economische belangen boven onze veiligheid te stellen,’ zei Heite.
Ze vertelde over de manier waarop er met de veiligheid van de Groningers gemarchandeerd was, terwijl de Shellmedewerkers in het hoofdkantoor de leuning moesten vasthouden als ze de trap opgingen - een toonbeeld van hun strenge interne veiligheidscultuur. ‘Wat een schril contrast met de wijze waarop er met de veiligheid van ons en onze kinderen wordt omgegaan!’ De school van haar kinderen was niet veilig meer, en toch werd er gesteggeld over compensatie. ‘Stelt u zich eens voor dat dit met uw kinderen of kleinkinderen zou gebeuren.’
Toen ze was uitgesproken, liep een aantal Groningers naar voren met een ‘contract’ dat ze de bestuurders wilden laten tekenen. Daarmee zou Shell eeuwige verantwoordelijkheid voor de schade in Groningen nemen en een vast deel van de winst aan de Groningers teruggeven. De bestuurssecretaris stapte van het podium af om een aantal kopieën in ontvangst te nemen. Een vrouw riep ‘schande!’ en ‘wij hebben geen leven in Groningen, de aandeelhouders moeten dat weten!’ Daarna werd het groepje met zachte hand weggevoerd en kreeg Van Beurden het woord. Het contract werd niet ondertekend.
De bestuursvoorzitter zocht oogcontact met Heite en zei dat hij haar zorgen deelde. Hij had zelf vier kinderen, natuurlijk kon hij zich voorstellen hoe bezorgd zij was voor het lot van de haren. Er was geen twijfel over dat Shell zou meewerken aan de vergoeding van de schade. Achteraf zei Heite dat ze van plan was om Van Beurden aan zijn woord te houden. Ze ging met een goed gevoel naar huis, zei ze.
De pretentie van machteloosheid
Zo ging het steeds. Een criticaster kreeg het woord, Van Beurden of een andere bestuurder gaf zorgvuldig antwoord, zonder echt iets nieuws te zeggen of de regie uit handen te geven. Misschien was dat waar deze dag om draaide: een retorisch spel dat in feite een bestendiging van de status quo opleverde, omdat er niets nieuws gebeurde maar iedereen wel zijn zegje mocht doen en daar heel tevreden mee was.
Zo ging het toen Paul Koster, directeur van de Vereniging van Effectenbezitters, vroeg naar de dividenden. Zou het niet verstandiger zijn om beleggers wat minder dividend uit te betalen als de olieprijs zo laag was als de afgelopen tijd? De financiële topman Simon Henry was het met Koster eens en zei eerlijk: ‘Helaas bent u niet de meerderheid van onze aandeelhouders. De meerderheid wil dat wij het risico van de lage olieprijs op ons nemen en een consistent, stijgend dividend uitbetalen.’ Dat was in voorgaande jaren en in directe gesprekken met de grote beleggers wel gebleken (de bestuurders en de grootaandeelhouders hoefden niet naar het Circustheater te komen om van gedachten te wisselen, ze spraken elkaar sowieso wel).
Koster noch Henry kon er iets aan doen, maar ze hadden zich wel uitgesproken, ze hadden uitgelegd hoe de wereld nu eenmaal werkte - en de vergadering ging verder.
Was dit de pretentie van machteloosheid of daadwerkelijke machteloosheid?
Zo ging het opnieuw toen Monique Verdin naar voren kwam, een inwoner van de Houma Nation in de Amerikaanse Mississippidelta die uitmondde in de Golf van Mexico. Twee weken geleden was daar ruim 330.000 liter olie in zee gelekt uit een olieveld van Shell. Werd het niet tijd dat Shell stopte met het aanboren van nieuwe velden op zee, helemaal nu de klimaatwetenschap toch al vroeg om nieuwe fossiele voorraden in de grond te laten?
Van Beurden zei dat Shell alles deed om lering te trekken uit het ongeluk. Maar het was niet aan zijn bedrijf om te bepalen of de Amerikaanse overheid de Golf van Mexico wel of niet openstelde voor olieboringen. Als het Witte Huis toestemming gaf, dan moesten bedrijven als Shell meebieden naar nieuwe concessies.
Hij straalde machteloosheid uit als hij dit soort uitspraken deed, ook al suggereerde het decor - het verhoogde podium, het videoscherm met een close-up van zijn hoofd als hij sprak, de stille instemming van zwaargewichten zoals commissarissen Gerrit Zalm en Hans Weijers aan zijn zijde - dat hij het voor het zeggen had. Shell was een aanzienlijke kracht voor het goede, maar als het erop aankwam deed Van Beurden alsof dat in de praktijk reuze tegenviel.
Kon hij echt niet anders dan boren als er ergens geboord kon worden, of geloofde hij dat alleen maar? Was dit de pretentie van machteloosheid of daadwerkelijke machteloosheid?
Een groene interventie van een man in een grijs pak
Die vraag drong zich op met het voorstel om van Shell een duurzaam energiebedrijf te maken. Dat plan stond op de agenda als resolutie 19, ingediend door het groene aandeelhouderscollectief Follow This van oud-journalist Mark van Baal. Hij had donkergrijze krullen en een grijs pak, een gebruind gezicht en appelwangetjes.
In 2015 begon hij zijn beweging om Shell te vergroenen, toen hij tot de conclusie kwam dat hem dat als journalist niet ging lukken. Hij had sindsdien bijna 1.700 aandeelhouders achter zich gekregen, inclusief een aantal miljonairs dat hij nog uit zijn studietijd in Delft kende. Gezamenlijk hadden ze nog geen procent van alle aandelen, maar ze hadden er precies genoeg om een stemming over een duurzame koerswijziging af te dwingen.
De vergadering was al drie uur bezig toen Van Baal aan het woord kwam. Hij moest en zou indruk maken. Hij had hier al maanden naartoe geleefd, al meer dan een jaar campagne gevoerd bij de grote beleggers om steun te vergaren. Hij hield een gloedvol betoog vol complimenten voor de stappen die Shell al had gezet, vol aansporingen om nu vooral verder te gaan. Met zijn resolutie vroeg hij Shell om vanaf nu alleen nog te investeren in nieuwe duurzame energie en geen nieuwe olie- en gasprojecten meer op te starten die toch verspilde moeite - en euro’s - zouden blijken nu de wereld in rap tempo duurzamer werd. Van Baal vermoedde dat consumenten Shell op handen zouden dragen als het bedrijf duidelijk maakte dat alle winst - na uitbetaling van het dividend - vanaf nu naar ‘de goede zaak’ zou gaan.
Tot het einde van de eeuw fossiel - daar viel niets aan te doen
Hij kreeg een staande ovatie van tientallen aandeelhouders. Toen richtten alle ogen zich op Van Beurden. Hij bedankte de aandeelhouders voor de resolutie en zei dat het voor Shell niet verstandig was om alleen nog in duurzame energie te investeren. Hij was overtuigd van de noodzaak om tegen klimaatverandering in actie te komen, maar er was nog decennia fossiele energie nodig, vooral in arme landen. Shell moest daarop in kunnen spelen.
Misschien duurde het nog wel tot het einde van de eeuw voordat olie en gas hun prominentie zouden verliezen. ‘Vandaag leveren olie en gas ongeveer de helft van alle energie wereldwijd,’ zei Van Beurden. ‘Bijna de helft van de industrie wordt erdoor aangevuurd. Meer dan 90 procent van de transport draait op olie.’
Van Beurden bedankte de aandeelhouders voor de resolutie en zei dat het voor Shell niet verstandig was om alleen nog in duurzame energie te investeren
Het was geen triviale kwestie om dat te veranderen. Van Beurden wees herhaaldelijk op een recent scenario, waarin het bedrijf uittekende wat er nodig was om de opwarming tot 2 graden Celsius te beperken, zoals was afgesproken op de klimaattop in Parijs. Hij hield het scenario omhoog als een bewijsstuk en raadde iedereen aan het te lezen, alsof het werkelijkheid zou worden als maar genoeg mensen er kennis van namen. ‘Wij houden van het scenario dat ons naar 2 graden brengt,’ zei Van Beurden, ‘we pleiten ervoor. Niet uit liefdadigheid, maar om geld te verdienen.’
Shell zou het volgens hem beter doen als er strenger klimaatbeleid kwam, bijvoorbeeld een CO2-belasting en hij was van plan om een leidende rol te spelen in de transitie, dat ging hij de komende maanden en jaren laten zien. ‘Ik geloof in de tweegradendoelstelling, maar ik kan haar niet in mijn eentje realiseren.’
Applaus, opnieuw, al stond dit keer niemand op. Van Baal mocht nog reageren. Hij zei dat Van Beurden zijn eigen invloed en de exponentiële groei van groen onderschatte.
En toen?
En toen strandde de resolutie van Follow This, zoals verwacht. Het bestuur van Shell en de toonaangevende internationale stemadviesbureaus ISS en Glass Lewis hadden de resolutie ontraden. Een belangenbehartiger van de Nederlandse pensioenfondsen, Eumedion, stuurde een ‘alert’ uit om te waarschuwen dat resolutie 19 een brug te ver was. Hij werd uiteindelijk met ruim 97 procent van de stemmen verworpen. (Alle grote aandeelhouders hadden al vóór de vergadering hun positie bepaald en gestemd.)
De pensioenfondsen lieten weten dat ze de geest van de resolutie steunden, maar niet de letter: ze wilden niet op de stoel van de bestuurders gaan zitten door een sterke strategiewijziging af te dwingen. Een aantal beleggers onthield zich van stemming om daarmee een ‘sterk signaal’ af te geven.
Daarmee was de vergadering gesloten en het jaarlijkse ritueel beëindigd. Het was geen theaterstuk: niemand deed alsof. Van Beurden leek echt betrokken bij de problemen die hij kreeg voorgeschoteld, hij luisterde geconcentreerd en hij had steekhoudende argumenten. Over het eindpunt - een duurzaam energiesysteem - was geen discussie. Van Baal en hij waren het alleen niet eens over de timing, zeiden ze tegen elkaar in de lobby, waar hapjes en Shellrapporten werden uitgedeeld en een oude man met een glas jus d’orange voorbij schuifelde. In fauteuils en aan statafels spraken de aandeelhouders over de vergaderingen van voorbije jaren, over de toekomst, en over hoe het werkte met de uitrijkaarten van de parkeergarage.
‘Ik had dit wel ongeveer verwacht,’ zei Van Baal. Hij oogde tevreden: de kleine 3 procent van de beleggers die voor zijn resolutie hadden gestemd, vertegenwoordigde toch mooi 100 miljoen aandelen met een waarde van ongeveer 2,5 miljard euro. ‘Het belangrijkste is dat duurzame energie nu op de agenda van Shell staat en er niet meer af zal gaan tot Shell een duurzaam energiebedrijf is.’
Dat de pensioenfondsen maar een halve stap hadden gezet, daar was hij het wel mee eens. Ze hadden meer tijd nodig, ze waren nog defensief, want ze beheerden vele tientallen miljarden en iedereen wilde iets van ze. Hij zou komend jaar met ze gaan samenwerken aan een nieuwe resolutie. Er was nog van alles mogelijk, zeker als meer mensen lid zouden worden van zijn beweging.
En toch was het alsof in het theater iedereen tegen een onzichtbare muur aanliep. Alsof we ons in een situatie bevonden waar we ondanks alle goede bedoelingen toch met de reële mogelijkheid van een wereldwijde catastrofe achterbleven, eentje die enkele eeuwen zou nemen om zich te openbaren. En als je naar de theaters van de macht ging om verhaal te halen, leek het wel alsof niemand daar echt iets aan kon doen.
Volgende week verschijnt een nieuwe editie van De Shelldialogen.