In Nederland herdenken we de slavernij met een... prijsvraag

Dennis l'Ami
Journalist, gespecialiseerd in undercoverjournalistiek
'Suriname. Een plantaadge slavenkamp.' Beeld: Jacob Eduard van Heemskerck van Beest / Rijksmuseum

Als Suriname deze vrijdag zijn onafhankelijkheid viert, doemt weer de vraag op: hoe staat het met de erkenning van het slavernijverleden? In Amsterdam-Zuidoost sprak ik met een activist die zich daarvoor inzet.

‘Ik hoef geen geld. Dan is het net alsof je nog altijd bij je voormalige slavenhouder je handje ophoudt. Bovendien: hoeveel krijg je dan? Nu een paar ton, die vooral opgaan aan bekende zwarte Nederlanders die een toneelstuk schrijven of een jaartje kunnen freelancen met een projectje dat vooral door witte mensen wordt bezocht. Wat hebben mijn mensen daaraan?’

‘Reinhart met twee slaven in het oerwoud bij onweer.’ Beeld: Reinier Vinkeles / Rijksmuseum

Vanachter zijn bureau in Amsterdam-Zuidoost doceert mensenrechtenjurist Als Nederlander van Surinaamse afkomst die zich met stichting D’HERO inzet voor reparations voor de nazaten van tot slaaf gemaakten, is kleur meer dan een laagje aan de buitenkant.

‘Dit pand heet Carte Blanche. Ik dacht dat het wel aardig zou zijn als ik de muren zwart zou schilderen, maar dat mocht niet van de eigenaar. Toen heb ik alle plinten en kozijnen maar zwart gemaakt.’

De nazaten van tot slaaf gemaakten kampen nog altijd met de negatieve gevolgen van de slavernij, blijkt uit een resolutie van de Verenigde Naties. Veel Surinaamse en Antilliaanse mensen dragen zelfverzonnen namen om maar niet herinnerd te worden aan die verschrikkelijke periode. Voor hen zet Vaarnold zich in.

Een veelgehoord verwijt is dat mensen als Vaarnold zeuren over iets wat hun niet is overkomen. ‘Dat is een slecht argument,’ zegt hij resoluut. ‘Christenen herdenken nog altijd gebeurtenissen die hun heiligen tweeduizend jaar geleden zijn overkomen, moslims idem dito. Binnen mijn gemeenschap zijn onze voorouders heilig.’

Het moet 153 jaar na de afschaffing van de slavernij om structurele oplossingen gaan. Vandaar dat Vaarnold het standaard over reparations heeft; die gaan verder dan de Nederlandse term ‘herstelbetalingen.’ Reparations gaan over de drie pijlers van de Verenigde Naties-resolutie voor het Internationale Decennium voor Mensen van Afrikaanse Afkomst, dat vorig jaar ongemerkt inging:

  • Erkenning. Ervoor zorgen dat hetgeen tot slaaf gemaakten is aangedaan erkend wordt.
  • Rechtvaardigheid. Ervoor zorgen dat er geen sprake meer is van racisme en/of discriminatie op basis van uiterlijke kenmerken.
  • Ontwikkeling. Ervoor zorgen dat iedereen gelijke ontwikkelingskansen heeft, om zo de economische ongelijkheid te herstellen.

Hoe staat het met die drie pijlers in Nederland?

Eerdere (inter)nationale pogingen

Er is internationaal al om de reparations waar Vaarnold voor pleit in gang te zetten. ‘In 2001 hebben de Verenigde Naties aangenomen waarin de slavernij van mijn voorouders als een misdaad tegen de menselijkheid wordt erkend.’

Onderdeel van die resolutie is dat ieder land een plan van aanpak opstelt om het bewustzijn over dit deel van de geschiedenis te vergroten. Dit zou onder andere moeten gebeuren door de geschiedschrijving aan te passen.

Bij een inventarisatie tien jaar later blijken de lidstaten hier bar weinig aan te hebben gedaan. De Europese landen zeggen de resolutie vooral als ‘begin van een gesprek’ te zien.

Dus wordt in 2011 het uitgeroepen. Het doel is te werken aan de negatieve gevolgen van de trans-Atlantische slavenhandel. Omdat ook dit jaar niet de gewenste resultaten oplevert, besluit de Algemene Vergadering van de VN tot het Internationale Decennium voor Mensen van Afrikaanse Afkomst, dat tot 2024 zal lopen. Nederland heeft besloten dat decennium verder zelf in te vullen.

1. Erkenning: 100 miljoen begint erop te lijken

Vaarnold: ‘In Nederland is de uitvoering van de VN-resolutie verworden tot ontwikkelingshulp op microniveau: een paar ton per jaar, dat is het wel. Wat doe je daarmee? Je organiseert het op 1 juli, een paar tentoonstellingen en dan is het geld weer op. Het jaar daarop moet opnieuw bekeken worden hoeveel budget er is.’

‘Plantaadje Directeur met huismeid en huisjongen’ Beeld: Th. Bray / Leiden University Library

Ivar Noordenbos, woordvoerder van de verantwoordelijke minister van Sociale Zaken, legt uit dat de Nederlandse overheid meer ziet in zichtbaarheid en incidentele gelegenheden. ‘Via het Mondriaan Fonds bestaat een subsidieregeling bestemd voor het organiseren van de nationale herdenking van het slavernijverleden. Het gaat jaarlijks om 50.000 euro.’

‘En tijdens de opening van het decennium heeft minister Lodewijk Asscher gezegd dat hij voor de komende twee jaar ruim een half miljoen euro extra uittrekt om de geschiedenis – en de erfenis – van de slavernij te onderzoeken en te herdenken. Dat geld is bedoeld voor de jaarlijkse herdenking, voor de en voor nieuwe initiatieven om de wetenschappelijke kennis te vergroten.’

Geen langetermijnaanpak, vindt Vaarnold. ‘Het leed dat mijn voorouders is aangedaan, is niet in geld uit te drukken. Maar een bedrag van bijvoorbeeld 100 miljoen in tien jaar begint op iets van een erkenning te lijken. Dan kun je musea oprichten en het onderwijs aanpassen.’

Het bedrag dat de overheid nu voor het decennium uittrekt, laat zien dat wij nog niet achter ons hebben gelaten, vindt hij. ‘En de door de minister genoemde initiatieven bevestigen mijn standpunt dat het geld voornamelijk wordt toegewezen aan projecten van organisaties die in het verleden geen structurele oplossingen voor de huidige situatie van mensen van Afrikaanse afkomst hebben gebracht en dit waarschijnlijk ook in de toekomst niet gaan realiseren.’

2. Rechtvaardigheid: Leer kinderen over het slavernijverleden

Na vierhonderd jaar ‘samenleven’ kun je volgens Vaarnold zeker stellen dat de nazaten van de tot slaaf gemaakten een goed geïntegreerde gemeenschap vormen. ‘Maar mijn mensen zijn ook onderdeel van een afschuwelijke geschiedenis waar de meerderheid van de Nederlandse bevolking nauwelijks iets van afweet.’

In een rotsachtig landschap met palmen verkoopt een man een slavin aan een andere man. De tot slaaf gemaakte zwarte vrouw staat voorovergebogen en heeft haar linkerhand voor haar ogen geslagen. Rechts masten van zeilschepen. Beeld: Theodoor Koning / Rijksmuseum

De sleutel tot verandering ligt volgens Vaarnold bij de komende generaties: onze kinderen. Zij zouden al op jonge leeftijd onderwezen moeten worden over het gebeurde. Volgens Vaarnold wordt racisme in Nederland over generaties heen vanzelf minder, ‘want iedereen die niet helemaal wit is, wordt als zwart gezien.’

Los daarvan: als kinderen van jongs af aan een ander verhaal meekrijgen, scheelt dat een hoop onbegrip op latere leeftijd. Vaarnold: ‘Waarom hebben we zoveel begrip voor de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog? Omdat het uitvoerig aan bod is gekomen op school.’

Hoe het dan wel moet? ‘In mijn jeugd leerde ik over Piet Hein, Michiel de Ruiter en wie de derde zoon was van Hertog Huppeldepup van Oranje. Nutteloze informatie als je in Paramaribo woont. En als je het omdraait: wat leer je in Nederland over de trans-Atlantische slavenhandel en slavernij? Wie kent een vrijheidsstrijder als Wie weet dat de Nederlanders in 1760 noodgedwongen vrede sloten met de die met dat verdrag soevereiniteit verwierven? Wie weet dat het vandaag Onafhankelijkheidsdag is in Suriname?’

3. Ontwikkeling: Die begint bij een identiteit

De laatste pijler is ontwikkeling. Vaarnold ziet hier een belangrijke relatie met identiteit: die valt of staat bij kennis van de eigen geschiedenis. Tot nu toe ging de discussie altijd over herstelbetalingen en het feit dat de voormalige kolonisatoren daar niet aan willen.

Een sterk identiteitsgevoel zorgt voor een zelfbewuste zwarte gemeenschap

Vaarnold kijkt hier duidelijk anders tegenaan. In plaats van dáárover een strijd aan te gaan, vindt hij dat de gemeenschap dit heel goed zélf op kan lossen. Een pot geld gaat op, zegt hij.

‘Maar bewustwording kan ervoor zorgen dat onbegrip plaatsmaakt voor begrip. Een sterk identiteitsgevoel zorgt voor een zelfbewuste zwarte gemeenschap. Als we dat bereiken, zijn herstelbetalingen niet eens meer nodig. Dan heeft iedereen een gelijke kans van slagen en staat niets zwart succes meer in de weg. Dáárom is geld niet het állerbelangrijkst.’

Dus? Een prijsvraag

Hoe anders is de realiteit anno 2016, ondanks de duidelijke stappen die landen volgens de Verenigde Naties zouden moeten zetten. Heeft het decennium wel prioriteit voor de Nederlandse overheid? Volgens woordvoerder Noordenbos wel: ‘Voormalig speciaal rapporteur racisme Doudou Diène gaf tijdens een bijeenkomst aan dat Nederland in Europa vooroploopt met de invulling van het decennium vanuit de nationale overheid. Na het inventariseren van wensen en ideeën is met drie deelprojectleiders vanuit de gemeenschap de opening van het decennium voorbereid en vormgegeven.’

Twee tot slaaf gemaakte mannen graven een trens (afwateringskanaal) op een Surinaamse plantage, in het verschiet een plantershuis en een veld waar nog meer slaven werken. Beeld: Aankoop met steun van het Johan Huizinga Fonds / Rijksmuseum Fonds

Vaarnold is niet overtuigd. ‘Nederland loopt voorop? Dat is scorebordjournalistiek en daar doe ik niet aan mee. Voor mij geldt: wat recht is, is recht en wat krom is, is krom. Denemarken schafte in 1803 de slavernij af, Nederland pas zestig jaar daarna. Waar ik maar mee wil zeggen dat Nederland geen positieve staat van dienst heeft op het gebied van zaken die de zwarte gemeenschap aangaan. Dat is in 2016 niet anders: ondanks een VN-resolutie is de Nederlandse overheid pas tot uitvoering overgegaan na een stevige lobby van een aantal zwarte organisaties.’

‘Weet je wat het wrange is: de projecten waar je ideeën voor kunt indienen, zijn toegespitst op witte óf zwarte organisaties die namens de overheid uitvoering geven aan beleid. Kijk maar naar het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis: het herdenkingsmodel van de slavernij is nog altijd in handen van de witte man.’

Ook daar is de woordvoerder het niet mee eens. ‘Er is een budget van 500.000 euro beschikbaar voor educatieve projecten voor bewustwording en ontwikkeling in het kader van het decennium voor mensen van Afrikaanse afkomst.’ Daarnaast heeft het ministerie van Sociale Zaken een prijsvraag uitgeschreven. Voor deze kunnen mensen nieuwe ideeën aandragen om de bewustwording over racisme te vergroten.

Vaarnold kan een lach niet onderdrukken. ‘Nederland heeft zichzelf honderden jaren verrijkt door het runnen van de meest mensonterende onderneming in de nationale geschiedenis. In het verleden is door opeenvolgende ministers diepe spijt en berouw betuigd, maar juridisch is dat niet hetzelfde als erkenning.’

Hij zucht en besluit: ‘Nu komt diezelfde overheid met een prijsvraag die tot de uitvoering van een VN-resolutie over structurele oplossingen moet leiden. Zeg het maar: een beker winnen naar aanleiding van een prijsvraag om het bewustzijn over de Holocaust te vergroten, ziet u het gebeuren? Ik ook niet.’

Meer weten?