Waarom heel de wereld in de stad zou moeten wonen

Hidde Boersma
Journalist, gespecialiseerd in ecomodernisme
Foto: Michael Wolf / laif

Overheden vinden steden maar eng. Al eeuwen proberen ze ze in te dammen. Terwijl steden op zo’n beetje alle vlakken béter zijn dan het platteland. Laten we die 1,5 miljoen mensen die wekelijks naar de stad trekken dus omarmen.

Anderhalf Zoveel mensen trekken er elke week wereldwijd van het platteland naar de stad.

Anderhalf miljoen. Probeer dat eens voor te stellen: een populatie ter grootte van Friesland, Groningen én Drenthe die wekelijks de sprong maakt van een hoofdzakelijk boerenleven naar een leven in de stad, waar industrieën en diensten bepalend zijn.

Beter voorstelbaar is dat die gigantische mensenstroom de wereld verandert. De Verenigde Naties verwachten dat in 2050 maar liefst 70 procent van de wereldbevolking in de stad woont. In 1800 was dat nog maar 3 procent.

In Afrika en Azië is de groei het grootst. Steden als Mumbai in India of Lagos in Nigeria verveelvoudigden in een paar decennia. De meeste reizigers eindigen in de sloppenwijken, die soms enorme proporties aannemen. In Lagos wordt geschat dat twee derde van de 21 miljoen inwoners in de slums woont.

In het Westen wordt die massale trek naar de stad vaak niet begrepen. Het is voor ons onvoorstelbaar dat mensen vrijwillig kiezen voor een bestaan in zo’n vies en dichtbevolkt gebied, boven dat van het zogenaamd idyllische platteland.

Onderzoeker Mike Davis ziet bijvoorbeeld de tijden van herleven, zo beschrijft hij in zijn boek Volgens hem is de groei van krottenwijken een ramp, zowel voor de mensen als voor de planeet.

Toch is het nog maar de vraag of het echt zo erg is. De anderhalf miljoen mensen die de sprong wagen zijn niet gek, ze kiezen er bewust voor om hun geboortedorp achter te laten. Misschien is het daarom tijd dat overheden van over de hele wereld de trend omarmen in plaats van tegenwerken.

Foto: Michael Wolf / laif

We vinden steden maar moeilijk

‘Het Westen heeft eigenlijk altijd een moeizame relatie met steden gehad. We hebben altijd geprobeerd ze in te dammen, in het voordeel van het platteland,’ zegt bijzonder hoogleraar grootstedelijke vraagstukken aan de Universiteit van Amsterdam.

‘Onze weerstand tegen steden begon al in het Griekse Rijk. Athene mocht destijds maar tot een bepaalde grootte groeien,’ zegt Hemel. Ook in de twintigste eeuw was verstedelijking verdacht. In de jaren twintig en dertig probeerde de Amerikaanse overheid urbanisatie tegen te gaan door werkgelegenheid op het platteland te stimuleren.

Ook het communisme was tegen de groei van steden. Burgers in de toenmalige Sovjet-Unie werden verplicht om de schoffel op te pakken. Cambodja en Cuba zagen dezelfde ontwikkelingen.

Een blik op de geschiedenis leert dat het grootste onbehagen meestal op het platteland ligt

Nederland kon natuurlijk niet achterblijven. In de jaren zestig en zeventig investeerde de overheid in zogenoemde groeikernen, waar mensen uit Den Haag en Amsterdam naartoe konden trekken voor een huis met een tuin.

Dat had succes: had Amsterdam in 1960 nog 870.000 inwoners (nog altijd meer dan nu), in 1984 waren dat er nog maar 690.000. Hoewel er op dit moment geen actief ontmoedigingsbeleid is om naar de stad te trekken, maakt de overheid zich wel zorgen om de zogenaamde krimpgebieden. Er gaat nog steeds veel geld naar leeglopende dorpen in Zeeland, Limburg en Groningen, in de hoop dat mensen en voorzieningen daar

Machthebbers zijn bang voor steden. ‘Steden zijn een poel des verderfs, waar prostitutie, drank en drugs de dienst uitmaken,’ zegt Hemel. ‘Ze denken dat zo’n ongecontroleerde samenklontering van te vrije geesten onverbiddelijk leidt tot revoluties en opstanden.’

Terwijl een blik op de geschiedenis leert dat het grootste onbehagen meestal op het platteland ligt. Zo begon de Syrische oorlog bij ontevreden boeren en is de FARC in Colombia een plattelandsbeweging, net als de Nigeriaanse extreem-islamitische beweging Boko Haram.

Bovendien leren recente analyses van stemgedrag in en dat rechts-extremistische ideeën vooral populair zijn in plattelandsgebieden. ‘In Nederland speelt ook nog de angst voor ongelijkheid mee,’ zegt Hemel. ‘Steden zijn rijker dan het platteland, en spreidingsbeleid zoals dat van de groeikernen, zou de ongelijkheid moeten wegnemen.’ Volgens Hemel is dat fout gedacht: ‘Hoe rijker steden worden, hoe meer mensen ze aantrekken vanuit het platteland, die zo delen in de welvaart.’

Maar steden stuwen mensen vooruit

De weerstand tegen steden is dan ook onterecht. Overal ter wereld zijn steden de motor van vooruitgang, van vrijheid en van oplossingen voor problemen. De kracht van de stad laat zich het duidelijkst zien in ontwikkelingslanden. Daar geldt voor bijna elke willekeurige maat dat de stad het beter doet dan het platteland.

Neem extreme armoede: in Brazilië is 5 procent van de bewoners van favela’s extreem arm, tegenover 25 procent op het platteland. In de sloppenwijken van het Indiase Kolkata is dat 11 procent tegenover 24 procent op het omliggende In beide gevallen komt dat doordat banen in de stad beter betalen en de bedrijven meer opbrengen.

Ook een blik op de gezondheidsstatistieken valt uit in het voordeel van de stad. Zo is de levensverwachting in de stad hoger: een stadse Indiase vrouw mag zich verheugen 70 te worden, haar dorpse tegenhanger wordt gemiddeld 65.

Dat heeft meerdere oorzaken. De vaccinatiegraad is hoger in de stad, het aantal moeders dat sterft bij de geboorte lager, net als het aantal kinderen dat voor het vijfde levensjaar overlijdt. Een andere belangrijke reden is dat er meer dokters in de stad zijn en dat een ziekenhuis altijd dichterbij is.

Voor vrouwen is het leven in de stad sowieso een verlichting. zijn allemaal op het platteland populairder dan in de stad. Daar zijn vrouwen bovendien beter in staat om hun vruchtbaarheid in eigen hand te nemen: krijgen vrouwen op het platteland van Ethiopië nog gemiddeld 5,5 kind, in de hoofdstad Addis Abeba is dat maar 1,7 - ongeveer net zoveel als in Nederland.

Dat komt onder andere door de lagere kindersterfte in de stad. Hoe meer kinderen hun eerste jaren overleven, hoe kleiner de families Daarnaast zijn veel kinderen op het platteland een voordeel, omdat er dan veel meer handen zijn om het veld te bewerken. De stad bevrijdt vrouwen.

Is er dan alleen maar goed nieuws over de stad?

Nee, geweld en veiligheid zijn een reëel probleem. Het aantal moorden ligt in steden veel hoger dan op het Daarnaast kunnen steden met slechte sanitaire voorzieningen een haard van ziektes zijn. De ebola-epidemie die in 2014 meer dan tienduizend mensen het leven kostte, begon weliswaar op het platteland, maar verspreidde zich het snelst in

Geweld en veiligheid zijn een reëel probleem. Het aantal moorden ligt in steden veel hoger dan op het platteland

Wellicht het grootste probleem is dat de overgang van platteland naar stad hobbelig en pijnlijk is. Goed, de van politicoloog Ronald Inglehart laat zien dat die trek uiteindelijk een goed doel dient: in een industriële samenleving die de groeiende stad vormt, zijn mensen minder bezig met overleven en hebben ze meer tijd voor ontplooiing. Dat maakt ze uiteindelijk gelukkiger, veiliger en Zijn onderzoek laat duidelijk zien dat een stedelijke, welvarende samenleving over de hele wereld het beste leven voor iedereen oplevert.

Maar zo’n samenleving moet wel worden opgebouwd en dat kost tijd. De eerste generatie die naar de stad trekt, is vaak afhankelijk van zwart werk. Dat maakt haar gevoelig voor uitbuiting, zoals de kledingindustrie van Bangladesh laat Hoe slechter de overheid functioneert, hoe langer die overgangsfase duurt. In Kolkata leven sommige bewoners al dertig jaar in dezelfde sloppenwijk, zonder vooruitzicht om hogerop te

Foto: Michael Wolf / laif

Wél zijn steden beter voor de planeet

En hoe zit het met de druk op het milieu? Met een oppervlakkige blik zijn steden vies en vuil: open riolen in de armste delen, dodelijke smog in de opkomende megasteden en grote afvalbergen als gevolg van een uit de hand gelopen consumptiepatroon in de rijkste landen. Toch zijn steden op veel vlakken duurzamer dan het omringende platteland.

Bijvoorbeeld als het gaat om landgebruik. Op dit moment woont ongeveer de helft van de wereldbevolking in de stad, terwijl alle steden samen maar van het aardoppervlak innemen. De andere helft woont op een veel groter oppervlak, en neemt daarmee meer ruimte in die ook natuur had kunnen zijn.

Hongkong is wellicht het beste voorbeeld. Daar wonen meer dan 7 miljoen mensen op een oppervlak ter grootte van Een halfuur reizen en iedere inwoner is vanuit de immense drukte in de ongerepte natuur. Natuurlijk moet er nog voedsel geproduceerd worden, maar hoeveel ruimte zou zo’n massale verstedelijking vrijmaken voor de natuur?

Verder is de gemiddelde uitstoot van een stedeling lager dan die van een plattelandsbewoner. Waar iemand in een dunbevolkt gebied vaker de auto pakt, neemt iemand in de stad vaker de fiets of het openbaar vervoer. Een huishouden in een stad verbruikt daarnaast gemiddeld minder energie dan een huishouden in een onder andere omdat een stad isolerend werkt in de winter.

Foto: Michael Wolf / laif

Dit alles heeft te maken met de wetmatigheid die Duitse en Amerikaanse wetenschappers tien jaar geleden ontdekten. Een patroon dat voor elke stad, of die nu rijk of arm is, opgaat: voor elke verdubbeling aan inwoners, verbruikt de stad niet twee keer zoveel materiaal, maar 15 procent minder dan het Dat is ook logisch. Er zijn bijvoorbeeld veel minder elektriciteitsdraden nodig als iedereen dicht op elkaar woont.

De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat steden alleen duurzamer zijn als de dorpen waarmee vergeleken wordt een vergelijkbare welvaart hebben. In veel Afrikaanse landen is dat niet zo. Daar zijn stadsbewoners dermate rijker dat de uitstoot per persoon wel hoger is dan op het platteland.

Uiteindelijk is het streven van bijvoorbeeld de echter om niemand in armoede achter te laten en iedereen welvarend te maken. Zodra dat bereikt wordt, is het duurzaam om massaal in de stad te wonen.

Niet onbelangrijk is bovendien dat de lagere geboortecijfers in de stad helpen de uitstoot op lange termijn te verminderen, zo berekenden twee Amerikaanse economen afgelopen

De stad is bovendien de plek waar oplossingen worden gevonden, ook op het gebied van duurzaamheid. Steden blijken broeinesten van innovaties: een verdubbeling van de bevolking levert meer dan verdubbeling op van het aantal Of het nu om elektrische auto’s, medicijnen tegen kanker of duurzamere ledverlichting gaat, het is de stad waar de belangrijkste ontwikkelingen plaatsvinden.

Dus hoe gaan we dat regelen?

Zelfs als toegegeven wordt dat de trek naar de stad positief is, dan nog is het voor overheden niet makkelijk die in goede banen te leiden. Hoe groter de toestroom, hoe meer huizen, infrastructuur en voorzieningen er gebouwd moeten worden. Om nog maar niet te spreken over het aantal nieuwe banen dat er gecreëerd dient te worden. ‘Dit is nog een extra reden waarom overheden huiverig staan tegenover steden,’ zegt Hemel. ‘Ze weten simpelweg niet hoe om te gaan met die ongecontroleerde aanwas.’

In een stad als Lagos komen er bijvoorbeeld elke vier jaar een miljoen mensen bij. Hoe verwerk je die instroom in vredesnaam? Nog te vaak worden hele wijken, die in de ogen van de overheden illegaal zijn, simpelweg

Uiteindelijk leidt de trek voor het gros van de anderhalf miljoen wekelijkse verhuizers wel tot een beter leven

Dat is wel het láátste wat je moet doen, schrijft de Canadese journalist Doug Saunders in Voor dat boek bezocht hij tientallen steden en probeerde hij uit te vinden wat er nu voor zorgt dat verstedelijking succesvol verloopt. De grootste fout, zag hij, is nieuwkomers proberen weg te jagen. Niemand gaat namelijk daadwerkelijk weg: bewoners bouwen hun platgewalste boeltje weer op, maar blijven daardoor langer in armoede.

Wat je volgens Saunders dan wel moet doen? Nieuwkomers de rechten geven op de grond waar hun huis en hun bedrijf op staan. Dan hebben ze zekerheid en durven ze te investeren. Saunders pleit verder voor niet te veel stadsplanning: sloppenwijken floreren door hun dichtheid. Er moet een bepaalde hoeveelheid mensen zijn, anders hebben bedrijven geen klanten en groeit de gemeenschapszin niet.

Politicoloog Benjamin Barber voegt daar in zijn boek nog een paar dingen aan toe. Zo is goed openbaar vervoer cruciaal. Daarmee kunnen mensen vanuit de sloppenwijken goedkoop reizen naar de binnenstad, waar het werk is. Ook veiligheid en onderwijs zijn belangrijk. Wordt aan zulke voorwaarden niet voldaan, dan kan het verband tussen verstedelijking en economische groei helemaal wegvallen, laten verschillende studies

Uiteindelijk is de massale trek naar de stad er een van horten en stoten. Saunders beschrijft ook hoe sommige mensen het niet redden, en terugverhuizen naar het platteland. Anderen die wel blijven, doen dat vaak zonder hun gezinsleden, die nog in het dorp wonen. Het verstedelijkingsproces is kortom moeilijk en pijnlijk. Maar uiteindelijk leidt de trek voor het gros van de anderhalf miljoen wekelijkse verhuizers wel tot een beter leven.

Lees ook: