‘En ik ben dankbaar dat je dit avontuur met De Correspondent en met mij bent aangegaan,’ schreef Milou Klein Lankhorst, uitgever van De Correspondent, mij op 22 april.

De zin resoneerde even na. Voor zover ik weet was het de eerste keer dat een uitgever het over ‘een avontuur’ had - en misschien was het dat ook. Of misschien móest het dat zijn en was ik dat in de loop der jaren vergeten, zoals een moeder die al acht kinderen heeft gebaard het baren van het negende kind allicht ook als routine zal ervaren.

Toen ik op vrijdagmiddag 28 april arriveerde in Vesper Hotel te Noordwijk, waar een dag later de presentatie van het avontuur, getiteld zou plaatsvinden, drong de omvang van de onderneming geleidelijk tot me door. Ik zou de dag erop 150 lezers op mijn hotelkamer ontvangen, in groepjes van vijftien. Daar zouden ze teksten aan mij gaan voorlezen.

De boekpresentatie: lezers kunnen zelf Hotelmens worden

Natuurlijk, ik had wel eerder afwijkende boekpresentaties bedacht. Een keer in Eupen, het Duitstalige gedeelte van België, om collega’s in Nederland niet onnodig voor de voeten te lopen. Een keer op de psychiatrische afdeling van het Amsterdams Medisch Centrum. Ik had de stiekeme hoop dat sommige van mijn gasten daar zouden blijven en dat sommige van de patiënten van de gelegenheid gebruik zouden maken om te ontsnappen, maar die hoop kwam niet uit. Een dan was er nog die keer in een manege, met tafeltennissen na afloop.

Het weemoedige en belangrijke sluiten elkaar niet uit. Integendeel, het weemoedige is misschien wel het belangrijke

Maar dit was anders, alleen al omdat de vrienden en bekenden die meestal op presentaties kwamen niet waren uitgenodigd. Dit was niet voor vrienden en bekenden, dit was voor lezers. Dit was, zo hadden we het bedacht, voor lezers die zelf Hotelmens wilden worden. En de Hotelmens schreef, althans wat mij betreft. De lezers zouden dus gaan schrijven.

Ze moesten een koffer meenemen, want een Hotelmens reist niet licht. En in die koffer zouden voor hen belangrijke zaken zitten, al hadden sommige aspirant-Hotelmensen dat geïnterpreteerd als weemoedig. Maar het weemoedige en belangrijke sluiten elkaar niet uit. Integendeel, het weemoedige is misschien wel het belangrijke.

Foto’s: Robin Alysha Clemens

De aanloop: de moed zakt me in de schoenen

Toen ik daar in Vesper Hotel arriveerde en de barman zei, ‘neem een drankje, er komt zo iemand naar je toe,’ en er na tien minuten nog steeds niemand naar me toe was gekomen, ik kon ook niet ontdekken waar de receptie was, zakte de moed me in de schoenen.

Was het niet beter geweest gewoon een keer geen presentatie te organiseren? Het hotel deed mij denken aan sommige hotels in Miami Beach, maar Noordwijk was geen South Beach en zou dat ook niet worden en ik meende opeens te weten wat voor mensen er de dag erop zouden komen: aapjeskijkers. Geen mensen die zelf Hotelmens wilden worden, geen mensen die iets dierbaars in een koffer hadden gepropt, maar de ironische ramptoerist – voor zover een ramptoerist niet per definitie ironisch is – die zich wilde vergapen aan de ramp. Het betere leedvermaak als het ware.

Dat De Correspondent dat lezers mijn personages in levenden lijve konden ontmoeten, droeg bij aan mijn angstige vermoeden. Die mensen, Qader, die de Hotelmensen in de receptie ontving en Marianne, die de aspirant-Hotelmensen de schrijfopdrachten gaf, hadden er niet om gevraagd mijn personages te worden. En het was misschien ook niet zo kies hen te reduceren tot personages die toevallig ook nog een privéleven hadden.

Foto’s: Robin Alysha Clemens

De koffers: lingerie, een katheter en knuffels

Niets bleek minder waar. De aspirant-Hotelmensen waren het tegenovergestelde van de ramptoerist. Ze waren gekomen om iets dierbaars of belangrijks te delen, met de frivole ernst die de Hotelmens eigen is, waardoor de bijeenkomsten nergens in groepstherapie ontaardden.

Van de eerste tot de laatste groep had iedereen een tas of koffer bij zich met daarin één of meerdere bezittingen waaraan emoties kleefden. Er was één meneer die zijn koffer uiteindelijk in de auto had gelaten uit angst voor gek te lopen en er was een mevrouw die rechtstreeks uit Spanje was gekomen en bij wijze van koffer een goede vriendin had meegenomen. Maar verder was iedereen bepakt en bezakt.

Misschien weet ik gewoon te weinig van lingeriesetjes van Marlies Dekkers

Een dame had haar koffer vol met dierbare bezittingen gestopt, waaronder haar eerste lingeriesetje van Marlies Dekkers, het leek me een beetje verkleurd in de was, maar misschien weet ik gewoon te weinig van lingeriesetjes van Marlies Dekkers. Een dame in een rolstoel toonde haar katheter bij wijze van dierbaarste bezit: zonder die katheter zou ze daar helemaal niet kunnen zitten. Ook waren er knuffels in diverse fases van ontbinding. Er zijn meer volwassenen dan we denken met knuffels en misschien moeten we daaraan enige hoop ontlenen.

Ik dacht, zoals vermoedelijk velen, dat de lezers van de Correspondent jong, hip en Randstedelijk waren. De aspirant-Hotelmensen waren voor het grootste gedeelte niet jong, lang niet allemaal Randstedelijk en enkele uitzonderingen daargelaten ook niet bijzonder hip. Ik hoop niet dat ik iemand beledigd heb, als wel: zoals gezegd, er waren uitzonderingen.

De verhalen: de dwarsfluitvader en de broodjesmaker

Het niveau van de teksten lag bijzonder hoog. Wat ik vreesde gebeurde juist niet, niemand, en hier waren geen uitzonderingen, nam zijn toevlucht tot de ironie die slechts dienstdoet als quasi-onkwetsbaarheid. Men deelde wat men misschien juist alleen met vreemden delen kan.

Een vader schreef over zijn dochter die op dwarsfluit zat, hoe hij zich door de leraar liet verleiden zelf ook dwarsfluitles te nemen en hoe hij zich toen liet verleiden met zijn dochter een concert te geven. ‘Mijn dochter, toen elf,’ schreef hij, ‘duwde me het podium op. ‘We moeten, pap’.’

Het fiasco laat zich raden, maar wat was het goed beschreven. Een vrouw schreef hoe ze in het zuiden van Amerika met een broodjesmaker van de Subway de beste onenightstand van haar leven had. Het woord ‘broodjesmaker’ zal ik nooit meer vergeten. Overal zie ik nu broodjesmakers en nu pas zie ik ook in de broodjesmaker de sublieme erotiek.

Een Afghaan, inmiddels Nederlander, vertelde hoe hij in Moskou aankwam, met zijn familie, maar zonder vader en zonder Russisch te spreken. Hoe hij verdwaalde in Moskou en hoe zijn moeder hem uiteindelijk met die typische mengeling van vreugde en woede die moeders eigen is in hun tijdelijke woning op hem wachtte.

Soms werden de emoties te veel. Een mevrouw huilde na het voorlezen van haar tekst, maar ze deed het in stilte en ze viel er niemand mee lastig. Bij sommige groepen werd ik zelf overmeesterd door ontroering en wilde ik de aspirant-Hotelmensen, die door de schrijfervaring inmiddels Hotelmensen waren geworden, omarmen en knuffelen bij wijze van schrale troost. Maar ik hield me in.

Foto’s: Robin Alysha Clemens

De nasleep: er komen steeds meer Hotelmensen bij

Het was lang geleden dat ik met zoveel optimisme en hoop ben gaan slapen. En ik heb ook iets geleerd, wat ik tot dan toe over het hoofd had gezien: de hotelkamer van de Hotelmens is ook een veilige omgeving.

In een Voetnoot in de Volkskrant schreef ik kort al over deze bijeenkomsten. Een van de deelnemers herkende zich en stuurde mij een mail: ‘Ik was wel onaangenaam verrast om mijzelf vanochtend aan te treffen op de voorpagina van de Volkskrant. Hopelijk heeft dat geen gevolgen. Ik vind het niet discreet, ik dacht dat de regel was: What happens in Noordwijk aan Zee, stays in Noordwijk aan Zee.’

Dat is inderdaad de regel. En ik hoop dat ik afdoende heb geanonimiseerd. Maar aangezien mijn nieuwsgierigheid ook groot is, toch nog een verzoek:

  • Hebt u vrienden voor het leven gemaakt daar in Noordwijk? Stuur me een mail. Ook als u juist een vriend of vriendin bent verloren.
  • Hebt u de liefde van uw leven ontmoet op mijn hotelkamer? Bericht u mij.
  • Is uw huwelijk te gronde gegaan daar in Noordwijk? Licht mij svp in.
  • Bent u verliefd geworden in Noordwijk en kunt u nu al dagen niet meer eten? Ook dat wil ik weten.
  • Bent u zwanger geworden in Noordwijk? Ik ben beschikbaar als peetvader.

Na deze bijeenkomst begreep ik dat we van dat toch wat nare woord ‘kosmopoliet’ af moeten, laten we het vanaf nu over Hotelmensen hebben. Als steeds meer lezers Hotelmensen zullen worden, komen er steeds meer Hotelmensen bij en dat noem ik een gunstige ontwikkeling. De Hotelmens heeft misschien niet de toekomst, daarvoor is hij te weemoedig, maar hij is zeker ook niet verloren.

Foto: Robin Alysha Clemens

Meer weten?

Thuis ben je waar je - uit dit nieuwe boek - voorgelezen wordt Vandaag verschijnt het nieuwe boek Thuis ben je - Berichten van een Hotelmens. Als voorproefje las de Hotelmens tien verhalen voor. De eerste vier kun je nu als podcast beluisteren. Bijvoorbeeld voor het slapengaan. Beluister de podcasts hier Thuis ben je - Waar ben jij thuis? Waar ben jij thuis? En hoe verbonden moet de mens eigenlijk zijn met het stukje grond waar hij werkt, woont en slaapt? Lees daarvoor Thuis ben je - Berichten van een Hotelmens. Dit boek van Arnon Grunberg wordt uitgegeven door De Correspondent. Lees er hier meer over