Van je aandeelhouders moet je het hebben. Zo kan Shell wél een klimaatvriendelijk bedrijf worden
De groene resolutie die oliebedrijf Shell naar een duurzaam tijdperk zou sturen, is dinsdag massaal weggestemd op de aandeelhoudersvergadering. Een gemiste kans die illustratief is voor het gebrek aan visie bij zowel de investeerders als de oliegigant. Wat is ervoor nodig om Shell wél te laten veranderen?
Stel je bent de CEO van een beursgenoteerd oliebedrijf. Je wilt met je bedrijf vooroplopen in de omschakeling naar duurzaamheid, maar je bent altijd gebonden aan de eis zo veel mogelijk winst te maken voor je aandeelhouders.
Je werknemers klagen hier regelmatig over. ‘Het zou zo mooi zijn als we meer experimentele duurzame projecten konden doen, zonder over geld na te denken,’ zeggen ze soms. ‘Ja, maar we kunnen alleen projecten doen die voldoende winst opleveren,’ moet jij dan zeggen.
Het is niet leuk, maar zo werkt het nu eenmaal.
Dan staat er een aandeelhouderscollectief op met maar één doel: steun verzamelen voor jouw groene leiderschap. De aandeelhouders bemoeien zich niet in detail met je beleid, ze proberen alleen zo veel mogelijk andere aandeelhouders ervan te overtuigen dat er harde doelen moeten worden vastgelegd. Zodat jij de vrije hand krijgt om van jouw bedrijf een ‘kracht voor het goede’ te maken.
Wat doe je?
Dat is geen hypothetische vraag, het is de vraag die CEO Ben van Beurden van Shell deze week heeft beantwoord. Dinsdag was de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering en dit keer werd er gestemd over de resolutie van Follow This, een groen aandeelhouderscollectief dat het bedrijf heeft opgeroepen om de uitstoot terug te brengen in lijn met de doelen van het klimaatverdrag van Parijs.
Shell wil dolgraag een verantwoordelijke rol spelen in de overschakeling naar duurzaamheid, dus je zou verwachten dat het een coalitie aangaat met de progressieve aandeelhouders.
Het tegendeel is waar.
Shell vond de eisen van groene aandeelhouders te ver gaan. Het bedrijf adviseerde de eigen aandeelhouders vorige maand tegen de resolutie van Follow This te stemmen. Die zou een ‘schadelijke impact’ op het bedrijf hebben en ‘contraproductief’ zijn.
Dinsdag bleek dat de aandeelhouders het bestuur volgden: een bijna 94 procent stemde het voorstel weg.
In dit verhaal wil ik laten zien waarom ik geloof dat die reactie illustratief is voor het gebrek aan visie in het bedrijf. Het is namelijk niet de eerste keer dat Shell precies weet wat nodig is om te verduurzamen, maar de kans laat schieten. Om dat te laten zien zal ik zo een oude koe uit de sloot halen, maar daarna óók beschrijven wat er nodig is om Shell wél te laten veranderen.
Waarom is Shell tegen de groene resolutie?
Eerst de resolutie van Follow This. Dat aandeelhouderscollectief, in 2015 opgericht door oud-journalist Mark van Baal en inmiddels vertegenwoordiger van meer dan 3000 aandeelhouders, wil dat Shell concrete doelen gaat stellen om de uitstoot terug te brengen in lijn met het streven uit het verdrag van Parijs om de opwarming ‘ruim beneden’ de 2 graden Celsius te houden.
Follow This vroeg Shell niet alleen doelen te stellen voor het terugbrengen van de uitstoot die het zelf veroorzaakt - bijvoorbeeld bij boortorens - maar ook verantwoordelijkheid te nemen voor de uitstoot door het gebruik van Shellproducten zoals benzine en gas.
De groene aandeelhouders wilden, kortom, dat Shell zich met harde, controleerbare doelen zou scharen achter het Klimaatverdrag. ‘Jullie hebben onze steun,’ schreef Follow This bij het indienen van de resolutie, die bij een meerderheid van stemmen op de aandeelhoudersvergadering een koerswijziging voor Shell zou ontketenen.
Het collectief verzamelde de steun van bekende miljonairs zoals dance-ondernemer Duncan Stutterheim, de oprichter van ID&T. Jort Kelder schaarde zich publiekelijk achter het initiatief. Follow This vertegenwoordigt nu bijna 10 miljoen euro aan aandelen, of ongeveer 0,005 procent van het geheel. Dat is nog erg weinig, maar voldoende om de resolutie op de agenda te krijgen en de pensioenfondsen - de jongens van het echt grote geld - tot deelname te verleiden.
Shell reageerde vorige maand al: de resolutie van Follow This was ‘niet in het belang van het bedrijf,’ zou ten koste gaan van ‘de langetermijnwaardecreatie voor aandeelhouders’ en toont een ‘fundamentele misvatting over de noodzakelijke stappen om de Parijsdoelen te halen.’ Shell schreef toen:
- Dat de verantwoordelijkheid die van Shell gevraagd wordt ‘onredelijk’ is;
- dat de strategie van het bedrijf al ‘weerbaar’ is ten opzichte van de Parijsdoelen;
- dat Shell al ‘bereid en in staat is’ om een rol te spelen in de energietransitie;
- dat de doelen uit de resolutie de mogelijkheden en de flexibiliteit van Shell beperken;
- dat de hele samenleving moet veranderen, en dat niemand erbij geholpen is als alléén Shell zulke harde doelen krijgt opgelegd.
Vooral de uitleg van het laatste punt is veelzeggend. Voldoen aan de doelstelling van de resolutie zou volgens het bedrijf ‘waarschijnlijk betekenen dat [Shell] de productie en verkoop van zijn producten’ moet beperken. Maar de uitstoot zou daardoor niet dalen, omdat klanten hun benzine ook elders kunnen kopen. Alleen als de vraag daalt, daalt de uitstoot, stelt Shell.
Vrij vertaald: pas als de hele wereld verandert, kan Shell veranderen. Dat is ongeveer het omgekeerde van het motto van een ondernemer als Elon Musk, die zijn bedrijf – Tesla – gebruikt om het aanbod van auto’s en energiebronnen te veranderen, en daarmee de wereld.
‘We zijn teleurgesteld dat het Shellbestuur deze kans laat liggen,’ schreef Van Baal vorige maand in een reactie. ‘Het is nu aan de aandeelhouders om Shell te bewegen om mee te doen aan het Klimaatakkoord van Parijs. We verwachten dat veel aandeelhouders voor de groene resolutie zullen stemmen, omdat zij naadloos aansluit bij hun beleggingsbeleid.’
De meeste pensioenfondsen stemden tegen (of onthielden zich)
Maar dinsdag, toen er werd gestemd tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering in het circustheater in Den Haag, werd de resolutie van Follow This met een grote meerderheid van tafel geveegd. Volgens de voorlopige uitslag – een deel van de stemmen moeten nog worden geteld – stemde slechts 6 procent van de aandeelhouders vóór de groene doelstellingen.
Pensioenfondsen APG, ABP en Robeco stemden tegen de resolutie, al zeiden ze wel van Shell te verlangen dat het bedrijf zich inspant om aan de doelen van Parijs te voldoen.
Het is vreemd dat de pensioenfondsen en verzekeraars zo terughoudend zijn. Zij hebben ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid om met hun beleggingen bij te dragen aan de overschakeling naar duurzaamheid. Hun websites staan vol beginselverklaringen over ‘actief aandeelhouderschap,’ ‘positieve impact’ en ‘verantwoord beleggen.’
Vorig jaar stemden ze ook al niet in lijn met die ambitie, toen kreeg de resolutie van Follow This nog geen 3 procent van de stemmen. Dit keer steunde dus twee keer zoveel aandeelhouders de resolutie. Pensioenfondsen PGGM en Aegon weerhielden zich van stemming om ‘een signaal te geven.’
Heel krachtig.
De fondsen lijken overtuigd door Shells argument dat het ‘onredelijk’ is om van het bedrijf te vragen dat het ook de uitstoot van klanten terugbrengt. Shell zou dus alleen aan de resolutie kunnen voldoen door minder producten te verkopen, redeneert Van Beurden. ‘De resolutie verzwakt onze concurrentiepositie dus.’*
En daarmee was de kous af. Het bevestigde wat ik vorig jaar schreef na het bijwonen van de aandeelhoudersvergadering: de jaarlijkse vergadering van Shell is een ritueel waar iedereen wat mag zeggen, maar niemand iets mag veranderen. Niet echt.
Hoopgevend was het in elk geval dat bijna alle vragen uit de zaal over klimaatverandering gingen. ‘We snappen het,’ verzuchtte Van Beurden op enig moment.*
Shell staat al onder hoge druk
De actuele context van dit alles is belangrijk. Wetenschappers betreuren het ongekend snelle afsterven van koraalriffen, de NASA publiceert foto’s van een grote nieuwe scheur in de grootste gletsjer van Groenland, een nieuwe studie waarschuwt voor het snelle smelten van het ijs aldaar. Het klimaatnieuws geeft geen enkele reden om achterover te leunen.
Shell heeft zelf ook alle redenen om te handelen. Het bedrijf kwam vorige maand in het nieuws vanwege de vuile handen die het in Nigeria heeft gemaakt: een veroordeelde witwasser profiteerde – met medeweten van Shell – van een deal om olie te winnen voor de kust van het land. (Ook hierover werden dinsdag veel vragen gesteld, maar vanwege het lopende strafrechtelijke onderzoek werd er door het bestuur niet geantwoord.) Het is het type corruptie dat inherent lijkt aan dit type olie- en gasprojecten, en dat dus een prima reden vormt om daar afscheid van te nemen.
En Shell werd vorige maand ook nog streng toegesproken door de externe evaluatiecommissie die door het bedrijf zelf is aangesteld om de duurzaamheidsprestaties te monitoren. De manier waarop Shell over de eigen activiteiten spreekt ‘lijkt in tegenspraak’ met ‘de urgentie die de wetenschap van klimaatverandering impliceert,’ aldus de commissie.
Een concreet plan om in de toekomst geld te verdienen aan de snel groeiende duurzame energiemarkt? Afwezig.
Genoeg urgente redenen om haast te maken en de ambitie op te voeren. CEO Ben van Beurden denkt daar anders over. Die was dinsdag vooral bezig uit te leggen hoe moeilijk de transitie zou worden. Ook tijdens een recent interview herhaalde hij vooral dat de transitie nog decennia zal duren. De grootste uitdaging voor Shell, zei Van Beurden, is het verlies van vertrouwen. ‘De acceptatie van onze sector verdwijnt.’ Hij vreesde een toekomst waarin er ‘niet meer geluisterd’ zou worden naar ‘voices of reason’ omdat de frustratie over de trage verduurzaming zo hoog oploopt.
Dan die oude koe: terug naar de jaren negentig
Dat brengt me terug naar de jaren negentig - want toen werd al gewaarschuwd voor het verlies van vertrouwen waar Van Beurden nu mee zit.
Uit interne documenten die ik in handen kreeg en waarover ik eind februari publiceerde, blijkt hoe goed Shell destijds al op de hoogte was van het klimaatprobleem. In een interne studie uit 1986 waarschuwden Shellonderzoekers al voor ‘relatief snelle en dramatische veranderingen’ van het klimaat op aarde.
In hetzelfde document werd ook al gewaarschuwd dat ‘de massa ongerust’ zou worden als het probleem niet werd opgelost. Toch bleef Shell inzetten op fossiele energie, tot op de dag van vandaag.
Tijdens mijn onderzoek trof ik die hiaat tussen Shells klimaatkennis en gedrag in één veelzeggende grafiek aan.
Een grafiek uit 1998.
Ik geef toe: het is een oude koe. Maar deze historische parallel laat zien waarom we het idee moeten laten varen dat Shell uit zichzelf kan veranderen. De hiaat tussen kennis en gedrag is structureel.
Om dat te laten zien ga ik terug naar de Pasen van 1999, als financieel analist Mark Campanale met een groep vrienden verblijft in het huis van een goede vriendin tegen de grens met Schotland. Aan haar keukentafel, met een glas rode wijn in de hand, besloten Campanale en een vriend, Nick Robbins, uit te rekenen hoeveel CO2 er precies zou vrijkomen als alle bekende olie-, gas- en kolenreserves zouden worden opgestookt.
Ze kwamen erachter dat fossiele bedrijven ongeveer vijf keer meer CO2 in hun reserves hebben dan ons veilige leefklimaat zou kunnen verdragen (als het allemaal werd opgebruikt). Fossiele energiebedrijven zouden dus een fors deel van hun reserves onaangeroerd moeten laten als we de planeet niet wilden frituren.
Campanale en Robbins begonnen lezingen te geven en ze besloten een organisatie op te richten, The Carbon Tracker Initiative, om verder onderzoek te doen. Jarenlang timmerden ze aan de weg. Pas toen klimaatjournalist Bill McKibben in juli 2012 een stuk schreef over de ‘carbon bubble’ en de fossiele brandstoffen die in de grond moesten blijven zitten, sloeg het concept aan.
Nu is het idee bijna gemeengoed: we kunnen niet alle fossiele brandstoffen verbranden. Maar tijdens mijn onderzoek kwam ik erachter dat ook Shell de rekensom van Campanale en Robbins al in 1998 had gemaakt.
Dat wil zeggen: bijna twintig jaar geleden kon Shell al inschatten hoeveel fossiele brandstoffen er in de grond moesten blijven om de CO2 in de atmosfeer op min of meer veilige concentraties te stabiliseren. In een folder die Shell in maart 1998 over klimaatverandering publiceerde, stond de volgende grafiek:
Het geniale is de eenvoud: het feit dat Shell de gegevens die destijds bekend waren kon vertalen naar een heldere grafiek over de uiteindelijke CO2-concentratie in de atmosfeer als alle bekende reserves zouden worden opgebruikt.
Toch trok Shell een heel andere conclusie dan de analisten van Carbon Tracker.
‘We weten niet precies hoeveel CO2 in de atmosfeer gevaarlijk is,’ schreef Shell in 1998. ‘Maar als alle bekende en vermoedelijke reserves van fossiele brandstoffen – met name kolen – zouden worden verbrand, zou de CO2-concentratie in de atmosfeer ongeveer twee keer zo hoog zijn als de EU-doelstelling [van 550 ppm (deeltjes per miljoen CO2-equivalent), JM].
En toen kwam de belangrijkste zin. ‘Aan de andere kant: zouden we alleen olie- en gasbronnen verbranden, dan zou dat leiden tot een CO2-niveau dat ver onder die EU-doelstelling zou liggen, en dat niet veel hoger is dan het niveau van vandaag [zie staat hierboven].’
Zo puur zie je wensdenken zelden. Niets wees erop dat alleen de conventionele olie- en gasvoorraden gebruikt zouden worden. Sterker nog: het was Shell zelf dat een jaar na het maken van deze folder méér begon te investeren in teerzanden – de ‘heavy oil’ uit de grafiek. Het bedrijf zette later ook volop in op schaliegas en -olie, een andere ‘onconventionele’ bron.
In de grafiek is goed te zien dat de winning van deze twee nieuwe bronnen de concentratie van CO2 in de atmosfeer met ongeveer 110 ppm zou verhogen. Een forse stap op weg naar een verdubbeling van de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer, die – zo wisten Shellonderzoekers – weer zou leiden tot een opwarming van ten minste 1,5 en misschien wel 4 graden Celsius. ‘Dat lijkt misschien weinig, maar zo’n snelle temperatuursverandering is sinds het einde van de ijstijd niet meer voorgekomen,’ zei de voice-over in Shells eigen klimaatfilm Climate of Concern hierover. ‘Een [stijging] die misschien wel te snel gaat voor het menselijk leven om zich aan aan te passen zonder diepgaande ontwrichting.’
Dát was waar Shell op inzette toen het in 2007 zei dat het zich een nieuw strategisch doel had gesteld: ‘het grootste teerzand-bedrijf ter wereld worden.’ De duurzame activiteiten die Shell eind jaren negentig had opgebouwd, waren toen al grotendeels weer afgestoten.
Kortom: ondanks alle klimaatkennis koos Shell voor fossiel.
Wat deze oude koe zegt over de koers van Shell nu
Tot zover de oude koe. Die ik uit de sloot haalde omdat ik denk dat we het idee los moeten laten dat Shell uit zichzelf voldoende kan veranderen om het klimaat te ontzien. Ondanks alle kennis die er vandaag over het klimaat is, keerde Shell zich keihard tegen de resolutie van Follow This. Het is de hedendaagse variant van wat het bedrijf eind jaren negentig deed: inzetten op teerzanden terwijl het net had geconstateerd dat die het klimaat blijvend zouden ontwrichten.
Natuurlijk verandert Shell wel. Het heeft eerder dit jaar bijna alle teerzandactiviteiten in Canada verkocht. Bijzonder goed voor het klimaat, maar Shell deed het vooral om financiële redenen: er werd niet genoeg meer verdiend en Shell kon de opbrengsten van de verkoop goed gebruiken. Alle grote beursgenoteerde oliebedrijven verdienen nu net genoeg om de kosten te dekken.
Van Beurden heeft gezegd* dat hij de investeringen in klimaatvriendelijke activiteiten wil opvoeren van 200 miljoen dollar per jaar nu naar 1 miljard in 2020. Maar Shell blijft tegelijkertijd investeren in nieuwe schaliegasvelden en nieuwe innovatieve manieren om daar olie en gas uit te halen.
Allemaal nieuwe fossiele energie die, volgens Shells eigen kennis uit de jaren negentig, in de grond moet blijven zitten om het klimaat te ontzien. Sterker nog: juist schaliegas moet in de grond blijven zitten omdat bij de winning daarvan relatief veel methaan weglekt, een sterk broeikasgas.
Dat het bedrijf alle nodige kennis over het probleem heeft en tegelijkertijd niet echt kiest voor klimaatvriendelijke activiteiten - het is een herhaling van zetten, en het laat zien dat Shell niet kan veranderen als de omstandigheden niet veranderen.
Hoe Shell wél kan veranderen
Dat brengt me bij de laatste vraag van dit stuk. Onder welke omstandigheden zou Shell wél kunnen veranderen? Want het komt voor, fossiele bedrijven die een metamorfose doormaken. Volgens mij zijn er twee manieren: een existentiële crisis of een overheid die de boel overneemt.
Een goed voorbeeld van het eerste is Umicore, waar collega Thalia Verkade onlangs een groot stuk aan wijdde. Dat was ooit een keihard koloniaal mijnbouwbedrijf en is nu een voorloper op het gebied van recycling en broeikasgasbeperking.
De cruciale factor in deze transformatie? Een existentiële crisis. Eerst werd de core business in Congo genationaliseerd – waardoor het bedrijf in feite verlost werd van de oude vervuilende mijnbouwactiviteiten. Toen werd Umicore in Europa gedwongen schoner te werken. Bittere noodzaak maakte ruimte voor een visionaire nieuwe koers.
Ook elders zie je dat een crisis kan helpen: toen de Noorse economie in het slop kwam door de lage olieprijzen, ontstonden er allerlei nieuwe start-ups, vaak geleid door mensen die de fossiele industrie vaarwel hadden gezegd.
Een goed voorbeeld van transformatie door overheidsingrijpen is het Deense Dong Energy, dat zijn naam nota bene ontleent aan de fossiele brandstoffen waarmee het groot werd: ‘Dansk Olie og Naturgas.’ Tegenwoordig is Dong de grootste producent van windmolens ter wereld en zijn de fossiele activiteiten in de verkoop gezet.
De reden dat Dong een totale transformatie wist door te maken? De meerderheid van de aandelen is in overheidshanden en daardoor kreeg het bedrijf de ruimte om al vroeg riskante investeringen in windenergie te doen. De Deense overheid stimuleerde dat met subsidies. Kortom: het succes van Dong is het succes van een ondernemende staat die niet bang was om in te grijpen.
Hoeveel redenen zijn er nog om vertrouwen in Shell te hebben?
De rol van aandeelhouders is nog niet uitgespeeld. De kans lijkt me groot dat Follow This volgend jaar weer op de aandeelhoudersvergadering van Shell staat, met een aangepaste resolutie, en hopelijk méér steun dan dit jaar.
Ondertussen zal de snelle groei van zonne-energie en elektrisch vervoer de bestaande business van Shell steeds verder onder druk zetten. Op termijn is een existentiële crisis niet ondenkbaar. En naarmate duurzame alternatieven goedkoper worden en fossiele energiebedrijven zwakker, wordt het voor overheden ook gemakkelijker om strenger klimaatbeleid te voeren.
Shell zegt zelf eerlijk dat alleen strenger overheidsbeleid de doelen uit het verdrag van Parijs kan waarmaken. Het paradoxale is dat het bedrijf consequent lobbyt tegen overheidsbeleid dat volgens het bedrijf ‘onverstandig’ is (zoals verplichte doelen voor de hoeveelheid duurzame energie in Europa). En dat aandeelhouders die steun voor een groene koers proberen te organiseren, worden afgewimpeld. Hoeveel redenen blijven er dan nog over om vertrouwen in Shell te hebben?
Weinig, en dat lijkt CEO Ben van Beurden ook aan te voelen, getuige de anekdote die hij vorig jaar vertelde aan journalist Jeroen Smit.* ‘Eind vorig jaar was onze dochter van 9 jaar opeens heel erg overstuur,’ zei Van Beurden. ‘Op school hadden ze over de opwarming van de aarde gesproken. Ze wist natuurlijk: mijn vader werkt bij een olie- en gasbedrijf. Ik werd enorm geraakt door haar verdriet. Ik heb geprobeerd het haar zo goed mogelijk uit te leggen. Dat het niet zo makkelijk is, dat er veel verschillende, ingewikkelde oplossingen nodig zijn. Maar dat die oplossingen niet altijd populair zijn of door iedereen worden begrepen. Ik weet eerlijk gezegd niet of ik haar heb overtuigd.’