De Nederlandse industrie praat groen maar stookt fossiel. Dit zijn de grootste uitstoters
De Groene Amsterdammer publiceerde vorige week eigen onderzoek naar de grootste uitstoters van broeikasgassen in ons land. Shell wint.
Ik kan me nog herinneren dat ik bijna van mijn stoel viel toen ik in februari in de Volkskrant las dat ‘het bedrijfsleven de publieke sector inhaalt met idealen.’ In een groot stuk schreef journalist Wieteke van Zeil dat anno 2017 multinationals de weg wijzen, de hoeders van idealen zijn, en de politiek ver achter zich laten.
Er worden door sommige multinationals prachtige stappen gezet, daar niet van. En grote bedrijven lobbyen inderdaad bij de politiek voor ambitieuze klimaatdoelstellingen. Maar ondertussen zitten de grootste vervuilers zo ongeveer stil, blijkt uit nieuw onderzoek dat vorige week in De Groene Amsterdammer verscheen. Het laat zien hoe misleid je wordt als je, zoals de Volkskrant in februari, vooral kijkt naar wat sommige bedrijven zeggen en niet naar wat de grote uitstoters doen.
De Groene dook in de databases waarin de uitstoot van bedrijven wordt vastgelegd. De onderzoekers hebben vervolgens alle industriële installaties op Nederlands grondgebied geselecteerd en per moederbedrijf gerangschikt. Zo kwamen ze erachter welke bedrijven het meeste uitstoten.
Wat blijkt: 132 bedrijven zijn verantwoordelijk voor bijna een kwart van de Nederlandse CO2-uitstoot. Shell staat bovenaan met een uitstoot van ruim zes megaton in 2014. ‘Dat is vergelijkbaar met [de uitstoot van] 1,3 miljoen personenauto’s,’ schrijft De Groene.
‘Nummer twee is Tata Steel (voorheen Hoogovens) en nummer drie Chemelot, het industrieterrein in Zuid-Limburg dat hoofdzakelijk door DSM wordt gedeeld met de Saoedische chemiereus Sabic. Verder staan er in de lijst olieraffinaderijen van ExxonMobil en BP, kunstmestfabrikant Yara, drie afvalverwerkers en het petrochemische bedrijf Dow Chemical.’
Door de uitstootregisters uit te kammen kwamen de onderzoekers van De Groene er ook achter dat de Nederlandse industrie nog net zoveel broeikasgassen uitstoot als tien jaar geleden. Dat geldt trouwens ook voor de economie als geheel: Nederland stoot nog net zoveel CO2 uit als in 1990.
De overheid claimt dat de uitstoot van het sterke broeikasgas methaan met 43 procent is gedaald sinds 1990, maar uit metingen in het veld waarover wij in april publiceerden, blijkt dat die uitstoot waarschijnlijk slechts met 20 procent daalde.
Ook het falen van het Europese emissiehandelssysteem (ETS) wordt nog eens benadrukt in het stuk van De Groene: de bedrijven die eronder vallen en dus ‘rechten’ moeten kopen om uit te stoten, zijn de afgelopen vijf jaar méér gaan uitstoten. Wij beschreven eerder al dat sommige bedrijven ook aan de CO2-handel verdienen. Precies het omgekeerde van wat beoogd was.
‘Nederlandse industriële bedrijven hebben het de afgelopen jaren bovendien slechter gedaan dan hun concurrenten in de meeste andere Europese landen,’ schrijven de onderzoekers van De Groene. Pijnlijk.
Overigens zou het onterecht zijn om te denken dat ‘het bedrijfsleven’ helemaal stil zit. De bedrijven die winst kunnen maken door efficiënter te produceren, doen dat heus. Voor de rest is veel sterker overheidsbeleid nodig, dat weten we na 25 jaar laisser-faire zeker.
Het goede nieuws is dat het wel kán. Op initiatief van onder meer actieorganisatie voor duurzaamheid Urgenda en scenariomaker Quintel Intelligence werd er eerder dit jaar een verkenning gedaan door de industrie, netbeheerders, en de overheid. Ze kwamen op de proppen met een ambitieus plan voor een klimaatneutrale industrie. Na het lezen van het stuk uit De Groene wordt de fundamentele keuze voor die toekomst nóg prangender.
Correctie 27 mei 2017: de verschijningsdatum van het stuk uit De Groene stond in een eerdere versie van deze aanbeveling vermeld als ‘deze week.’ Dat moest ‘vorige week’ zijn: het onderzoek verscheen op 16 mei 2017.