Ieder kind moet programmeren! En ander onderwijsnieuws dat mij opviel
Ik had mijn nieuwsbrief vorige week net af toen ik een bericht zag op de site van de NOS: stichting FutureNL start een crowdfunding (doel: 750.000 euro) om alle kinderen in Nederland van ‘micro:bits’ te voorzien.
Dat zijn minicomputers waarmee kinderen kunnen leren programmeren. Microsoft is een van de drie ‘founding partners’ van FutureNL. De crowdfunding wordt verder gesponsord door de ABN Amro Foundation, TomTom en Salesforce.
Dat roept allerlei vragen bij me op. Moeten we kinderen op jonge leeftijd leren programmeren? Wat is de bewezen waarde van les in programmeren? Waarom start FutureNL een crowdfunding, terwijl Microsoft genoeg geld heeft om ieder kind een micro:bit met diamantjes te geven? Willen scholen die micro:bits wel? En wat is er gebeurd met al die micro:bits die alle Engelse elf- en twaalfjarigen in 2015 kregen?
Komende week ga ik naar een onderzoeksconferentie georganiseerd door Kennisnet, adviseur op het gebied van ict in het onderwijs. Ik ben benieuwd wat daar gezegd wordt over programmeerlessen.
Meer opvallend onderwijsnieuws
Op school was het deze week rustig. Het is bloedheet in de lokalen, over twee weken begint de laatste toetsweek en leerlingen zijn daar al mee bezig.
Een leerling uit m’n 5 vwo-mentorklas gaf een presentatie met als vraagstelling: kan je als minderjarige eenvoudig aan alcohol komen bij de supermarkt?
Hij had een cadeautje voor me meegenomen:
Bij die biertjes las ik het volgende:
- De gemeente Amsterdam start een onderzoek naar dyslexie. Wat blijkt: kinderen met een migratieachtergrond krijgen nauwelijks de indicatie ‘dyslexie,’ terwijl Nederlandse kinderen juist heel vaak een dyslexieverklaring hebben. Hoe kan dat?
- Ik kan iedere week wel een artikel delen over een school die breekt met het ‘traditionele onderwijs’ en ‘radicaal nieuw’ onderwijs aanbiedt. Zo las ik deze week dit artikel in de Volkskrant over ‘slim-fitscholen,’ waar kinderen in grote groepen les krijgen van een team van leraren, onderwijsassistenten en andere onderwijsspecialisten. Hoewel het stuk ‘De vele voordelen van de slim-fitschool’ heet, lees ik in het stuk... niet zoveel over de voordelen van de slim-fitschool.
- Het kan nog veel gekker: deze ‘school’ in Nieuw-Zeeland leert kinderen voornamelijk hoe ze moeten jagen en vissen.
- In Alberta (Canada) zijn de wiskunderesultaten van leerlingen de afgelopen twintig jaar gekelderd. Experts wijten dat aan de manier waarop wiskunde in Alberta wordt onderwezen: leraren zouden leerlingen vooral moeten coachen om zelf strategieën te ontwikkelen om wiskundige problemen op te lossen. Het deed me denken aan dit stuk dat ik eerder schreef over ontdekkend leren.
- De kinderen van juf Kiet, een documentaire over een juf en haar klas kinderen die nieuw zijn in Nederland, werd deze week twee keer uitgezonden op televisie en staat nu ook online. De documentaire kreeg ook internationaal veel lof. Je kan ’m hier kijken.
En een podcast die ik ontdekte
Verder heb ik een nieuwe podcast ontdekt. Kennisnet maakt de podcast Onder pedagogen. In iedere aflevering staat één pedagoog centraal.
De laatste aflevering gaat over de Poolse pedagoog Janusz Korczak, wiens werk ik zelf gebruik in het grote verhaal over onderwijs en ethiek waar ik nog altijd mee bezig ben (het wordt langzamerhand meer een tweeluik over burgerschapsonderwijs, of toch niet, of toch wel, we zullen zien!).
Nu moet ik een les over argumentatieschema’s (3 gymnasium) voorbereiden.