De tegenstrijdige visie op eindexamens van radicale onderwijsvernieuwers
Het is de grote vraag bij vernieuwend onderwijs: halen de leerlingen het eindexamen wel? Als je kinderen leert hoe ze moeten leren, kan je ze in korte tijd voorbereiden op het eindexamen, meent de vernieuwende school Agora. Ik heb daar grote twijfels bij.
Jan Fasen, directeur van het Mundium College, reageerde op zijn blog op de stukken die Rutger Bregman en ik eerder deze week schreven over de school Agora, dat onder het Mundium College valt.
Het stuk van Bregman vindt hij ‘een mooi verslag van een dagje rondkijken op Agora en gesprekken voeren met leraren en leerlingen die andere dingen doen dan we gewend zijn.’ Wat hem in mijn stuk raakt is vooral mijn ‘aanname dat Agora op een mislukking zal uitdraaien.’
Fasen stelt dat ik mijn aannames en meningen onvoldoende onderzocht en gecheckt heb. Want: ‘Hij [ik dus, JV] denkt dat Agora niet opleidt voor eindexamens, dat we het curriculum aan onze laars lappen, dat het voor kinderen vooral vrijheid blijheid is.’ (Dat laatste beweer ik nergens en vind ik ook niet.)
Agora leidt niet op voor het eindexamen
Zo worden Bregman en ik tegenover elkaar geplaatst. Ook Agora-oprichter Sjef Drummen doet dat in zijn bijdragen onder onze stukken, op Twitter merk ik eenzelfde tendens: zit je in #kamprutger of #kampjohannes? Dat is onterecht. Ook Bregman merkt in zijn stuk namelijk op dat Agora niet opleidt voor examens.
Hij schrijft: ‘Eigenlijk wil Agora mensen opleiden voor een andere samenleving. Het wil zelfstandige, creatieve en betrokken burgers afleveren. Het probleem: dit levert geen ‘rendement’ op. En als Agora niet scoort volgens de juiste criteria (lees: eindexamens), dan krijgt het een onvoldoende van de inspectie. Dan gaat de geldkraan dicht. Dit is hét mechanisme waarmee innovaties als Agora al jaren worden tegengehouden.’
In een uitklaptekst: ‘Wat dat betreft is het een beetje vreemd dat Agora nog steeds een ‘diplomagarantie’ aan haar leerlingen geeft.’ Bregman noemt het een ‘spagaat.’ In de gesprekken die we hadden in aanloop naar de verschijning waren Bregman en ik het dan ook over één ding eens: de Agoramethode leidt niet op voor het eindexamen.
Dan blijft de vraag: waarom geloven Rutger en ik dat?
Want Agora’s logica klopt niet
Het antwoord ligt niet in didactiek, pedagogiek of in dat ik ‘geen benul’ heb van Agora op dit moment (de woorden van Fasen), maar in de logica.
Fasen schrijft in zijn stuk twee dingen die onverenigbaar zijn. Namelijk:
- ‘Onderweg vinken we, zonder dat de leerling het merkt, de gerealiseerde curriculumdoelen af.’
- ‘Doordat ze de afgelopen jaren geleerd hebben om eigen regie te nemen in hun ontwikkeling, hebben ze zelf inmiddels in kaart gebracht wat ze per vak moeten kennen en kunnen voor hun eindexamen. Examenblad.nl staat bij hun favorieten.’
Kijk, dat kan dus niet: in de ene visie leidt de Agoramethode juist tot het behalen van de curriculumdoelen, in de tweede visie is er een andere methode nodig – die zeer toetsgericht is - om het eindexamen te behalen.
Om voor te bereiden op het eindexamen, gebeurt in de praktijk op Agora nu het tweede. Dat is maar goed ook, want de onderwijskunde leert ons dat kinderen door alleen te leren wat zij zelf willen, in ieder geval niet alle van tevoren vastgelegde leerdoelen onder de knie krijgen. En dat is wel waar het eindexamen ze op toetst.
In de ene visie leidt de Agoramethode juist tot het behalen van de curriculumdoelen, in de tweede visie is er een andere methode nodig
Je zou kunnen zeggen dat de Agoramethode het curriculum aan zijn laars lapt en niet opleidt voor het eindexamen, maar dat dat nog niet betekent dat je op Agora geen diploma haalt. Agora gelooft er namelijk in dat het met een eenjarige, intensieve examentraining leerlingen ook aan een diploma kan helpen.
De veronderstelling die daaraan ten grondslag ligt, is dat kinderen die weten hoe ze moeten leren in een jaar getraind kunnen worden voor hun eindexamens. ‘Het diploma is bijvangst bij [sic] kinderen die weten hoe ze moeten leren!’, zegt Agora-oprichter Sjef Drummen in een bijdrage onder mijn column.
Waarom ik twijfel aan deze logica
Het zou mooi zijn als dat waar blijkt: dat zou een middelvinger zijn naar scholen waarop kinderen al vanaf klas 1 getoetst en gemeten worden met het oog op het eindexamen vier, vijf of zes jaar later.
Het zou géén middelvinger zijn naar ‘het systeem’ dat door Fasen en Drummen wordt aangevallen: goede examenresultaten zouden slechts het bewijs zijn dat er binnen dat systeem meerdere routes bewandelbaar zijn om tot hetzelfde resultaat te komen.
Maar ik heb mijn twijfels: ook op reguliere scholen zijn kinderen het laatste jaar ontzettend gefocust op examenresultaten. Toch zakken er ieder jaar kinderen. Je eindexamen natuurkunde in 6 vwo haal je niet alleen door te weten hoe je moet leren, je hebt kennis nodig die voortbouwt op andere kennis en die niet altijd in één keer te begrijpen valt.
Het centraal eindexamen is niet zomaar een trucje, daar zijn andere scholen die de intrinsieke leermotivatie van het kind als uitgangspunt namen al vaak achter gekomen.
Begrijp me niet verkeerd: ik wil niet dat alles bij het oude blijft en dat het centraal eindexamen kan veranderen. Wie mijn stukken leest, weet dat. Ik hoop ook dat Agora slaagt: dan blijkt dat je binnen de huidige wet- en regelgeving, ‘het systeem’, veel meer vrijheid hebt om onderwijs anders in te richten dan op veel scholen gebeurt.
Maar je kan niet én claimen dat een leerling ‘zonder dat hij het merkt’ de curriculumdoelen haalt, én leerlingen door examentraining gestructureerd aan een diploma helpen. Je kan niet én ‘het systeem’ belachelijk vinden, én garanderen dat leerlingen via jouw methode tóch aan de eisen van dat systeem voldoen.
Over een jaar doen negen vmbo-leerlingen en zes havisten eindexamen op Agora, daarna zullen ook vwo-leerlingen volgen. Ik wens hen het allerbeste.