Op Mini Mysteryland krijgen verstandelijk beperkten ook een festivalervaring
Veel mensen gaan naar een festival deze zomer. Sinds kort kunnen verstandelijk beperkten ook naar Mini Mysteryland, georganiseerd door de bezoekers van reguliere festivals. Ik zag hoe totaal verschillende groepen uit de samenleving bij elkaar kwamen door dit vrijwilligersinitiatief.
‘Dit broodje worst is écht lekker hè? Friet is ook lekker! Mama, écht lekker hè?’ Michaël is 39 en een kast van een vent, zijn stem draagt ver. Zijn moeder veegt wat mayonaise uit Michaëls mondhoek en tikt op de consumptiebonnen die om zijn nek hangen. Het plaatje van de hotdog is doorgekruist, dat van de ranja ook. Maar friet, dat heeft hij nog tegoed. Hij praat door: ‘Echt lekker! Ja, friet.’ Dan, zachter, fronsend: ‘Ik heb stemmen in mijn hoofd die zeggen dat ik dingen moet doen die ik niet wil doen.’ En hij lacht weer: ‘Mama, mag ik al friet?’
Vanwege die stemmen, een dwangstoornis en zijn autisme, woont hij al twintig jaar in het gebouw hierachter: een statig monumentaal pand in het Noord-Hollandse Heemstede. De Hartekamp Groep, een zorginstelling voor volwassenen met een verstandelijke beperking, is twintig minuten met de bus vanaf Haarlem. Langs de route: eiken, tandartspraktijken, grasvelden met patronen erin gemaaid.
Het is woensdag, Michaëls lievelingsdag omdat zijn moeder dan langskomt om samen boodschappen te doen. De rest van de dagen zit hij het liefste op zijn kamer, muziek te draaien. ‘Queen en David Bowie. Dood wel. Jammer hè, mama?’ Vanmiddag ziet zijn programma er anders uit: eerst friet, daarna mogelijk dansen op het grasveld, of een dj-workshop, dan terug naar zijn kamer.
Een dag als deze komt maar eens per jaar voor. Vandaag vindt voor de tweede keer Mini Mysteryland plaats op het grasveld voor de zorginstelling; een aangepaste versie van het bekende dancefestival dat elk jaar tienduizenden bezoekers trekt.
Deze editie is ‘prikkelarm’ voor de 150 bezoekers met een verstandelijke beperking: het is overdag, op een overzichtelijk veld, zonder overweldigende lichtshows, de muziek staat wat zachter en het duurt maar drie uur. Een vrijwilliger waarschuwt een collega die met een heliumpomp ballonnen staat te vullen: ‘Liever niet die zwarte, die knappen in de zon. Er komen mensen die bang zijn voor ballonnen.’
Het idee achter deze aangepaste editie: mensen uit Michaëls zorginstelling en zorginstellingen uit de buurt eenzelfde festivalervaring bieden als de miljoenen bezoekers die elk jaar losgaan op reguliere muziekfestivals - maar dan zonder de overdaad aan zintuiglijke prikkels die zo’n festival normaliter met zich meebrengt.
Eindelijk een festival voor verstandelijk beperkten
Met vrienden dansen in de buitenlucht, de bas trillend in je borstkas, omringd door duizenden mensen, fabelachtig gedecoreerde podia, sensationele lichtshows. Dagen met als enige doel lol trappen en in vervoering gebracht worden. Negen op de tien Nederlanders in de leeftijd van achttien tot dertig jaar bezoekt jaarlijks minstens één festival.* Maar dan wel op evenementen die een bepaalde gesteldheid van de bezoeker vereisen.
Lang in rijen staan, veel lopen, kunnen omgaan met drank, drugs, licht, harde muziek en grote menigten tegelijk, voor veel mensen met een beperking is dat geen optie. Soms vanwege de fysieke ontoegankelijkheid (denk: trappen, uitgestrekte, hobbelige velden), voor mensen met een verstandelijke beperking vaak ook vanwege de overvloed aan sensaties die zo’n dag of weekend met zich meebrengt.
Mini Mysteryland is strak en overzichtelijk ingedeeld. Het programma duurt van twaalf tot drie, de eerste touringcars met bezoekers staan al om elf uur naast het veld. Iedereen die de bus uitkomt, wordt begroet door meisjes in bloemenpakjes met bellenblaas. Voor elke nieuwe bezoeker wordt een erehaag gevormd door juichende vrijwilligers.
Vanaf twaalf uur zijn er workshops: graffiti spuiten, make-uppen, plaatjes draaien, zonnebrillen versieren met glitter, dansen. Het daadwerkelijke feest duurt van halftwee tot drie. Daarna gaan de vips, zo heten ze hier, weer naar huis. Een enkele bezoeker woont (begeleid) zelfstandig en krijgt een lift van zijn of haar begeleider.
Want groepen in onze maatschappij feesten nu gescheiden
Nienke Basslé, eerder werkzaam in de zorg en bij dancebedrijf ID&T, is oprichter van het feest. Ze zag twee kansen op de massaal bezochte festivals waar ze als bezoeker was en werkte. Ten eerste de ongekend grote groepen overwegend gelukzalige, jonge mensen die samenkomen op zulke dagen. Ten tweede de mogelijkheid om juist die jongeren in te zetten om vergeten groepen ook zo’n mooie dag te bezorgen.
Mini Mysteryland is het gevolg. Met haar stichting 10.000 hours, waarmee ze streeft naar 10.000 vrijwilligersuren per jaar, werft ze al een aantal jaar vrijwilligers op grote festivals. Om die vervolgens in te zetten voor projecten rond onder meer kinderen, ouderen en mensen met een beperking.
‘Veel jongeren komen nooit in contact met ouderen en andersom, omdat groepen zo geschieden leven in onze maatschappij,’ vertelt Basslé. ‘Veel mindervaliden willen ook graag naar festivals, maar worden daarin niet gefaciliteerd. Hetzelfde geldt voor minima. Terwijl: als je rondkijkt op reguliere festivals, zie je dat er genoeg handen, aandacht, tijd en middelen zijn om ook hén te betrekken bij de feestgemeenschap.’
Dat blijkt. Sinds de oprichting van 10.000 hours in 2010 werden er tientallen vrijwilligersdagen georganiseerd, steeds door bezoekers van andere festivals. Voor Mini Mysteryland meldden zich via Facebook tweeduizend vrijwilligers aan - er waren maar 65 nodig. Het ruilmiddel voor de vrijwilligers: een uitnodiging voor hun favoriete festival.
Voordat die vrijwilligers hun handen uit de mouwen steken, krijgen ze een uitleg en soms een cursus. Over hoe om te gaan met mensen met dementie bijvoorbeeld, of wat te doen wanneer een verstandelijk beperkte bezoeker overprikkeld raakt. Vandaag lopen langs het veld ook af en toe begeleiders weg met een huilende of schreeuwende bezoeker aan de arm, op zoek naar een rustiger plek of op weg naar huis.
Dus kan Daan nu leren mixen van een dj
Zo niet Daan (32). Hij deed net de dansworkshop en zit uit te puffen onder een luifel. Hij heeft zijn mooiste groene pak aangetrokken voor Mini Mysteryland, telde al een week de nachtjes af.
Hij komt vandaag alleen voor de muziek, zegt hij resoluut. House is zijn favoriet, maar eigenlijk vindt hij alle muziek goed, behalve klassiek. ‘Daar moet ik van huilen. Ik wil niet meer huilen. Wil je mijn cd’s zien? Ik ben ook dj.’ Uit zijn tas komen drie cd’s. Een single van Lou Bega, TopHits 2001 en Hyper Hyper van Scooter. Achterop een sticker: negen gulden negenennegentig.
Hij pakt ze snel weer in want een vrijwilliger komt hem halen, hij gaat over een paar minuten leren mixen van een professionele dj.
Je kunt er cynisch over doen, maar kijk ook naar Wijnanda en Alexander
Je kunt hier cynisch over zijn: hedonisten voelen zich matig schuldig, melden zich aan als vrijwilliger, krijgen een gratis kaartje én een paar lekkere foto’s voor hun Instagram. Maar dat cynisme lost op wanneer je weet dat de 10.000 vrijwilligersuren waar Basslés stichting naar streeft elk jaar ruim worden gehaald. Volgens Basslé doen veel festivalvrijwilligers daarna ook werk voor andere organisaties.
Ook als je over het veld bij De Hartekamp Groep uitkijkt, kun je niet anders dan fan worden van het project. Een polonaise, aangevoerd door een kirrende man in een rolstoel. Een jongen met het syndroom van Down die met het puntje van zijn tong uit zijn mond heel groot ‘Ajax’ op een graffitimuur staat te spuiten. Begeleiders en vrijwilligers die breed glimlachende bezoekers een dansroutine leren op Party Rock Anthem. Een vrouw op leeftijd met een geschilderde regenboog op haar wang en een ballon aan haar looprek. Een man in een mouwloze blouse die op een tafel is geklommen en een onverstaanbare versie van Robbie Williams’ ‘Angels’ schreeuwt.
Aan de rand van het veld zit Wijnanda (51), die haar wang heeft laten beschilderen in dezelfde blauwtinten als die van haar hoofddoek. ‘Ze zeggen dat ik het niveau van een twaalfjarige heb, daarom woon ik begeleid. Maar een twaalfjarige kan echt niet wat ik allemaal kan, ik woon gewoon op mezelf.’
Naast haar rookt Alexander - ‘zoals de koning!’ (en iets ouder dan de koning) - zijn pijp. Die is gisteren op de vloer gevallen en in drie stukken gebroken - nu hangt hij aan elkaar met tape, het mondstuk is kwijt. Uit het tasje om zijn nek haalt hij een kleine asbak. ‘Dit was mijn pillendoosje. Hoort ook bij een feestje he. Roken hè, niet de pillen, ha!’
Een van de jongere bezoekers, Daphne (19), is eerder eens naar het ‘echte’ Mysteryland geweest. Ze is autistisch en woont nog bij haar ouders. ‘Maandag en woensdag werk ik bij de bakker. Donderdag werk ik hier als ervaringsdeskundige.’
Dat laatste houdt in dat ze andere cliënten van De Hartekamp Groep vertelt over hoe zij zo zelfstandig mogelijk is geworden. ‘Ze moeten vaker van zulke feesten geven, want de mensen hier willen evengoed dansen. Ik zou alleen willen dat de muziek harder stond.’ Ze kijkt even rond de tafel en fluistert dan: ‘En dat er iets meer jonge mensen waren.’
Het feest nadert zijn einde en het wordt steeds drukker richting de uitgang van het veld. Wangen worden gekust, souvenirs worden uitgedeeld, Michaël is op weg naar de frietkraam. Onderweg wordt hij aangesproken door een vrijwilliger in een jurk gemaakt van lampionnetjes. Of hij ook wil komen dansen. Michael heeft een ander plan. ‘Nee dank u wel, daar is friet. Écht lekker.’
De achternamen van de geïnterviewde festivalgangers zijn bekend bij de redactie.