Hoe doe je dat: privacy verkopen?
Het lukt de organisatie Bits of Freedom nog niet om grote groepen mensen te mobiliseren voor hun zaak. Ook niet na Edward Snowden. De scheidend directeur blikt terug en de nieuwe directeur belooft een taboe te zullen doorbreken: de Godwin.
Stel, je bent de directeur van een organisatie die strijdt vóór de vrijheid van internetgebruikers en tégen overheidssurveillance. Er staat een klein team tot je beschikking dus je moet harde keuzes maken. Welke strijd gaan we voeren en, vooral, welke niet? Je stelt de meest haalbare doelen vast. Een lijst die bestaat uit te voeren campagnes en te bestrijden wetsvoorstellen. Je verdeelt de taken en maakt een strakke jaarplanning. En dan komt Edward Snowden. Opeens heeft iedereen het over jouw thema. Ineens staan de kwesties waar jouw organisatie al jaren voor vecht volop in de aandacht. Wat doe je dan? Hoe trek je het onderwerp naar je toe?
‘Toen Snowden kwam,’ zegt Ot van Daalen van Bits of Freedom, ‘hebben we er een klein beetje ruimte voor gemaakt en ondertussen moesten al die dingen doorgaan die we in steen hadden gebeiteld. Achteraf kun je zeggen dat het een gemiste kans is geweest. Ik realiseerde mij niet meteen dat dit hét surveillanceverhaal van dit decennium was, waarmee we twee vliegen in een klap konden slaan: mensen bewust maken en beleid veranderen. Dat zie ik nu pas.’
Relevant blijven
Ik zit met Ot van Daalen in café De Jaren in Amsterdam. Deze week neemt hij afscheid van Bits of Freedom, de digitale burgerrechtenbeweging die hij in 2009 heroprichtte. Van Daalen gaat na ruim vier jaar terug de advocatuur in: hij begint zijn eigen advocatenkantoor, Digital Defence, gespecialiseerd in privacy en internetbeveiliging. Ook aan tafel: Hans de Zwart, zijn opvolger.
De vraag vandaag: hoe blijft Bits of Freedom relevant? Van Daalen richtte de organisatie in 2009 weer op, na een afwezigheid van drie jaar. Dat was een succes. Journalisten, politici én beleidsmakers wisten de organisatie algauw te vinden. Een belangrijke succesfactor van de activisten was dat ze vooral niet te activistisch waren: Bits of Freedom werd gerund door drie keurige juristen. Van Daalen, die jaren gewerkt had voor het grote internationale advocatenkantoor De Brauw Blackstone, ging gekleed in een strak zwart pak met stropdas. Dat druiste nogal in tegen de modemores van de gemiddelde informatie-activist of hacker uit de achterban van Bits of Freedom.
Het grootste succes van de organisatie was - en is nog steeds - het vastleggen in de wet van netneutraliteit, dat bepaalt dat al het telefoon- en internetverkeer door telecomproviders gelijk moet worden behandeld en bepaalde diensten niet mogen worden voorgetrokken of benadeeld. Zo had KPN het plan om gebruikers van WhatsApp extra te belasten omdat die dienst de sms-inkomsten van KPN verlaagde. Door de lobby en campagnes van Bits of Freedom werd in mei 2012 door een Kamermeerderheid in de wet opgenomen dat dit niet mag. Nederland was het eerste land in Europa en, na Chili, het tweede van de wereld waar netneutraliteit in de wet kwam te staan.
Bits of Freedom is niet meer de enige die zich bezighoudt met onderwerpen als massasurveillance en privacy.
De organisatie, die nu zes fulltime-medewerkers telt, heeft zichzelf de afgelopen jaren weten te positioneren als een belangrijke speler in het debat over internet en de digitale wereld. Maar er is wel veel veranderd, legt Van Daalen uit. Bits of Freedom is niet meer de enige die zich bezighoudt met onderwerpen als massasurveillance en privacy. Informatietechnologie raakt aan steeds meer aspecten van ieders leven en hun thema’s zijn meer en meer mainstream geworden. Dat heeft er, paradoxaal genoeg, toe geleid dat Bits of Freedom nog hardere keuzes moet maken om zich te onderscheiden.
De nieuwe directeur Hans de Zwart: ‘Wij houden ons expliciet bezig met twee grondrechten, privacy en de vrijheid van meningsuiting, in de context van communicatietechnologie. Maar tegenwoordig is alles internet. Overal komen chips en sensoren in. Wat is communicatietechnologie en wat niet? De vraag wat doen we wel en wat doen we niet, wordt alleen maar moeilijker om te beantwoorden.’
Vinden jullie het niet jammer dat jullie je niet hebben aangesloten bij de coalitie ‘Burgers tegen Plasterk’ die een rechtszaak aan heeft gespannen tegen de Nederlandse Staat, en die de regering onlangs dwong naar buiten te brengen dat de Nederlandse diensten zelf de beruchte 1,8 miljoen metadata hadden verzameld?
De Zwart: ‘Wij hebben een expliciete strategie om geen rechtszaken te voeren. Het is vaak niet in te schatten hoeveel investeringen dat kost, waardoor het te risicovol wordt. We zijn blij dat de rechtszaak dit effect heeft gehad.’
Ik kan me voorstellen dat jullie achterban verwachtte dat jullie je bij die rechtszaak hadden aangesloten.
De Zwart: ‘Er waren mensen die teleurgesteld waren. Dat is een permanente strijd voor ons. Er zijn constant mensen die verwachten dat we dingen doen die wij niet doen. We doen ook niets met het Electronisch Patiëntendossier. Heel relevant onderwerp als je privacy belangrijk vindt, maar het is niet aan ons om het te doen.’
Ik heb wel eens moeite om jullie als organisatie te duiden. Zijn jullie nou lobbyisten, activisten of campagnevoerders?
Van Daalen: ‘We hebben drie activiteiten. We adviseren de politiek, we mobiliseren onze achterban en leggen uit hoe mensen zichzelf digitaal kunnen beschermen. De verhouding daartussen verandert continu.’
‘Je kunt nooit een achterban krijgen die geluid maakt als je geen politieke overwinningen boekt.’
De Zwart: ‘Er zit een soort spanning tussen campagnevoeren en beleidsadvies. We vinden beleidsadvies het meest effectief: als het je lukt netneutraliteit in de wet te verankeren, dan maak je echt het verschil. Het is alleen niet zo zichtbaar voor je achterban en het is ook niet altijd duidelijk wat voor effecten dat heeft. Het is niet echt sexy om aan je activistische achterban te verkopen. Die vindt het wel leuk als we stickers maken waarmee je je webcam af kunt plakken. We moeten die twee dingen blijven doen, omdat je nooit serieus genomen kan worden door een beleidsadviseur als je geen achterban hebt die geluid kan maken. En je kunt nooit een achterban krijgen die geluid maakt als je geen politieke overwinningen boekt.’
Van Daalen: ‘Mensen vinden het lastig om te bepalen of wij nou expert zijn of activist. Maar ik zie ons het liefst als een radicale expert. We hebben een mening over hoe het moet, maar die mening is gebaseerd op diepgaande kennis van de juridische en de technologische ontwikkelingen. En daar trekken wij een, voor sommige mensen, radicale conclusie uit.’
In een interview met De Correspondent zei criticus Evgeny Morozov dat hij niet begreep waarom ‘digitale burgerrechtenbewegingen’ als Bits of Freedom het woord ‘digitaal’ in hun naam dragen. Want: wat is het verschil tussen privacy online en privacy offline? Of tussen internetvrijheid en vrijheid?
De Zwart: ‘Er is geen verschil. Maar door de technologische ontwikkelingen van het net komen de burgerrechten op een andere manier in gevaar dan voorheen. Het gaat niet om digitale rechten, het gaat om de algemene rechten in een digitale context. Een groot deel van ons leven is digitaal gemedieerd, onze persoonlijke interacties via Facebook en Whatsapp, onze economische internaties via marktplaats en Ebay, onze culturele interacties - boeken, muziek, video. Wat betekent vrijheid in die wereld?’
Privacy verkopen
Hans de Zwart werkte de afgelopen vijf jaar voor het grootste bedrijf ter wereld, Shell, als intern adviseur op het gebied van onderwijsprogramma’s. Ik ken hem als zeer belezen, met een voorliefde voor discussies over het werk van obscure technologiedenkers.
Maar de grootste uitdaging voor De Zwart bij Bits of Freedom is geen intellectuele: het is aan hem om de organisatie op te stoten in de vaart der volkeren. Ja, iedere journalist en politicus die zich met privacy en surveillance bezighoudt kent Bits of Freedom wel. Ook de Nederlandse hackersgemeenschap en informatie-activisten dragen de organisatie een warm hart toe. Maar dat is niet genoeg om grote groepen mensen voor hun zaak te mobiliseren.
Als je aan willekeurige mensen op de Amsterdamse Albert Cuyp-markt vraagt wat wij doen, hebben zij echt geen idee wat Bits of Freedom is.
Zijn voorganger Ot van Daalen. ‘Toen ik begon in 2009 zei iedereen: probeer Bits of Freedom wat minder een club te maken die alleen maar voor eigen parochie preekt. Probeer nou het verhaal waarvoor we strijden voor een breder publiek toegankelijk te maken. Dat is niet goed gelukt. Hoewel privacy nu wel achtuurjournaalmateriaal is, krijgen de meeste mensen er toch geen warm gevoel van. Als je aan willekeurige mensen op de Amsterdamse Albert Cuyp-markt vraagt wat wij doen, hebben zij echt geen idee wat Bits of Freedom is.’
Waarom is privacy zo moeilijk te verkopen?
De Zwart: ‘Mensen vinden het gewoon een heel ingewikkeld begrip. Ik geloof daarom heilig in het schetsen van extreme situaties. Zo ben ik van plan om een jaarlijkse Godwin -lezing te organiseren in het voormalige bevolkingsregister in Amsterdam dat in de Tweede Wereldoorlog op is geblazen. Daar kun je een goed verhaal houden over de gevolgen van het opslaan van persoonsgegevens toen en nu. Een ander verhaal dat ik de laatste tijd veel vertel komt uit het boek Is dit een mens van Primo Levi, over zijn ervaringen in Auschwitz. Hij beschrijft daarin dat alleen-zijn een groter goed was in het kamp dan eten. En dat je iemand stuk kunt maken door ervoor te zorgen dat hij geen privéruimte meer heeft. Als ik dat verhaal aan mensen vertel is er niemand die het niet snapt.’
Van Daalen: ‘Ik deel dat optimisme niet over de kracht van zulke extreme situaties. Zolang mensen niet de urgentie voelen of niet doorhebben dat het een serieuze optie is zal dat scenario ook helemaal niet uitmaken of mensen overtuigen. Sterker nog, het schrikt ze af of ze slaan dicht.’
‘De vraag is niet of je iets te verbergen hebt, maar wat je te beschermen hebt.’
Bedoel je daarmee dat dat brede draagvlak dat jullie zo graag willen, pas bereikt wordt als er echt dingen misgaan?
Ot: ‘Ik denk dat je mensen met andere argumenten beter kunt overtuigen. Het meest overtuigende argument is altijd een economische. Dat was ook bij ons succes met netneutraliteit de doorslaggevende factor. Mensen willen gratis blijven whatsappen in plaats van betalen voor dure sms’jes. De uitdaging voor Hans wordt om zo’n economisch argument te formuleren. Een ander argument is er een van veiligheid. De vraag is niet of je iets te verbergen hebt, maar wat je te beschermen hebt. Als alles over je wordt opgeslagen, kan dat ook kwijtraken. Daar zijn mensen gevoelig voor.’
Dat zijn twee verschillende visies. Hans, als jij gebeld wordt door Nu.nl, kun jij kort en krachtig ‘ik heb niets te verbergen, dus wat maak het me uit’ pareren?
De Zwart is even stil. ‘Dat is totaal de verkeerde vraag. De juiste vraag is: wat is de reden dat iemand anders informatie van jou nodig heeft?’
Elke journalist, elk publiek in ieder zaaltje stelt die vraag. Dan kun je niet altijd zeggen: dat is de verkeerde vraag.
Hans. ‘Sorry, dat kan wel. De vraag is niet of je iets te verbergen hebt, de vraag is waarom mensen zoveel van je willen weten. De default setting is dat je recht hebt op je eigen privéleven. Daar zijn redenen voor, die te maken hebben met dat er geen vrijheid en geen democratie kan bestaan zonder die privé-ruimte.
Het metagevecht
De komende jaren gaat Hans de Zwart met Bits of Freedom het ‘metagevecht’ aan tegen overheidssurveillance. Hij en zijn team zullen strijden tegen verschillende wetsvoorstellen die in hun ogen de macht van de Nederlandse overheid te groot maken. Verder zal Bits of Freedom op verschillende plekken in het land cryptoparties organiseren, waarbij gewone internetgebruikers door experts worden geleerd hoe zij zichzelf digitaal kunnen beschermen. De Zwart wil verder de bestaande achterban mobiliseren om zelf initiatief te nemen (‘bij Shell noemden we dat delivery through others’) en een brug slaan naar kunstenaars (‘Marshall Mcluhan noemde kunstenaars the antenna of our race, in de zin dat ze structureel tien jaar eerder ontwikkelingen zien dan de meeste mensen en dit ook weten te verbeelden).
Op jullie site staan nu onder het kopje ‘Onze successen’ drie of vier dingen. Wat staat daar over een jaar bij?
De Zwart: ‘Allereerst wil ik het hackvoorstel van Ivo Opstelten van tafel. De insteek van de overheid moet zijn dat mensen veilig moeten kunnen internetten en met dit voorstel heeft de overheid vanwege een opsporingsbelang er baat bij dat het internet onveiliger wordt. Dat is zorgelijk. Ten tweede wil ik er voor gaan zorgen dat in de nieuwe wet op de inlichtingendiensten niet wordt opgenomen dat onze diensten nu ook ongericht kabelgebonden mogen tappen.
Dit is zo’n totalitair voorstel dat ik ervan overtuigd ben dat iedereen snapt dat dit een slecht idee is
Dat lijkt me niet realistisch. Denken jullie dat een meerderheid in de ‘kamer daar tegen gaat zijn?
Van Daalen neemt het woord over, fel. ‘Zeker. Dit is zo’n totalitair voorstel dat ik ervan overtuigd ben dat iedereen snapt dat dit een slecht idee is. De politieke partijen die zich hier achter gaan scharen gaan verschrikkelijk politieke schade oplopen.’
Maar waarom? Er zijn weinig landen waar diensten nog niet deze bevoegdheid hebben. Waarom zouden er dan uitgerekend in Nederland politieke gevolgen zijn?
De Zwart: ‘Dit is precies wat de NSA doet. Je kunt niet aan de ene kant zeggen dat wat de VS doen schadelijk is en tegelijkertijd het zelf invoeren in Nederland.’
Van Daalen: ‘We hebben de afgelopen weken gewerkt aan een alternatief wetsvoorstel. We zullen in de komende tijd in de Tweede Kamer een meerderheid verzamelen om dat beleid ook te implementeren.’
Dat gaat lukken?
Van Daalen: ‘Als er een strijd is waar dat móet lukken dan is dat hier. Wij gaan er alles aan doen om die strijd ook te winnen.’
Maar jij bent daar niet meer bij.
Van Daalen: ‘Nee’
Hans, ga jij die strijd in pak en stropdas voeren?
De Zwart: ‘Zeker. Zij hebben al genoeg wapens in handen. Ik wil ze er niet nog meer geven.’