Wie dacht dat de vergeenstijling van het publieke debat zich nog niet bij de zuiderburen heeft voltrokken, kwam deze week bedrogen uit.

In De Morgen lanceerde Bart De Wever - voorzitter van de N-VA, de grootste partij in Vlaanderen, burgemeester van Antwerpen en de invloedrijkste intellectueel van Vlaanderen - een op de ‘linkse gutmensch.’

De Wever stelde dat ‘de linkerzijde cynisch gebruik maakt van de migratiecrisis om via juridische veldslagen en morele chantage het concept "grenzen" zo poreus te maken dat de natiestaat wordt uitgehold.’

Hij doelde op de organisaties en burgers die rond het station Brussel-Noord medische zorg verlenen aan migranten en hun ’s nachts slaapplaatsen aanbieden. Zij dragen daarmee naar zijn inzicht bij aan iets wat wettelijk verboden is: transitmigratie.

De migranten rond Brussel-Noord willen doorgaans geen asiel aanvragen in België en proberen de oversteek naar Engeland te maken. Intussen bevinden ze zich illegaal op Belgisch grondgebied.

Zeker hebben we de plicht mensen in nood te helpen, erkende De Wever. Alleen: ‘Wie vanuit Oost-Afrika duizenden kilometers kan overbruggen om in een West-Europese welvaartsstaat te belanden - niet met de intentie om daar asiel aan te vragen maar om door te reizen naar een ander land - verkeert misschien in bittere armoede, maar niet in acute nood.’

Zijn deze mensen echt niet in nood?

Op de ochtend dat De Wever zijn pleidooi publiceerde, hielden enkele non-gouvernementele organisaties een voorlichtingsbijeenkomst over de humanitaire hub die ze onlangs openden in station Brussel-Noord.

Die hub zat op het moment dat ik schreef over de opvang van migranten door burgers in Brussel nog een paar straten verderop, in een aftands flatgebouw. Verzekeringsmaatschappij AXA (linkse gutmenschen?) stelde de nieuwe, ruimere locatie gratis ter beschikking.

Tomas Thiels van Artsen Zonder Grenzen gaf een ander antwoord op de vraag of deze migranten in acute nood verkeren. Hij vertelde woensdagmorgen over de groep aan wie ze zorg verlenen dat het mensen zijn met een aaneenschakeling van trauma’s.

Ze zijn vaak gemarteld en hebben op hun reis doodsangsten doorstaan. Sommigen zijn in Libië verslaafd geraakt aan kalmeringsmiddelen die door de cipiers in de detentiecentra werden toegediend om ze onder controle te houden.

Als ze eenmaal in België zijn, komt geen einde aan hun lijdensweg. ‘Ze worden hier opgejaagd als wilde dieren,’ zei Thiels. Zijn medische hulpverleners zien mensen met hondenbeten en andere sporen van geweld. Hun persoonlijke bezittingen zijn hun vaak afgenomen, ze zijn hun vertrouwen in menselijke relaties verloren. Momenteel loopt er van Comité P, de toezichtshouder van de politie, naar het politiegeweld.

En is het echt nodig hun opvang te doorzoeken?

Een dag eerder werd in het Belgische parlement een besproken die het mogelijk maakt de verblijfplaats van iemand die zich illegaal in België ophoudt te betreden en deze persoon over te brengen naar een gesloten detentiecentrum of meteen uit te zetten.

In het wetsvoorstel staat: ‘Het is mogelijk dat dit adres niet de eigen woning van de vreemdeling betreft, maar de woonplaats of verblijfplaats van een derde is waar de vreemdeling verblijft (bijvoorbeeld het geval van familie/vrienden die de vreemdeling tijdelijk onderdak bieden). Ook in dat geval is een woonstbetreding mogelijk.’

In de Belgische Kamer hielden politici die het voorstel verdedigden vol dat de wet niet gericht is op de vele burgers die nu bed en brood aan migranten aanbieden. Maar duidelijk is dat de wettekst het wél mogelijk maakt hun huizen binnen te vallen.

Zeker, een van de voorwaarden is dat de politie iemand eerder een bevel heeft gegeven het grondgebied van België te verlaten en deze persoon daar niet vrijwillig gehoor aan heeft gegeven. Maar veel van de transitmigranten die zich in Brussel ophouden, hebben een dergelijk bevel al op zak. Ze vallen dus ook op het moment dat ze bij burgers thuis zijn wel degelijk onder deze wet.

De Vereniging van Onderzoeksrechters sprak een negatief oordeel uit over het wetsvoorstel. ‘Een huiszoeking grijpt erg in op de pri­vacy. Het gaat ver om een huiszoeking toe te staan ­alleen om iemand op te pakken die illegaal is, en om zo iemand daarmee gelijk te stellen aan een crimineel tegen wie een gerechtelijk dossier loopt,’ zei de voorzitter van de vereniging. Maar er is een gerede kans dat er een parlementaire meerderheid voor is en de wet ingevoerd wordt.

Voor De Wever en zijn adjudant in de Belgische regering, staatssecretaris van asiel en migratie Theo Francken, is het helder: wie zich illegaal op het Belgische grondgebied bevindt, moet eruit.

Want, zoals De Wever betoogt: ‘Er zijn 37 miljoen Soedanezen, die ongetwijfeld elk een beter leven willen. Hebben wij de morele plicht die alle 37 miljoen op te vangen? En wat met de rest van Afrika?’

Volgens de partijleider van de N-VA moet links kiezen tussen open grenzen en behoud van de welvaartstaat. De praktijk is natuurlijk een stuk complexer. Haast geen mens, pleit ervoor de grenzen volledig open te gooien.

Wel voor het scheppen van legale routes, zodat het voor vluchtelingen mogelijk is om asiel aan te vragen in Europa, zonder eerst een levensgevaarlijk traject te moeten afleggen. En voor het afspraken maken met bepaalde, ook Afrikaanse landen over een gecontroleerde vorm van economische migratie.

De vraag is hoe je in de huidige situatie omgaat met de honderden migranten die de streng bewaakte buitengrenzen van Europa toch weten te passeren en daarna doorreizen, zonder in het eerste land van aankomst asiel aan te vragen. Dat oppakken en repatriëren niet altijd mogelijk en wenselijk is, heeft ook de Belgische regering moeten ondervinden.

die gemarteld werden nadat ze teruggestuurd werden, noopten de regering de uitzettingen stop te zetten in afwachting van de resultaten van dat het Commissariaat voor de Vluchtelingen nu verricht naar het lot van de gerepatrieerde Soedanezen.

Arendt en de natiestaat

De Wever besloot zijn opiniestuk in De Morgen door zich te beroepen op Hannah Arendt. Die zou in The Origins of Totalitarianism (1951) hebben betoogd dat we de natiestaat en grenzen nodig hebben.

Alleen de natiestaat zou de basis kunnen vormen om solidariteit te organiseren en mensenrechten af te dwingen. De kosmopolitische droom van open grenzen zou in een nachtmerrie eindigen.

Wellicht moet hij het boek en speciaal het hoofdstuk waarnaar hij verwijst - ‘The Decline of the Nation-State and the End of the Rights of Men’ - eens herlezen.

Arendt schrijft dat de moderne staat van de oude monarchieën de functie erfde van ‘de bescherming van alle burgers op zijn grondgebied, onafhankelijk van hun nationaliteit.’ Het verval van de natiestaat waarop ze doelt, is het proces van de identificatie van burgerschap met het behoren tot het volk. Het nationalisme - Duitsland voor de Duitsers, Frankrijk voor de Fransen - zorgde voor het ontstaan van vogelvrije, statenloze burgers zoals de Joden die nergens hun rechten konden laten gelden.

Arendt schetst dus juist de gevaren van de koppeling van mensenrechten aan de rechten van volkeren in het Europese systeem van natiestaten die De Wever bezingt.

En wie denkt er niet aan die migranten van nu in Brusselse parken, als Arendt over de stateloze van toen schrijft: ‘Hij kwam in aanmerking voor gevangenisstraf zonder ooit een misdaad te begaan. Meer dan dat, de hele hiërarchie van waarden die in beschaafde landen gelden werd in zijn geval op de kop gezet. Omdat hij de anomalie was waarin de wet niet voorzag, was het beter van hem de anomalie te maken waarin de wet wel voorzag, die van de crimineel.’