Een van mijn favoriete non-fictieboeken is – een spannend verhaal over machtsmisbruik in de muziekwereld tot 1990. Ik houd ook van de andere toppers in dit genre, zoals en

Eén ding valt me op aan deze boeken: ze gaan allemaal over Amerika. Jaren zocht ik mooie boeken over de Nederlandse muziekindustrie, met weinig succes. Tot september 2017, toen verscheen. Dit boek, of beter gezegd, deze encyclopedie beslaat 730 pagina’s, weegt 5 kilo en kost 90 euro. Auteur Peter Voskuil deed vijf jaar over dit standaardwerk met bijna 140 jaar aan Nederlandse muziekgeschiedenis.

Weinig veranderd sinds het begin

Dutch Mountains begint met de fonograaf. In 1877 vraagt Thomas Edison patent aan op deze nieuwe uitvinding. Wat hij ermee moet, weet hij nog niet. Audio opnemen en afspelen heeft geen duidelijk praktisch nut, zoals de gloeilamp. Daarbij is de eerste fonograaf niet erg goed. Het geluid is nasaal en de opnames gaan maar een paar speelbeurten mee.

Concurrenten komen met de superieure grafofoon. Edison klaagt ze aan voor het stelen van zijn idee. Ondertussen gebruikt hij hun ideeën om zijn fonograaf te verbeteren, dus wordt hij ook aangeklaagd. Dat klinkt meteen al als de machtsspelletjes van de latere muziekindustrie.

Gemak gaat boven vrijheid

Het wordt echt boeiend wanneer Voskuil begint over Emile Berliner. Die heeft namelijk de grammofoon uitgevonden. Grammofoonplaten gingen langer mee, de apparaten waren makkelijker om te bouwen, maar toch maakten Edison en de rest zich geen zorgen. Waarom? Omdat de grammofoon alleen kon afspelen. De fonograaf en de grafofoon namen ook op.

Maar Berliner schatte de massa beter in. Veel mensen verkozen gemak boven de vrijheid zelf opnames te maken. Het doet denken aan de geschiedenis van radio, waar je in de beginjaren zowel kon zenden als ontvangen. Of een andere technologie die zo democratisch begon: internet.

Uiteindelijk werd Berliner door de secretaris en directeur van zijn eigen bedrijf verraden. Net toen de grammofoon een hit werd, werd de uitvinder zijn eigen bedrijf uitgegooid.

Muziekgeschiedenis is vergankelijk

Deze strijd neemt acht van de 730 pagina’s van Dutch Mountains in beslag. Vervolgens brengt Voskuil de opkomst en gedeeltelijke neergang van de hele Nederlandse platenindustrie in kaart. Dat was geen makkelijke opgave. Net als de vroege fonograafplaten blijkt muziekgeschiedenis erg vergankelijk.

Zo had platenmaatschappij Phonogram ooit ‘een fantastisch archief met hoezen, bladmuziek, foto- en promotiemateriaal, lp’s, singles en opnamebanden’, schrijft Voskuil in de inleiding. Maar toen na een directiewisseling een Engelse directeur door die kelder liep, op zoek naar ruimte, ‘sneuvelde het hoezenarchief van Phonogram in nog geen dag tijd’.

Ook bij andere labels werden platen en kaartsystemen, met verkoopaantallen en informatie over wat wanneer met wie was opgenomen, vernietigd.

Desondanks heeft Voskuil veel verhalen en mooie beelden boven tafel gehaald. Voor de gemiddelde consument is het prijskaartje van Dutch Mountains (89,95 euro) erg hoog. Maar voor ons cultureel erfgoed is het een waardevolle bijdrage.